Woord vandaag

‘Die ontmoeting in de lucht. Het blijft bijzonder.’

Het past in Zijn plan, om te komen tot Zijn einddoel. God, de Vader, zal alles
in allen zijn. De ekklesia die Zijn lichaam is heeft een belangrijke plaats in dat
geheel. Wij zijn de eersten na de Zoon zelf die levendgemaakt worden. Dat
houdt onder meer in, dat wij onsterfelijkheid ontvangen. De tekst die we al
enige tijd bekijken, is Romeinen 11:36. In Zijn plan is niet alleen het al uit Hem,
maar ook door Hem  en tot Hem in (naarbinnen Hem).

‘Het is een korte tekst, en zegt erg veel.’

Wat ook gebeurt, het gaat niet buiten Hem om. Hij zet in Zijn plan allerlei
machten en krachten in om Zijn doel te bereiken. We zien, dat zelfs het kwaad
een belangrijke functie heeft. God brengt uit het kwaad het goed voort. Nadat
het de functie heeft gehad die het moest hebben, wordt het kwaad definitief
uit Gods schepping weggedaan om nooit meer terug te keren. Dat geldt ook
voor de zonde.

‘Maar de satan zit niet voor eeuwig in de poel van vuur en zwavel.’

Nee, als zijn tijd in die poel erop zit, wordt de poel weggedaan en zal ook de
satan Christus Jezus als Heer belijden. Niet afgedwongen, maar van harte. De
aanduiding satan zal dan niet meer passen. Hoe hij dan zal heten, we weten
het niet. Zoals onlangs treffend werd opgemerkt, was de uitspraak van de
Heer profetisch over hem in Mattheüs 4:10 toen Hij Deuteronomium citeerde:

..want er staat geschreven: de Heer jouw God zul je aanbidden, en Hem
alleen zul je dienen

De totale overwinning is compleet wanneer ook de grootste vijand de knieën
buigt en van harte belijdt, dat Jezus Heer is, tot eer van God, de Vader!

Woord vandaag

‘Geweldig, dat wij ons samen verheugen over Zijn woord.’

Dat predikt de totale overwinning van God en Zijn Christus over alles.
De dood zal moeten wijken, nu Hij leeft is dat de garantie dat iedereen
ooit –na de eonen- zal leven. Paulus laat dat duidelijk zien in 1 Corinthiërs 15.
Eerst de gemeente, daarna de heiligen van Israël, en uiteindelijk alles en ie-
dereen. Ook de tegenstander zal zijn knieën gaan buigen, want in Filippenzen
2:9-11 zit hij er ook bij.

‘De dood wordt verzwolgen in de overwinning.’

Prachtige beeldspraak van Paulus in 1 Corinthiërs 15. Alles gaat mee in die
overwinning van Christus over al wat vijandig is, alle vijandschap, de eerste
en de tweede dood. Er blijft van al wat tegenhoudt niets over. We vieren elke
dag de opstanding van Christus. Hij leeft! En Hij gaat komen. Hij heeft het op
zoveel Schriftplaatsen beloofd. Onmiskenbaar leven wij in de tijd, dat alles
op zijn kop gaat. Hij gaat komen.

‘Ik kijk er naar uit. Wat een verwachting!’

Ja, bij de bazuin dan gaan wij weg van de aarde. Hem ontmoeten in de lucht.
Wat een perspectief. Dat geeft een andere kijk op je dagelijks leven. Lijden
wordt dan direct omgezet in heerlijkheid. Hij ontmoet ons en wij zijn dan ver-
heerlijkt bij Hem, boven. Wat een enorme bundeling van licht moet dat zijn
in de schepping! Daarna zal Hij komen en op zeker moment Zijn voeten zetten
op de Olijfberg, als de grote Goël, de Verlosser van Zijn volk Israël!

Woord vandaag

‘Gods liefde is om je heen. Fijn, als je dat beseft.’

Zeker. Als je het moeilijk hebt –om welke reden dan ook- is dit het. God is
liefde. Bij lichamelijke pijn zitten er soms –of misschien vaak- hele lastige
dagen bij. Mensen kunnen vele jaren dat ondervinden. Er zijn er die dan
tóch blijven zeggen, dat God liefde is. Waarom? Hoe kan dat?
Omdat zij die liefde in hun hart uitgegoten hebben gekregen (Romeinen 5)
waardoor zij niet boos op Hem kúnnen worden.

‘Er zijn wel gelovigen die wel boos worden op God.’

Uit frustratie over hun persoonlijke situatie of omstandigheden. Of die van
hen die ze lief zijn. Familie. Vrienden. Men ervaart het als onrechtvaardig,
dat het zus of zo gaat. Zij zijn net zo gelovigen als de anderen. Het gaat om
erkenning, dat God liefde is en het niet verkeerd doet. Hij maakt geen fou-
ten. Er kunnen soms hele erge pijnlijke dingen in ons leven gebeuren. Men-
sen die ons lief zijn, komen onverwacht te overlijden.

‘We weten daar geen antwoord op. Hoe zit dat nou?’

