‘De boodschap van het kruis is dwaasheid voor de wereld.’
Dat staat in 1 Corinthiërs 1:18-25, ja. Bij de Corinthiërs ontbrak het onder
andere aan het besef van het kruis. Zij keken naar de wijsheid van mensen,
de Grieken zoeken naar wijsheid (Plato, Aristoteles, Socrates, et cetera),
de Joden verlangen tekenen (en wonderen). Maar de apostel bracht de een-
voudige en diepgaande boodschap van het kruis.
‘Het stuitte op weerstand en onbegrip.’
De redding van de wereld door een aan het hout Gehangene kan volgens
diezelfde wereld niet waar zijn. Men aanvaardt eerder filosofie (redenering-
en) en tekenenen en wonderen (zelfs van de wetteloze), dan dat men het
evangelie met daarin centraal het werk van het kruis accepteert. Geloof
spreekt van die Gezalfde die Gods wil wilde doen, ook al kostte Hem dat
het leven. Daarmee kwam Hij onder de vloek van de Thora.
‘Verlossing is alleen door het kruis?’
Geen andere weg. Het is Gods weg het zo te doen. De Zoon heeft alles gedragen, Hij
werd tot zonde gemaakt opdat wij zouden worden Gods gerechtigheid in Hem.
Wijze woorden uit 2 Corinthiërs 5, waarin óók staat, dat God in Christus de wereld
met Zich verzoende. Daar komt het Griekse begrip katallasso, dat alleen bij Paulus
naar voren komt. Dat wijst op verandering. God heeft die tot stand gebracht. Daar
kan een mens zelf niet toe komen.
‘Nee, want uit zichzelf is de mens vijandig naar God toe.’
Die vijandigheid (vijandschap) wordt door het kruis beëindigd. Omdat het vlees
(oude mens) medegekruisigd werd, is die dood en werd ook medebegraven met
Christus. Deze feiten liggen al 2000 jaar achter ons, maar de uitwerking van een
en ander zal blijken: in de 1000 jaren, bij de grote witte troon, op de nieuwe aarde,
in de nieuwe schepping zal geen spoor meer van vijandschap te vinden zijn.
‘Maar dat zou toch ook onder gelovigen zo moeten zijn?
De boodschap van vrede door het kruis, is essentieel (de kern) voor de onderlinge
omgang met elkaar in het lichaam van Christus. ‘Houdt vrede onder elkaar’
(1 Thessalonicenzen 5); ‘Hou, voor zover het van jullie afhangt, vrede met alle men-
sen’ (Romeinen 12), ‘vrede met God’ (Romeinen 5: 1,2) en de vrede van God‘.
Dat laatste is iets dat wij verlangen; het verdrijft zorgen.
Je leeft vrij, als je die vrede van God kent, je hart beheerst!