Woord vandaag

‘Ja, er moet een oorzaak zijn van al die tegenstellingen.’

Kennelijk werd na de schepping van de aarde, waarvan de heme-
lingen vermoed moeten hebben dat het iets bijzonders was, de
tegenstander als zodanig geschapen. En die kon niet anders dan
het werk doen waarvoor hij geschapen was. Er ontstond rebellie.
Waarschijnlijk had dat van doen met de aarde.

‘De aarde werd strijdtoneel?’

In elk geval lezen we als resultaat van de gebeurtenissen in de
eerste eon, dat de aarde een chaos was geworden. Zonder dat we
hier ook maar iets ontlenen aan Griekse mythologie! En de aarde
werd tohu va bohu, woest, leeg, verlaten. Er was overal water.
Alles was door water ondergestroomd. Resultaat van gericht.

‘Later was ook de slang in de hof.’

Nou ja, er staat nachasj in het Hebreeuws, en dat kan ook ‘de
lichtende’ betekenen. Of dat letterlijk of figuurlijk was, wij weten
het niet. En die zorgde in elk geval voor geestelijke duisternis,
want misleidde de vrouw door het woord van God te verdraaien.
Daardoor raakte zij in verwarring (denk eens aan Galaten 1:6,7)
en kwam op een dwaalspoor in haar denken over God. Dat is de
wortel van de zonde.

‘Dat betekent, dat de tegenwerker was gebleven.’

En zo bleven meer schepsels uit de eerste eon bestaan en ging-
en hun rol in de tweede en daaropvolgende eonen vervullen.
Denk eens aan de hemelse machten; die zijn ook gebleven. Het
zijn geesten, en daarom sterven zij niet. Dat is een andere hoe-
danigheid, die bestond vóórdat de mens geschapen werd!   

Woord vandaag

‘In de Zoon de hemelse machten geschapen. Machtig.’

De sterren werden ook al in de eerste eon geschapen. Je zou kun-
nen zeggen, dat er in aanvang een rangorde aan machten en krach-
ten was, die op een of andere manier in de schepping hun functie
vervulden. De aarde was er nog niet, de tegenstander nog niet, wel
de sterren(stelsels). Centraal in de schepping de Vader. De Zoon als
hoogste boven alle anderen.

‘Eigenlijk bestonden toen alleen de hemelen.’

Ja, en de relatie aarde en hemelen bestond nog niet. Wanneer we
echter de sferen rond de aarde de hemelen noemen, dan bestonden
ook die nog niet toen de aarde nog niet bestond. Dat in begin van
Genesis 1:1 wijst naar het specifieke begin van de hemelen en de
aarde
 niet per se naar het begin van de eonen.

‘Tsjonge, we gaan wel diep op dit alles in.’

Je moet dat wel als conclusie verbinden aan wat we tot nu toe gevon-
den hebben. Toen de aarde geschapen werd, juichten de morgenster-
ren, de hemelse machten en krachten. Zij zagen dat iets bijzonders ge-
maakt was. Voor zover we nu weten, bestaat er geen andere plaats
waar zo’n klimaat, zo’n dierenrijk kan bestaan dan de aarde.

‘Die werd geschapen – helemaal naar Gods plan.’

Het was de perfecte plaats waar een bijzondere schepping van God
op gezet zou worden: de mens. Maar eerst schiep God, als iets, dat
in Zijn diepste raadsbesluit nodig was, de tegenstander. En daarmee
gebeurde iets in het geestelijke bereik, dat later in voor een mens
zichtbare schepping duisternis zou brengen. Daar wijst de apostel
onder meer op, en schrijft in 1 Corinthiërs 2:7 :

wij spreken Gods wijsheid in een geheimenis; wijsheid die verborgen
was, die God voorbestemde, vóór de eonen, tot onze heerlijkheid

Woord vandaag

‘Boeiend onderwerp, waar we nu over nadenken.’

Ja, uit Job 1 en 2 weten we, dat in het hemelse bereik de zonen van
God samenkomen, en dat de tegenstander daar ook wel bij aanwe-
zig kan zijn. Als hij tussen die hemelingen (zonen van God) was toen
de aarde geschapen werd, zouden zij niet zo gejuicht hebben.  Zij
juichten echter wel. De aarde was kennelijk iets bijzonders. Zo zien
we, dat in de eerste eon de belangrijkste kenmerken ontstaan, die
ook in de 2e, 3e, 4e en 5e eon uit- en doorwerken.

‘Dat moeten we rustig overwegen.’

De tegenstander werd in de 1e eon geschapen; hij is er in de 2e en
3e eon. In de 4e eon, tijdens de 1000 jaren, is hij in de put met een
deksel erop. Die is verzegeld, en hij kan er niet uit. Aan het einde
van de 4e wordt hij pas weer een korte tijd losgelaten. Met grote
gevolgen. Wat hij introduceerde, de zonde, werkt in alle eonen
door. Hoewel die in de 5e eon sterk teruggedrongen is en geen rol
van betekenis meer speelt, in feite.

