‘In 2 Corinthiërs gaat Paulus verder?’

Daarin draait het om het 5e hoofdstuk, de verzoening.
Ook lezen we over de nieuwe schepping. Tevens zien
we, dat hij opnieuw spreekt over het erepodium,
meestal met rechterstoel vertaald. Voorbereidend op
vers 10 van hoofdstuk 5 gaat het over het zwakke en
broze lichaam (4:7-15). Dat lijdt en wordt verdrukt.

‘Met een mooi uitzicht.’

Hij spreekt ook van de heerlijkheid die wacht. Aan het
einde van hoofdstuk 4 (vers 16-18) spreekt hij van de
alles overtreffende heerlijkheid, die alle gelovigen zul-
len ondervinden in de komende eonen. Het nieuwe, he-
melse lichaam wordt gebouw uit God genoemd. En dat
zal zeer bijzonder sterk stralen. Dan is het lijden voorbij.

‘Ik word wel blij van deze toekomst.’

Dat kan ook niet anders wanneer je hoort en leest van
zo veel rijkdom. Alles te danken aan Hem, die onvoor-
stelbaar rijk was en arm werd om ons rijk te maken. Wat
een verwachting hebben wij, en de waarborg van onze
lotgenieting is ons reeds gegeven in de heilige geest,
waar we mee verzegeld zijn.