Petrus had aan bijzondere sleutelfunctie, maar hij kreeg nog een
bijzondere opdracht.
‘Welke opdracht bedoel je?’
Herder zijn. Omdat de Opperherder de kudde bijna zou verlaten,
riep Hij Petrus. Hij had de kudde dwalend en dolend als schapen
die geen herder hebben, aangetroffen (Mattheüs 9:36). Maar Zijn
eigen schapen hoorden Zijn stem. Hij riep hen bij de naam en zij
volgden Hem. Hij was de ideale herder, de ware David, want Hij
legde zijn ziel neer voor de schapen (Johannes 10:14,15)!
‘Geweldig ja, Hij is de ideale herder voor Zijn volk, er waren ook andere
herders, zo lees je in Ezechiël 34.’
En in Hem werd een profetie vervuld (Zacharia 13:7, Mattheüs 26:31):
Zwaard, waak op tegen mijn herder, tegen de man die mijn metgezel is,
luidt het woord van de HEER van de heerscharen; sla die herder, zodat
de schapen verstrooid worden; Ik zal mijn hand keren tegen de kleinen.
‘Hoe ging het dan verder met die kudde, want de Heer zou weggaan van de
aarde, terug naar de Vader.’
De kleine kudde (Mattheüs 12:32) aan wie Hij het koninkrijk beloofd had,
was opnieuw samengebracht en er moest iemand gekozen worden die hen
zou begeleiden op hun aanstaande tocht door de wildernis. De Heer koos
Petrus. Dat was waarschijnlijk niet de onze geweest. Wij zouden de meest
trouwe en standvastige mens kiezen om de herdersstaf te kunnen hanteren.
Wij zouden op een mens steunen. De Heer kiest anders. Menselijke kracht
is alleen maar zwakheid in zo’n dienstbetoon.
Zijn herder moest eerst beproefd worden om deze les van de leegte van het
eigen hart te leren kennen.
‘Petrus verloochende Hem in de nacht dat Hij veroordeeld werd tot de dood
van het kruis, terwijl hij eerst zei dat hij Hem nooit zou verlaten.’
Na het kraaien van de haan besefte Petrus wat hij gedaan had en kwam tot
inkeer, de Heer keek hem aan en Petrus had het niet meer!
Daarna behandelt de Heer hem op een bijzondere, genadige manier, daar-
over gaan we morgen nadenken.