‘Gisteren kwam even een ideaalbeeld naar voren.’
Ja, want in een (plaatselijke) gemeente zijn vrijwel altijd mensen, die
niet gericht zijn op het Woord, op Christus Jezus. Maar zij hebben ei-
gen dingen en Hem erbij of het Woord erbij. Het zou zijn: alleen Chris-
tus Jezus, alleen het Woord. De eenheid van de geest is met alle ware
gelovigen. In de praktijk blijkt die eenheid niet door de invloed van
het vlees, het eigen leven van de mens.
‘Het is meestal niet eenvoudig om gemeente te zijn.’
In de praktijk valt uit de brieven van Paulus af te lezen, dat er veel
onderlinge genade nodig is. In allerlei situaties zijn er vaak geschillen.
Het gaat heel ver, erg ver, om met elkaar steeds verder te gaan. Aller-
lei dingen spelen in onderlinge relaties, dat is niet alleen in het dage-
lijks leven op het werk of binnen families het geval. Ook binnen een
plaatselijke gemeente spelen er soms lange, slepende kwesties.
‘Er is maar één Hoofd: Christus Jezus.’
Dat is een feit. Zo staat dat in de brieven van Paulus. In de praktijk
belijdt men wel met de mond dat dat zo is, maar intussen zijn het
vaak enkelen die de dienst (willen) uitmaken. Dat gaat niet, omdat
alleen Christus het Hoofd van de uitgeroepen gemeente is. Men ver-
geet in de praktijk vaak al snel wat de gemeente is. En wat de bedie-
ning ervan is: verzoening. Dat zou zich allereerst onderling uiten.