Woord vandaag

6 januari 2017
‘God gaat een aparte weg.’

De mens zoals die vandaag de dag is, is precies
zoals God dat bedoelde in Zijn plan. En dat plan
is nog niet voorbij, onvoltooid. Dat er ook een
tegenstander moe(s)t zijn, is een noodzakelijk
kwaad. Zoals we lezen in Jesaja 45:7, is IEUE
zelf de Schepper van de duisternis. Dat doet Hij
door het licht terug te houden.

‘God onderwijst door tegenstellingen.’

Ja, zonder zonde geen genade. Juist het komen
van de zonde maakte het mogelijk voor God, de
genade te schenken. Juist tegen de donkere ach-
tergrond van de zonde en het kwaad worden
Zijn liefde en genade zo duidelijk zichtbaar, merk-
baar, voelbaar. Daarom staat óók in Jesaja 45:7
dat IEUE de Schepper van het kwaad is.

‘Dit is voor velen en te harde noot.’

Men wil of kan (of allebei) niet geloven, dat God
zelf zegt, dat Hij het kwaad schept. In Jesaja 45:7
staat het, en het is niet de enige tekst die een ver-
band legt tussen God en kwaad. Bovendien voegt
Jesaja eraan toe:

Ik, IEUE, doe dit alles…

Het tekstverband versterkt dit, want het gaat over
koning Kores (of Cyrus). Hij kent IEUE niet (45:4),
maar IEUE gaat het hem wel gebruiken als Zijn her-
der (44:28) en Zijn gezalfde (45:1).

Filippenzen studie 9 – 1:3,4


De eerste studie van 2017 gaat ook over gebed. Dat is
de levensadem van de gelovige. Gekeken werd naar
een aantal aspecten van het gebedsleven van Salomo

en de Heer Jezus zelf. Daar kunnen we heel wat van
leren. Wat is: bidden op het woord? Wat is: het gebed
van God? Dat en meer kwam aan de orde op 3-1-2017.
Luisteren kan hier: deel A en deel B

Woord vandaag

5 januari 2017
‘Wat is dan het antwoord?’

Dat hebben we al gezien, het was Gods be-
doeling
, dat de mens zondigde. Niet als doel

op zich. Het was om met het antwoord daar-
op Zijn liefde, genade, heerlijkheid te tonen.
De mens werd niet alleen zondaar, maar de

Efezebrief zegt ook:

in overeenstemming met de eon van deze
wereld, in overeenstemming met de vorst
van het volmachtsgebied van de lucht, de
geest die nu werkzaam is in de zonen van
de weerspannigheid
              Efeziërs 2:2,3

‘Dit is het geestelijke aspect?’

Gisteren kwam de vraag naar voren, dat God
het kennelijk ‘toestaat’ dat mensen krenking-
en en zonden doen. Volgens de bovenvermel-
de verzen is die wandel niet uitsluitend te wij-
ten aan de werking van de zonde in het vlees.
Er is meer aan de hand. Efeziërs 2 spreekt van
méér. Zelfde geestelijke macht als in de hof.

‘De tegenstander?’

Kennelijk, ja. De vorst van het volmachtsgebied
van de lucht is eigenlijk de tegenwerker, door
elkaar werper (de duivel). Die is de leugenaar,
zelfs de vader ervan (Johannes 8:44). Efeziërs
geeft aan, dat die de geest is. En werkt in de zo-
nen van de weerspannigheid.
Dit is alles opgenomen in Gods plan.

Woord vandaag

4 januari 2017
‘We zijn volkomen in Zijn hand.’

Ook de Farao met al zijn macht, het is voor God
een peulenschil om ermee af te rekenen. Ook
daarvoor geldt:

..jij zou geen enkele volmacht over Israël hebben,
wanneer die jou niet van boven gegeven was…
                                     naar Johannes 19:11

Bovenstaand woord werd door de Heer uitgespro-
ken tot en over Pilatus. God, als de grote
Vormer
(soms met Pottenbakker vertaald), zet
allerlei in-
strumenten in in Zijn plan.

‘Voor ons soms moeilijk te begrijpen.’

De Romeinenbrief legt het aan ons uit:

..indien God nu, Die Zijn verontwaardiging wil
tonen en Zijn krachtige daden bekendmaken,
met veel geduld de instrumenten van veront-
waardiging, toegerust tot vernietiging, draagt
                                             Romeinen 9:22

God droeg Farao, droeg Abimelech, droeg Kores,
droeg Pilatus en Herodes. Allemaal in
strumenten,
toegerust door Hem. Om een be
paald doel te
dienen: Zijn eer, verheerlijking.

En Hij droeg ze met veel geduld en dat is indruk-
wekkend.

‘Ik ben er weer stil van.’

Het geldt voor alle instrumenten die toegerust zijn
tot verontwaardiging
.
We kunnen ons óók 
afvragen waarom God dit
toestaat:

..jullie krenkingen en zonden waarin jullie eens
wandelden….                        
Efeziers 2:2,3

Als God almachtig is, had Hij dat toch tegen kun-
nen houden? Hij had Adam en Eva toch
net zo
makkelijk van zondigen kunnen afhou
den als la-
ter koning Abimelech? Deze vragen
 mag je niet
stellen, maar er is wel antwoord.

Woord vandaag

3 januari 2017
‘We kijken naar het belangrijkste.’

Zodra de mens vergeet wat zijn plaats is, komen
vragen los die in Romeinen 9 staan. De reactie
die Paulus geeft, brengt het tot het juiste terug:
O mens, wie ben jij toch, dat jij God zou tegen-
spreken?
                  

                                                  Romeinen 9:20

Nu staat de mens weer op de plaats waar die zijn
moet. Op de grond, in onderschikking aan God
en 
Zijn woord.

‘De mens is beperkt.’

De mens is maar mens, en God is God. Dat is het
grote verschil, dat van schepsel tot Schepper:

zal ook het maaksel tegen de Maker zeggen:
waarom heeft U mij zo gemaakt?
                                                  Romeinen 9:20

Deze vraag getuigt van dwaasheid. Het maaksel
dat de goedheid, kunde en het in- en overzicht
van de Maker ter discussie stelt. Ofwel: de mens
die de goedheid, de bedoeling en liefde van God
in twijfel trekt.

‘Die mens moet zich schamen.’

Het volgende voorbeeld toont nog verder de on-
kunde en het ongeloof van de mens aan:

…of heeft de pottenbakker geen volmacht over
het leem, om uit hetzelfde kneedsel het ene in-
strument te maken tot eervol, het andere tot
alledaags te maken?
                                                  Romeinen 9:21

Zo wordt de mens op de juiste plaats gezet.
En de apostel maakt langzaamaan duidelijk, hoe
het eigenlijk zit met de geschiedenis van Farao
die Israël moest laten gaan.