Woord vandaag

‘Wel opvallend hoe de Heer Jezus antwoord gaf aan de fari-
zeeën op hun opmerking in Mattheüs 12.’

Het waren flinke aanvaringen die Hij met ze had. Zij wilden
Hem doden (Mattheüs 12:14), niets minder dan dat. Zo zie je
waar fanatieke religieuze ijver toe leidt. Daarbij moeten we
ons bewust zijn, dat zij hun eigen positie in gevaar zagen ko-
men doordat zij vermoedden dat Jezus weleens echt de Mes-
sias kon zijn. Zij hoorden bij de leiders van het volk en die
positie wilden zij vasthouden.

‘Er stak dus wel wat achter hun vraagstellingen, ze wilden mis-
schien niet eens weten hoe het zit?’

Nee, het was hen erom te doen, dat zij Hem op een woord zouden
kunnen vangen, en Hem daarmee veroordeeld zien te krijgen. De
dood is dan de meest radicale oplossing. Zij konden dan hun eigen
positie vasthouden. Zo ver kan macht gaan. Maar de Heer was niet
te pakken op Zijn woorden, Hij doorgrondde uiteraard de geeste-
lijke betekenis van de Schriften en liet steeds zien, dat de liefde en
de barmhartigheid van God uitgaan boven een strikt wettisch vast-
houden aan regels en geboden.

‘Ja daar gaat het uiteindelijk om. Gods liefde die alle schepselen zal
bereiken, zodat iedereen de knieën buigt.’

De boodschap die Paulus bracht, is de diepe uitwerking van het kruis.
Door de opstanding en levendmaking van de Heer Jezus Christus is
er een nieuwe schepping, daar maken wij als gelovigen al deel van uit.
Dat zegt Paulus tenminste in 2 Corinthiërs 5 en Galaten 6. Daarmee
zijn wij in Hem al voorbij deze oude schepping en kennen wij elkaar
niet langer naar het vlees. We zouden dan ook voorbijzien aan elkaars
gebreken, want God rekent daar ook niet meer mee.
Paulus voegt daar zelfs aan toe, dat indien wij Christus naar het vlees
(de Heer Jezus op aarde) gekend hebben, dan kennen wij (Hem) nu
niet meer (zo)!

Barmhartigheid!


Op 23 december 2012 werd uit het bijzondere gedeelte uit Mattheüs 12 gesproken.
De Heer wandelde met Zijn discipelen op sjabbat en zij plukten de aren en aten ze
omdat ze honger hadden. De farizeeën maakten daar een opmerking over en de
Heer antwoordde. U kunt dit hier downloaden/beluisteren.

Woord vandaag

‘We zijn bevoorrecht, dat wij als gelovigen met zo’n
verwachting leven.’

We zijn zeker rijk, dat wij zoveel om niet hebben ontvangen
in Christus Jezus. Daardoor hebben wij het uitzicht op een
machtige toekomst voor heel de schepping. Wat ongelooflijk
wat de Heer gaat doen. Hij zet ons in als leden van Zijn lichaam
in Zijn dienst, eerst hier op aarde terwijl wij al burgers van een
rijk in de hemelen zijn en straks ook lijfelijk daar waar wij on-
ze plaats in Hem en met Hem al hebben.

‘Ja zonder Hem kunnen wij niets doen, hebben wij geen kracht,
hebben wij niets.’

De heerlijke zekerheid is, dat wij in alles van Hem afhankelijk
zijn. Hij geeft precies wat nodig is. Daarom kunnen wij ook een
stille en rustige manier van leven hebben. Ondank alles wat
om ons heen gebeurt. Niettemin weten wij, dat alles in de hand
van onze Vader is, die laat het niet uit handen glippen. Rustig
bezig zijn en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, die ons
redden zal – op het juiste moment.

‘Heerlijk, wat is dat een rustig makende zekerheid, Hij komt
precies op tijd.’

