“De gemeente van Christus schijnt het licht brengende evangelie
niet meer te kunnen prediken zonder hulp van vertegenwoordigers
van de duisternis.
Mits die maar wereldse bekendheid genieten. Atheïsten, spotters,
provocateurs, maakt niet uit. Zolang zij maar BN’ers zijn, om volle
zalen te trekken. Of kijkcijfers.
Met hen gaan gelovigen publiekelijk in gesprek. Dialoog heet zo’n
zinloze discussie.
Laatst betichtte iemand Paulus ervan óók dergelijke (mis)commu-
nicatie te hebben gepropageerd. Omdat hij in Athene zijn toespraak
begon over de onbekende god. Alsof hij bekende Grieken op het po-
dium hees om Christus aan hun seculiere oordeel te onderwerpen
en vervolgens, met zogenaamd ‘respect’, een zo slap mogelijk ver-
haal ophing.
Christenen vonden naar hun diepste overtuiging dé Waarheid. Ja,
dat klinkt arrogant. Het zij zo. Zij kunnen nu eenmaal niet om Gods
woord heen. En om Hem die van Zichzelf getuigde de Weg, de Waar-
heid en het Leven te zijn.”
Roeper, Uitdaging, november 2012