Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

5 november 2016
‘Wat een prachtige boodschap.’

Het evangelie is, dat God liefde is en
met allen tot Zijn doel gaat komen.
Niemand kan Zijn werk tegenhouden,
allen zullen uiteindelijk, na afloop van
Gods plan van eonen (tijdperken, in
vertalingen ‘eeuwigheden’ genoemd),
onsterfelijk zijn.

‘En tijdens Gods plan dan?’

Dan zullen velen tijdens de laatste 2
tijdperken (eonen, Grieks: aionen) ver-
loren zijn, geen eonisch (‘eeuwig’) le-
ven hebben. Gelovigen, uitgekozenen
zullen dat wel hebben. Vandaar dat
gesproken wordt over ‘eeuwig’ ofte-
wel eonisch leven.

‘Dat is voor Israël en gemeente?’

De heiligen van Israël zullen eonisch
leven (Johannes 17:2,3) op aarde ge-
nieten. Voor het lichaam van Christus
(de ekklesia of uitgeroepenen) is dat
eonische leven (Romeinen 6:23) bo-
ven, in de hemelen, te midden van de
hemelse machten en krachten. Om
Gods genade te tonen (Efeziërs 2:6,7).

‘God redt allen, zonder uitzondering?’

We kunnen de uitspraken van de Schrift
gewoon geloven. Redeneren brengt je
niet veel verder. Wanneer Zijn woord
eenmaal onder het stof van tradities
vandaan komt, gaat het echt leven.
Het Woord heeft geleden onder ver-
talingen. Maar, eeuwig blijkt niet einde-
loos te zijn. Een eon (Grieks: aioon)
wijst altijd naar een tijdperk.

‘Dan is verloren gaan tijdelijk.’

Dat is het. Al het verlorene wordt terug-
gevonden. Het eeuwige leven staat in
tegenstelling tot de dood, die evenmin
eeuwig is. Na Gods plan hoef je niet te
zeggen dat mensen leven, omdat dat
voor iedereen is weggelegd.

‘Het is onsterfelijkheid.’

Zoals de woorden uit 1 Corinthiërs erg
duidelijk spreken:

want evenals in Adam allen sterven, zo
worden in Christus allen levendgemaakt
                               1 Corinthiërs 15:22

Dit is vaststelling van feiten. Feit is, dat
in Adam allen sterven. En heerlijk feit is
óók, dat in Christus allen levendgemaakt
zullen worden. Dát is evangelie, dát is
echt goed nieuws.                            

‘Mooi uitzicht hebben we.’

Gods woord zelf geeft uitzicht op een
geweldige toekomst. God, Die Redder
van alle mensen is, heeft Zijn Zoon uit
de dood opgewekt. Dat is de verzeke-
ring voor heel de mensheid. Paulus
geeft aan Timotheüs de opdracht:

beveel en leer dit

‘Dat God Redder van allen is?’

En de woorden die in 1 Timotheüs 4:
9-11 staan zijn zo duidelijk:

want hierom arbeiden wij en worden
gesmaad, dat wij ons verlaten op:

de levende God, Die Redder van alle
mensen is, inzonderheid van gelovigen

Alle gelovigen van nu zijn zich bewust
van hun redding – door geloof, waarbij
geloof géén werk is. En de levende
God is Redder van alle mensen!

‘Prachtboodschap.’

Nou en of. En daarbij staat, uitdrukkelijk:

beveel en leer dit.

Dat was zo, omdat in de tijd waarin dit ge-
schreven werd er allerlei heidense leringen
waren. En daarin een slecht voortbestaan
na de dood – als je je onvoldoende goed
gedragen had. Een (soort) eeuwige hel.
Zo’n lering van eeuwige verlorenheid van
ongelovigen bestond in de eerste honder-
den jaren binnen de christenheid niet.

‘Het werk van Jezus Christus voldoet.’

God is Redder, Hij zal niet rusten tot-
dat alle mensen gered zijn en tot er-
kenning van de waarheid zijn geko-
men. Het vervolg maakt dat helder:

want er is één God en één Middelaar
tussen God en mensen, een Mens
Christus Jezus, Die Zichzelf geeft als
overeenkomstig losgeld voor allen
-het getuigenis in de eigen era’s-

‘Wat een getuigenis!’

Die ene God, heeft Zijn eigen Zoon
als Middelaar gegeven en Hij heeft
Zichzelf als losgeld gegeven. Niet al-
leen voor uitgekozen mensen, die nu
geloven. Maar voor allen.
Vandaar dat Hij kon uitroepen:

het is volbracht!

Hij stierf aan het kruis en Vader wek-
te Hem op. Op die derde dag. Als ge-
tuigenis, dat het genoeg was. Hij, de
Ene, stierf voor allen.

‘Zo worden allen gered.’

In de Bijbel is het zo, dat alles wat
verloren is gevonden wordt. Allen die
verloren gaan (Johannes 3:16), zullen
weer gevonden worden.
De dood zal als laatste vijand niet in
staat blijken degenen die daarin zijn,
vast te houden. Die zal buiten wer-
king gesteld worden en dat zal voor
iedereen leven betekenen, zonder
einde. Wat een heerlijkheid!