‘Die brief aan de Galaten legt wel heel wat neer he.’

Het maakt een einde aan allerlei wettische gedachten. Je ziet,
dat op veel plaatsen geen echt evangelie van genade meer wordt
gebracht, maar een wonderlijke vermenging van allerlei wettisch
denken en handelen met genade. Je houdt dan geen genade meer
over. Alles wordt gemeten aan regels, verordeningen, geboden
van mensen, die alleen maar dienen tot bevrediging van het vlees.

‘Dan verdwijnt de kracht?’

Paulus leefde door de kracht van Zijn opstanding. Dat was de genade
die God hem in zijn leven gaf, denk aan de woorden uit 1 Corinthiërs
15:9-11. Niet zijn kracht, maar de genade van God die met hem was.
Dát wijst Paulus aan als dé krachtbron. Hij was niet bezig vanuit zijn
eigen vlees. Het was de liefde van God, die hem dreef. Geen ‘drive’ uit
zichzelf! Juist is het: ‘niet meer ik maar Christus leeft in mij’.

‘De werking van het kruis in ons leven!’

Dat is het helemaal. Geen eigen werken, geen eigen eer, dat is alles
meegegaan het graf in. Wat uit het graf opstond, is de nieuwe mens
in Christus Jezus. Die leeft. ‘Voor zover ik in het vlees leef, leef ik door
het geloof van de Zoon van God’ schrijft Galaten 2:21.
Dat is het leven; Zijn leven in ons. Geen ander leven. We zijn zeer ge-
zegend. Maar dat is uitsluitend Zijn genade voor en in ons!