‘Even terug naar de eerste eon, de aarde werd geschapen.’

Eerst na verloop van tijd, ja. De Zoon was voor alles, het eerst.
Daarom is Hij ook hoger dan al de anderen, schrijft Paulus in
Kolossenzen 1:17 :

Hij is voor alles en het al heeft zijn samenhang in Hem

Van meet aan is het al in de Zoon van Zijn liefde geschapen en
kan nooit uit elkaar vallen. Het al heeft zijn samenhang in Hem,
de Zoon. We hebben gezien dat hemelse machten eerst 
geschapen
werden, en de sterren(stelsels) werden ook door
Vader met het
woord scheppend tot stand gebracht! 

Woord vandaag

‘Wat waren de belangrijke eigenschappen van de eerste eon?’

De vraag is snel gesteld, maar het antwoord vergt wel tijd. Eén van
de belangrijkste is wel, dat in de eerste eon geen mensen beston-
den. We weten uit Genesis 2, dat de mens eerst geschapen werd
tegen het einde van het werk van God van die week. Op de zesde
dag kwam de mens op het toneel.

‘Wat was er dan wel?’

In het eerste begin was de aarde nog niet geschapen. Zoals we gis-
teren zagen, werd het al in de Zoon van Zijn liefde geschapen. En
dat houdt in, dat de Zoon het eerste geschapen en voortgebracht
was. Uit God, uit de Vader, zoals alles uit God is. Er waren dus geen
mensen, de aarde was er ook nog niet. In welke volgorde de heme-
lingen werden geschapen, het is niet bekend.

‘Wel is te zeggen, dat er hemelingen en sterren/planeten waren?’

Misschien zijn de hemelse wezens zoals soevereiniteiten, heer-
schappijen, gevolmachtigden eerst geschapen. Dat zou kunnen.
Wanneer de sterren de plaatsen zijn die door de hemelingen be-
woond worden, dan zijn die planeten/sterren misschien eerder
geschapen. Dit is in feite niet zo belangrijk. Wat wel van belang is,
is dat de tegenwerker pas later geschapen werd, niet bij de eerste
hemelingen.

‘Hoe weten we dat?’

Omdat de duisternis pas later kwam, in verband met de resultaten
van het gericht, kunnen we daaruit voorzichtig opmerken, dat ook
de tegenwerker kennelijk later dan de anderen geschapen werd.
Kennelijk werd hij geschapen nadat de aarde geschapen was.
Toen de aarde geschapen werd, juichten de zonen van God, staat
in Job 38:7. Dat zou de tegenstander niet gedaan hebben.

Woord vandaag

‘Bijzonder, dat hele plan van God, van A tot Z.’

Het hele plan van Vader, de eonen, een machtig geheel. Hij voert het
uit in Christus Jezus. Er wordt gesproken over ‘vóór de eonen’. Dat
lees je bijvoorbeeld in 1 Corinthiërs 2:7 :

wij spreken Gods wijsheid in een geheimenis; wijsheid die verborgen
was, die God voorbestemde, vóór de eonen, tot onze heerlijkheid

Paulus was kennelijk door Christus Jezus onderwezen over Gods raads-
besluit. Hoe kon hij anders schrijven op deze manier? Alleen hij zegt
‘de eonen’ en ‘Gods voornemen van de eonen’ (Efeziërs 3:11).

‘Daar hoor je maar weinig over spreken.’

Hij schiep het al in Zijn Zoon. Dat houdt in, dat Zijn Zoon door Vader
voortgebracht was vóór de eonen begonnen. De Zoon werd volgens
Hebreeën 1:2 aangewezen, gesteld tot lotgenieter van het al (alles), 

door Wie Hij ook de eonen maakt.

Daar heb je het weer: ‘de eonen’. Ook de Hebreeënschrijver schrijft er
als iets bekends over. Misschien schreef Paulus deze brief, en anders
was het iemand die goede contacten had met de apostel.

‘Ja, de geïnspireerde schrijvers waren er bekend mee.’

Door God geïnspireerd, ja. Hij heeft Zijn heilige geest in de schrijvers
laten werken om ook zo de eonen bekend te maken. Die grote, lange
tijdperken, waardoor Hij Zijn voornemen uitwerkt. De Zoon is de grote
uitvoerder van Zijn voornemen. Wanneer je kijkt naar die eerste eon,
nadenkt over wat eerst was, dan raak je in verwondering.
Toen, bij aanvang van de eerste eon, schiep God Zijn universum, het
al, in de Zoon van Zijn liefde. Dat staat in Kolossenzen 1:16 :

in Hem is het al geschapen

Wat een eenvoudige, geweldige zin. Het doet denken aan de opening
van Genesis 1: in begin schiep God de hemelen en de aarde.