Woord vandaag

een niet te beschamen werker, 
die het woord van de waarheid 
recht snijdt
    
2 Timotheüs 2:15b

Zoals we gisteren zagen, is
het woord van de waarheid
recht snijden
niet ‘een goede
preek in 3 punten’, of ‘mooie
woorden die aanzetten tot
actie’ of iets dergelijks.
Het gaat om de waarheid, die
in Gods woord klinkt. Wat voor
Israël ooit waar was en in de
toekomst waar zal zijn, is dat
nu niet als het om het lichaam
van Christus gaat. Israël is als
volk bedoeld om een koninklijk
priesterschap op aarde uit te
oefenen. Het lichaam van de
Christus is bedoeld om boven,
te midden van de hemelsen,
die onder de voeten van Hem
te brengen.

Woord vandaag

Beijver je jezelf beproefd voor 
God te stellen, als een niet te
beschamen werker, die het 
woord van de waarheid recht 
snijdt
    
2 Timotheüs 2:15

De waarheid van God blijft,
verandert niet; ons begrijpen
ervan neemt toe. Ook dat is
Gods genade.
Het woord dat God geeft,
spreekt Zijn waarheid uit. Nu
gaat het om het recht snijden
(ortho tomeō in het Grieks).
Het woord wordt in de Schrift
vergeleken met brood.
Voedsel voor je geest, je hart.
Wanneer je van een brood iets
snijdt, zijn er 2 delen, 1 brood.
De Schrift is vooral gericht aan
Israël. Het gaat over dat volk,
door God uitgekozen in liefde.
De brieven van Paulus vormen
de uitzondering. Het lichaam
van Christus is hét onderwerp.
Weer vergeleken met brood:
je snijdt 13 boterhammen uit
één gebakken brood, dan zijn
12 boterhammen Israël.
De ene boterham die resteert,
is het lichaam van Christus.

Woord vandaag

Beijver je jezelf beproefd voor 
God te stellen, als een niet te
beschamen werker, die het 
woord van de waarheid recht 
snijdt
    
2 Timotheüs 2:15

Timotheüs zou, net als Paulus,
veel inzet tonen om Zijn woord
juist door te geven. Werk in en
aan het woord van God is vaak
zware arbeid. Met veel ijver zet
men zich in, voor Gods woord.
Paulus en Timotheüs deden dat
om niet, om genade ook gratis
te brengen.
Velen echter, werken hard voor
materiële winst. Ten onrechte,
want men wil dan een letterlijk
groot kapitaal opbouwen. Dat
spreekt Christus’ kruisdood en
opstanding tegen. Werkers in
het Woord zouden arbeiden
om dat zo goed mogelijk te
brengen, niet om er financieel
beter van te worden.
Het is een grote genade, zoiets
te mogen doen.

Woord vandaag

Breng dit in herinnering, 
betuigend voor het aangezicht 
van de Heer niet met woorden
te strijden, die tot niets 
bruikbaar zijn, dan tot 
ontzetting van hen die horen

       2 Timotheüs 2:14

Gelovigen worden nogal eens
door woordenstrijd gesplitst.
Een nutteloze en zinloze strijd
om kleinigheden ontsiert leden
van het lichaam van Christus.
Vleselijke gezindheid onder de
gelovigen leidt tot onenigheid
(letterlijk: twee-stand(punten));
het staat in Galaten 5:19-21
naast het woord sekte.
Dat gebeurt als gelovigen (uit
het eigen ik) hun gelijk willen
halen en zo ‘de strijd’ winnen.
Zo verloren deze ‘winnaars’ de
strijd zelf; de tegenwerker had
succes.
In 1 Korinthiërs 11:19 merkt
Paulus daarover op, dat er wel
sekten moeten zijn opdat de
beproefden blijken.