Woord vandaag

‘Paulus liet zichzelf als apostel niet gelden door toch in een groep tegenstanders
binnen te dringen.’

Hij was erop uit, het evangelie van vrede, verzoening uit te leven. En dan hield hij
terug waar anderen juist scherp aanvallend zouden zijn. Hij verdedigde wel als het
evangelie aangevallen werd (Galaten). Hij was bezig in de lijn van Efeziers 4:15,16 :

Waar zijnde nu in liefde, brengen wij allen tot groei in Hem die het Hoofd is, de
Christus, uit Wie het is dat het hele lichaam (…..) de groei van het lichaam bewerkt,
tot opbouw van zichzelf in liefde

Let op het twee keer: in liefde. Dat is waar het om draait. Veel gelovigen zijn meer
bezig rechtvaardig te handelen en naar recht en gerechtigheid. Maar Gods liefde is
de band van de volwassenheid, waar Paulus in wandelde en handelde.

‘Dan begrijp je iets meer van hoe hij optrad en waarom hij wel en niet iets deed.’

Het aardse leven van de Heer kenmerkte zich ook door liefdebetoon. Hij wilde tegen
alle verwachtingen in –vooral die van Zacheus zelf- bij Zacheus in huis zijn. Dat ver-
baasde en was een actie in liefde van de Heer. Daarmee liet hij het andere zien, dat
niet voorhanden was in Israel. De geest van liefde ontbrak. Daarom zei de Heer ook
tegen de leraar van Israel, dat zij wedergeboren moesten worden, door de geest van
God uiteraard.

‘Maar, het evangelie van de vrede zoals we dat lezen in Efeziers 2:11-18, gaat toch
verder dan dat?’

Dat klinkt na het kruis en verkondigt de resultaten van dat grote werk. Hij stierf
aan dat hout en daardoor, door de dood van de Zoon werd de verzoening van de
wereld bewerkt:

God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenend, hun hun krenkingen niet
aanrekenend.

De wereld: dat omvat de Besnijdenis en de onbesnedenen, allemaal. In Efeziers 2
wordt nog veel duidelijker gezegd, dat de wederzijdse verzoening tussen die twee
groepen door het kruis is gebeurd. In het lichaam van Christus is de vijandschap ge-
dood, de werking van het kruis!

Woord vandaag

‘Het is een feit, dat allerlei groepen en groepjes (soms zelfs binnen een plaat-
selijke gemeente) zijn.’

De denkbeeldige barrieres en muren en wanden die tussen diverse groepen
door mensen (vlees dus) opgericht zijn; wij zouden die niet accepteren. Men
kan door bepaalde rituelen in te stellen, of een belijdenis of een organisatie
structuur in te voeren (of traditioneel te hebben), afscheidingen maken. Al dit
soort praktische verdeeldheid zouden wij ver van ons houden. Het verhindert
het uitleven van de eenheid door verzoening.

‘Maar wat is dan je houding in het licht van Efeziers 2:11-18  als er toch muren
zijn – ook in een plaatselijke gemeente?’

Wanneer onze mede gelovigen barrieres tegen ons opwerpen, dan geldt voor
ons het basisprincipe : vrede. Dat gaat hand in hand met verzoening. En deze
vrede staat dan ook centraal in het stukje wat je noemt:

opdat Hij de twee in Zich­zelf tot één nieuwe mens zal scheppen, vrede makend,
en beiden in één lichaam met God door het kruis wederzijds zal verzoenen, de
vijandschap erin do­dend. En in Zijn komen, verkondigt Hij als evangelie vrede
aan jullie die veraf en vrede aan hen die nabij waren     
Efeziers 2:14-16

We zien hier opnieuw wat elementair is: door het kruis. Dat is bepalend, het
middel waardoor God wederzijds verzoent. Vrede is wat zou regeren in de on-
derlinge verhoudingen. De band van de vrede (Efeziers 4:1-3).

‘Dus als men muren tegen je opwerpt, er toch groepjes zijn, dan ben je terug-
houdend misschien?’

Ja. Als we onszelf toch in een ander groep(je) forceren, dan zou dat een werk van
het vlees zijn. Terwijl we in de geest die muur of barriere weigeren te erkennen.
Paulus kwam niet langer in gemeentes waar hij niet meer welkom was (2 Timo-
theus 1:15). Hij wilde dan geen aanstoot zijn, terwijl de motieven van die anderen
niet zuiver waren en die van Paulus wel. Daarom bleef hij op afstand en stuurde
bij gelegenheid ernstige brieven (Galaten, 1 en 2 Korinte). Hij wilde daarin vrede
praktiseren!

Woord vandaag

‘Nadenkend over gisteren drong het tot me door, dat de gemeenschap van
gelovigen resultaat van het kruis is.’

Ja, wij zijn allen onderwerp of voorwerp van Gods genade. Wij kunnen zo
zonder meer te allen tijde vrij tot de Vader komen. Met zekerheid en vol
vertrouwen. Wij worden allemaal opgebouwd – gezamenlijk – tot woon-
plaats van God, in de geest. Dit vereist, dat er geen onderscheid meer kan
zijn tussen diverse gelovigen als het gaat om onze positie voor God. Dat
wordt bewerkt door de verzoening door het kruis.