We hebben natuurlijk geen pasklaar antwoord op zulke situaties. Iemand
had nog zo veel kunnen betekenen voor anderen, had al zoveel goeds gedaan.
En dan toch….. Ja, we kunnen dat niet narekenen. God is dan toch nog steeds
liefde? Ja, dat blijkt uit het feit, dat Hij Zijn eigen Zoon gaf voor iedereen. En
iedereen zal daardoor bij Vader komen, eens. Dat houdt in, dat Hij ervoor zal
zorgen, dat eens iedereen leeft.

‘De opstanding. Christus Jezus heft de dood op. Geweldig.’

Het laatste woord van God is: Leven. Hij zal eens de tweede dood buiten
werking stellen. Dan Leeft iedereen. Dat is een geweldige troost, en voor de
gelovigen geldt zelfs dat zij opstaan en levendgemaakt worden tijdens de
eonen. De bazuin van God is die van Leven (1 Thessalonicenzen 4:13-18).
De doden in Christus zullen zelfs eerst opstaan. Daarna komen alle die an-
dere gemeenteleden erbij. Om samen, boven, met Hem dat Leven te vieren.
En dat kunnen wij nu al doen, wanneer we samen dat Levende Woord ope-
nen en ons daarmee verblijden!

Woord vandaag

‘Wat een diepte: alles is uit Hem en door Hem en tot Hem.’

Wij leven meer en meer in dat besef. Talloze gelovigen willen er niet aan.
Maar het is de grote waarheid, die boven alles uit gaat. Alles, of: het al is
uit God.
Dat ziet niet alleen op de oorspronkelijke schepping in de Zoon

van Zijn liefde. Het ziet ook op al wat in Zijn voornemen van eonen ge-
beurt, want het al is door Hem. Hij bewerkt ten diepste alles in overeen-
stemming met de raad van Zijn wil (Efeziërs 1:11).

‘Hoe meer ik er over nadenk, hoe logischer het is voor mij.’

Wanneer we kijken in deze huidige boze eon (Galaten 1:4), dan kan het
ons weleens angstig lijken. Niettemin weten wij ons geborgen in Zijn
machtige Vaderhand. Wanneer we de Schrift volgen, dan weten we dat
het in deze boze eon er niet beter op wordt. Geen houden aan. Als de
Heer heeft gezegd, dat de wetteloosheid zal toenemen en dus de liefde
zal verkillen, dan zien we dat gebeuren.

‘We leven in onzekere tijden, dat zeggen steeds meer mensen.’

Al het kwaad, dat is voor velen een probleem. Het moet in Gods plan
een belangrijke functie vervullen. De afbreker, de goddeloze, die moet er
ook zijn om dat te doen waarvoor hij gemaakt is. In ons eigen leven kan
zomaar iets gebeuren waardoor het ineens moeilijk wordt. Maar ook dat
ontgaat Vader niet. Ten diepste is zoiets geen teken van Zijn ongenoegen.
Hij heeft alle touwtjes in handen! Het is Zijn liefde waarmee Hij ons om-
ringt, van achter en van voren. 

Woord vandaag

‘Het is een bijzonder woord. Romeinen is rijk en we mogen Gods plan zien.’

We zien de redding van allen. Dat is voor veel gelovigen een wijdere blik dan
wat de traditie aanreikt. Wij mensen zijn in eerste instantie zelfgericht. We
kijken alleen naar onze eigen redding en bekommeren ons niet om anderen.
Later, wanneer de liefde van God in ons gaat werken, zijn wij meer betrokken
bij anderen en ontdekken wij gaandeweg dat mensen kostbaar zijn in Gods
ogen en dat Hij niet alleen jou, maar ook anderen op het oog heeft.

‘Ja, dat is waar, heb ik ook zelf gezien.’

Ook al hebben gelovigen door genade van God een ruimere blik gekregen, en
weten zij van de redding van allen, dan nog blijft dat eigen ik knagen. Heel
wat gelovigen vinden het moeilijk om van dat zelf, dat eigen ik, af te komen
– in de praktijk. Zij vinden het fijn dat iedereen gered wordt. Toch ontdek je
in hun doen en laten en in hun spreken dat hun eigen ik nog dwarszit, op een
of andere manier.

‘Ja, wat is dat? Is wel herkenbaar.’

Dat heeft te maken met onze tekst: Romeinen 11:36.
Zij zeggen dan wel, dat zij dit geloven, alleen valt het in de praktijk niet mee
wérkelijk te accepteren met het hart, dat alles uit God is. Met andere woor-
den, wat hen overkomt: lijden – verdrukkingen – vervolgingen, zij kunnen
maar heel moeilijk hun eigen persoonlijke omstandigheden aanvaarden.
Zij doen er heel veel moeite voor, die te veranderen/verbeteren. Vaak zie
je, dat dat eigenlijk niet lukt, of maar mondjesmaat.

‘Is het dan Vader, die hen in beproeving brengt?’

Kennelijk wel, anders zouden zij/wij niet beproefd worden. Davids leven
ging niet van een leien dakje. Hij werd meerdere keren vervolgd en opge-
jaagd. Maar in die omstandigheden wist hij en beleed hij wat hij schreef in
Psalm 139. Dat Ieue –Vader- hem omsloot, van achter en van voren. Dat
Ieue zelfs Zijn handpalm op hem zette. Dat was Davids verwondering.
In om
standigheden die helemaal niet makkelijk waren!