Woord vandaag

22 februari 2016
‘Mooi hoor, dat God werkelijk God is.’

Zijn woord zegt het, dat is allesbepalend voor ons als ge-
lovigen. Maar het is ook logisch. Bij normaal denken in de
realiteit van het bestaan. Er moet wel een veel grotere
Macht zijn, die het universum vasthoudt. Hemelen en aar-
den kunnen niet door toeval ontstaan zijn. Er moet een
zeer intelligent wezen zijn, dat alles heeft ontworpen.

‘Ja, dat is niet moeilijk: de God van de Bijbel.’

Die wordt vaak verward met de god van het christendom.
De god die in de tradties van het christendom naar voren
komt, is zo anders dan de God van de Bijbel is. De God, die
karikaturaal (verwrongen) wordt voorgesteld als een bloed-
dorstige, gemene en wrede god, is niet die van de Schriften.
Een eeuwige hel met bewuste pijn voor allen die daarin zit-
ten werpt een zeer grote smet op God. Het bederft het juis-
te beeld dat in de Schrift wordt opgeroepen.

‘We zien toch in Jezus Christus wie Vader is?’

Dat zei Hij zelf en Hij kon het weten. Genade en waarheid
zijn door Jezus Christus geworden. Hij toonde het ware ge-
zicht van God: liefde, barmhartigheid, genade, ontferming,
bewogenheid, et cetera. Gericht houden wordt in de Schrift
(Jesaja 28) Gods vreemde werk genoemd. Terwijl dat zo is,
wordt ferm beweerd dat God mensen voor altijd verstoot
of verwerpt. Een enorme misvatting, met bijzonder grote
pastorale gevolgen.

‘Mensen worden daar wanhopig van?’

Ja, en soms zo, dat zij in een psychiatrische inrichting te-
rechtkomen. Wat een gigantische gevolgen heeft een ver-
keerd beeld van God, onze Vader! Het juiste beeld komt
in het goede nieuws naar voren. Daarin zien we God, die
liefde is en Redder van alle mensen. In het werk van Jezus
Christus wordt dat zichtbaar. Hij had belangeloos lief. 

Woord vandaag

‘God staat aan het begin van alles.’

Ook aan het einde, gelukkig. Hij is de Alpha en de Omega,
het Begin en het Einde. Hij drukt Zich uit in Zijn Woord en
in Zijn geliefde Zoon. Hij gebruikt alle letters van het alfabet
om Zich bekend te maken als de God, die liefde is. Hij is zelf
verantwoordelijk voor de hele gang van zaken in Zijn plan.

‘Dat is heel fijn, Hij zorgt voor alles.’

Zijn voornemen bepaalt de loop van de geschiedenis. God
werkt een plan af, stap voor stap komt Hij tot Zijn doel.
Ook in ons leven van elke dag. Ieder uur brengt ons en Hem
dichter bij het bereiken van het grote einddoel. Hij zal uit-
eindelijk alles in allen zijn. Dat is niet veraf, nee dat geeft
een sleutel tot elke gebeurtenis!

‘Het zondigen van de tegenstander moest gebeuren?’

Ja, het was een noodzakelijk iets. Ook het zondigen van
de mens was geen proef op de som. God gaf niet een ‘proef-
gebod’ om te kijken wat de mens zou doen – of niet. Nee,
het was allemaal heel bewust door Vader zo bedoeld.
Ook het verzet van de Farao tegen IEUE was zo bedoeld,
Hij verhardde zelf het hart van Farao, zodat Hij zich later
groots kon verheerlijken aan de legermacht van Egypte.

Woord vandaag

‘Het plan van God ligt vast.’

Gelukkig wel. In Gods hand, zoals alles in Zijn hand is.
Hij zal het leiden, totdat Hij alles in allen is. Hij heeft voor-
kennis van al wat zal gebeuren. Daarom is Zijn woord het
vaste gegeven, waarop wij kunnen bouwen in ons leven.
Geen ander dan Hij zelf staat garant voor de afwikkeling
van Zijn voornemen.

‘Niemand kan Hem tegenhouden?’

Dat is vast en zeker. Geen enkel schepsel kan Zijn voorne-
men afbuigen, laat staan verhinderen. Nebukadnezar dacht
in zijn waan, dat hij zelf het grote Babel had kunnen bouw-
en. God veranderde zijn innerlijk en hij moest 7 tijden (…)
gras eten te midden van de dieren van het veld. Pas toen
zijn verstand in hem terugkeerde (…..) loofde Hij God.

‘Hij erkende dat God God is.’

Daarin loofde en dankte Hij God, de Onderschikker, en
Plaatser. Die stelt regeerders aan en af. Het hart van de
koning (regent, heerser) is in de hand van IEUE als verde-
lingen van water. Hij leidt het waar Hij het wil hebben.
Zo gezien hebben regeerders niets te vertellen, alleen zijn
ze zich dat niet bewust. God heeft alle touwtjes in handen!

Woord vandaag

‘De mens is afhankelijk van God.’

Meestal wordt in evangelieprediking gezegd, dat Jezus wel
aan het kruis gestorven is en opgestaan, maar dat de mens
zich wel moet bekeren, moet….
Zo wordt omgedraaid, dat alle redding alleen uit God is.
De mens kan niets bijdragen. Nadat de mens tot geloof is
gekomen, is die afhankelijk van de geest van God.

‘Zuivere genade van God.’

Dat is het. De genade van God bepaalt. Niet wat wij doen
of laten. Wanneer we terugdenken aan het plan van God,
dan was de oorspronkelijke schepping volkomen. Waarom?
Omdat alles perfect geschapen en gemaakt was voor de ver-
vulling van Gods plan. Zijn voornemen is bepalend!

‘We kunnen niet anders dan Hem danken.’

In feite wel, we hebben geen garantie dat ons niets kan ge-
beuren. Lijden en verdrukkingen overkomen alle mensen.
Ook het lijden en de verdrukkingen zijn kennelijk opgeno-
men in Gods plan. Om wel heerlijkheid voort te brengen.
En wij onderschatten de grootte, diepte en omvang van de
alles overstijgende heerlijkheid van God, die het deel van
heel de nieuwe schepping zal zijn!

Woord vandaag

18 februari 2016
‘Leven is onze toekomst.’

De heerlijkheid van God is, dat Hij Leven geeft aan dode
mensen. Dood zijn kan een beeldspraak zijn voor het mis-
sen van het contact met God. Letterlijk is het het resultaat
van het stervensproces van de mens. Wanneer eenmaal
dood gegaan, is de mens dood.

‘Redding is dan leven!’

Gods heerlijkheid door en in Christus Jezus is, dat Hij allen
leven geeft. Het oneindige leven in de levendmaking. De
garantie is afgegeven in de opstanding, opwekking en le-
vendmaking van de Zoon. Daarin zal in feite heel de mens-
heid, omdat Hij ook de laatste Adam genoemd wordt.

‘Genade heeft het laatste woord.’

God zij dank wel, ja. Die genade werkt nu in ons leven, dat
bevrijdt van wetticisme. Maakt los van allerlei opgelegde,
religieuze regels. Vrij om God te dienen. Wanneer je Hem
liefhebt, wil je Hem vrijwillig dienen. Dat is de genade die
in Paulus’ leven werkte:

in de genade van God ben ik wat ik ben, en Zijn genade in
mij is niet vergeefs geweest, maar ik heb meer gearbeid
dan zij allen, en niet ik, maar de genade van God met mij