‘Tsjonge. Ik ben blij dat ik goed de tijd om over deze belangrijke waarheden na
te denken.’

Wat we gisteren besproken hebben, zien we ook in 1 Corinthiërs 3:10-15. Daar
lezen we, dat het dienstwerk dat in beeldspraak hout, hooi en stro genoemd wordt,
in vlammen op zal gaan. In het tekstverband daar gaat het ook om dienstwerk. Dan
wel een specifieke arbeid: onderricht geven. Het gaat over Apollos en Paulus en de
Korintiërs. Zij waren –in beelden- een akker, een gebouw. Degene die kon planten
was Paulus en Apollos gaf water.

‘Het gaat om het geven van onderwijs inderdaad. Hoe kun je dat verder zien?’

Er is een goede uitleg van deze verzen. Er worden drie elementen genoemd waar-
mee gebouwd wordt om een goed en stevig gebouw te krijgen. Goud, zilver en
kostbare (grote) stenen. Je kunt die zien als de drie grote elementen van het onder-
wijs van Paulus in Romeinen. De grote, kostbare stenen wijzen dan op de rechtvaar-
diging door het geloof van Jezus Christus. Het zilver op de verzoening van de vijan-
den doorheen de dood van de Zoon.

‘Bijzonder. Het is wel logisch omdat het om onderwijs gaat in 1 Korintiërs 3.’

En de hoogste –het goud- is wat Paulus onderwijst omtrent het God-zijn van God.
De absolute soevereiniteit van God. Hij doet wat Hem behaagt, Hij laat Zich niet
hinderen door Zijn schepselen. Die kunnen Zijn bedoeling niet weerstaan. Wan-
neer je deze dingen mag onderwijzen, kun je dat nooit doen in trots of in afgunst.
Dan zal je dienstbetoon geen stand houden op het erepodium.
Dat geldt óók wanneer je met hout, hooi en stro bouwt; dat gaat geen gebouw
worden. Daarover morgen meer!