‘Ja, fantastisch dat in Christus niemand meer of minder is voor God.’

Nou en of! En eveneens kan als gevolg daarvan evenmin onderscheid zijn
in de mate van zegen die elke gelovige ontvangt. Of elke gelovige daarvan
evenveel geniet, is een andere zaak. Dat heeft weer met allerlei omstandig-
heden te maken. God heeft met ons allen hetzelfde voor, ook daarin bestaat
geen verschil. Hij gaat ons allen inzetten in de hemelse bediening, voor de
geestelijke machten en krachten.

‘Dat kun je dus ook rekenen als een van de gevolgen van het kruis.’

Absoluut. Ons onderwerp is nu, dat twee groepen, de Besnijdenis en de
Voorhuid, in diezelfde geest vrije toegang tot de Vader hebben. In de dagen
van Paulus was er wel degelijk intense vijandschap tussen die twee. Nadien
zijn er talloze andere groepen gekomen, die elkaar meer of minder onderling
bestrijden en bevechten. Dat laat de geschiedenis vanaf Paulus zien.
Maar, zoals het bloed van Christus alle barrieres tussen de twee weggedaan
heeft, is ook al wat ons vandaag de dag verdeelt, vernietigd. Wij zouden dan
ook geen enkele afscheidingsmuur erkennen. Dat is allemaal vlees, menselijke
inzettingen, belijdenissen, rituelen en organisaties. Wij erkennen alleen het
bloed van Christus, waardoor dat alles is weggedaan! 

Woord vandaag

‘Goed om de grote gunst die het werk van het kruis oplevert, opnieuw te
overdenken. Het stemt dankbaar.’

Het woord gezamenlijk is een belangrijke in Efeziers. Het blijkt telkens als
het gebruikt wordt en ademt eenheid en dus verzoening. Het wordt niet
alleen in Efeziers 2:4-6 gebruikt, maar bijvoorbeeld ook in Efeziers 2:19,
bij gezamenlijk burgers en in Efeziers 3:6, waar het maar liefst 3 keer in
dat vers gebruikt wordt, onder meer bij: gezamenlijk-lichaam.

‘Je zei: het woordje gezamenlijk ademt verzoening. Hoe dan?’

In Efeziers 2:4-6 gaat het om twee groepen, die gezamenlijk het lichaam
van Christus vormen. We lezen wel over verschillen als het om het dienst
doen in de Heer gaat, maar in Christus Jezus is de positie van beiden echt
gelijk. Het gaat daar om het tonen van de genade. En dat is niet uit jullie
zelf, schrijft de apostel, maar van God is het naderingsgeschenk! (2:8).

‘Allemaal op hetzelfde niveau, vrije toegang tot de Vader.’

Dat zegt 2:18, ja. Wij worden gezamenlijk gebouwd tot een woonplaats
van God, in de geest, zegt 2:22. Het gaat niet alleen om twee groepen
die gezamenlijk hetzelfde zijn gezegend, maar ook de afzonderlijke leden
zijn allemaal hetzelfde gezegend. Ze zijn met elkaar nauw verbonden.
Dat is zo gekomen door de wederzijdse verzoening die door het bloed
van Christus tot stand gebracht is. Dat gaf ons allemaal het genieten van
de ene gemeenschap met Hem en met elkaar!

Woord vandaag

‘Bekend aspecten, maar wel diepgaand als je er opnieuw over nadenkt.’

Het is bijzonder, dat wij gezamenlijk met Christus en elkaar delen in de zegen
die Hij van de Vader ontvangen heeft. En dat als resultaat van het kruis. Geen
andere gebeurtenis heeft zo’n betekenis en reikwijdte als Zijn werk op het
vloekhout op Golgotha. In Efeziers 2:4-6 wordt gezegd wat voor enorme zegen
wij gezamenlijk met Hem hebben ontvangen. Dat heeft vanzelfsprekend ook
alles te maken met Zijn opstanding.

‘Wij hebben nieuw leven ontvangen doordat de Vader Hem opwekte.’

Wat daar blijkt, is dat gelovigen gezamenlijk met Christus Jezus opgewekt en
met Hem levendgemaakt zijn. Ook hier lezen wij weer dat woord gezamenlijk.
En dat bij het aanzeggen van de effecten van het kruis. Een van de grootste
zegeningen is, dat wij ook gezamenlijk met Hem gezet zijn te midden van de
hemelingen in Christus Jezus. En hier blijkt, dat wij bijzonder gezegend zijn
met een speciale bedoeling. Het gaat niet alleen om de zegen die wij als
bijzondere genade ontvangen hebben.

‘Wij zijn uiterst rijk, overstijgende rijkdom van Zijn genade. Geweldig.’

Dat zeer beslist. En zou ons leiden tot diepe dankbaarheid aan Hem, die
ons zo liefheeft. Daarbij heeft het een speciale bedoeling, wij zijn daar te mid-
van de hemelse machten gezet opdat wij in de komende 
eonen de overstijgen-
de rijkdom van Zijn genade in Zijn mildheid voor ons ten
 toon spreiden (to-
nen) aan die hemelse krachten en geestelijke machten.
 Bijna science fiction,
gaat ons verstand te boven. Het gaat gebeuren!