Daar zien we naar uit, want als Hij onthuld wordt aan de
schepping, zullen ook wij onthuld worden, zo zegt Romeinen 8
dat. En de schepping kijkt er naar uit. Hij kijkt er naar uit en
wij zien er met reikhalzend verlangen naar uit. De grote toe-
komst voor het lichaam van Christus, Israël en de volkeren!

Woord vandaag

‘We zijn toch elke keer onder de indruk als we nadenken over
Gods grote plan met heel de schepping.’

In het leven van alledag laten we ons vaak meer bepalen door
de grote en kleine dingen dan dat we ons hart rustig laten zijn
door de geweldige boodschap van genade, die Paulus gegeven
was te brengen. Geen ander heeft zó die genade van God gepre-
dikt. Hij had het ook zelf ervaren wat het betekent, genade te
ontvangen, terwijl hij echt alles verspeeld had.

‘Ja, hij rekende zichzelf tot grootste zondaar, omdat hij de ge-
meente van God vervolgd had.’

Dat is bijzonder ja, en de slang zou hem heel graag willen op-
zadelen met enorme schuldgevoelens over dat verleden. Zo
wil de tegenwerker dat ook bij ons doen. Om ons zo af te hou-
den van het leven in en genieten van de overstromende ge-
nade, die God geeft. Saulus werd van een groot vervolger en
vijand van Jezus tot een begenadigd mens, kneedbaar en
zachtmoedig in de handen van Christus Jezus, de verheer-
lijkte Heer die ineens Saulus’ duisternis verdreef door het
stralende licht dat hem bescheen.

‘Wat is dat geweldig he, dat hij ook schreef dat er geen veroordeling
is voor hen die in Christus Jezus zijn.’

Voor ons als gelovigen is dat geen cliché. Integendeel. Het is een
geweldige, geestelijke waarheid die zo bevrijdend werkte voor de
ellendige mens van Romeinen 7, die uiteindelijk uitriep: ‘Ik ellen-
dig mens, wat zal mij bergen uit het lichaam van deze dood?’ En
het bijzondere antwoord daarop: ‘Genade’. Laten wij, jij, u en ik,
ons verheugen in dat antwoord, dat ook boven ons leven staat!

Woord vandaag

‘De verstandigen, die met inzicht, dat zullen bijzondere
leden van het volk zijn.’

Ja, zij zullen door de geest van God het woord van God kunnen
begrijpen en dat aan anderen kenbaar maken. Zo zullen zij voor
hun volk een reddend middel zijn in Gods hand. Hoe bijzonder
is het, als God ons een geest van wijsheid en onthulling geeft in
erkenning van Hem, om de bijzondere geheimenissen of verbor-
genheden van Efeziërs te verstaan!

‘Ja, dat is heel opmerkelijk, dat God de leden van het lichaam van
Christus zo toerust!’

Soms valt op, dat er kennelijk nogal wat leden deze bijzondere
aspecten van Zijn handelen missen, er niets van weten. Het biedt
uitzicht op Zijn werk door Israël, door het lichaam van Christus
om voor heel de schepping, zowel de hemelse als de aardse schep-
selen tot reddende zegen te zijn, onder leiding van Zijn geliefde
Zoon. Wij, als de leden van Zijn lichaam, als zonen, zullen met
Hem, Christus Jezus, geopenbaard worden in heerlijkheid.

‘Wat een machtig plan he, het doordringt straks heel het universum.’

Wonderlijk, dat wij daar zo deel van uitmaken. Saulus werd overwel-
digd door de genade van God; hij was een verwoester van de gemeente,
maar werd gegrepen toen hij totaal geen berouw of bekering toonde.
Niets van dat alles. Hij meende ijverig voor God goed bezig te zijn,
maar bleek een vijand: De Heer zei: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt’.
De Heer zei niet tegen hem: ‘Bekeer je en heb berouw en laat je dopen
tot vergeving van zonden’; Hij overweldigde Saulus van Tarsus met
Zijn genade. Er was géén ‘keuze van de vrije wil’. Simpel: de Heer zet-
te hem 180 graden andersom. Hoe? Door Zijn genade!