‘Merkwaardig. Vriend van Christus zijn, en tegelijkertijd een vijand van het
kruis van Christus.’
Het is wat ons allemaal overkomt, en zeker als het ons dienstwerk betreft. Wan-
neer wijzelf misschien (soms) aardsgezindheid vertonen, dan worden wij op dat-
zelfde moment ook zulke vijanden. Die vijandschap laat zich zien wanneer wij
trots zijn op ons dienstwerk of op de manier waarop wij ons dienstwerk doen.
En zeker wanneer wij (net als de farzieeër) menen dat wij iets aan God kunnen
aanbieden zodat Hij ons meer begunstigt.
‘Ja, herkenbaar. Dit gaat wel diep hoor.’
De werking van het kruis is, dat er van ons mensen niets overblijft, als het gaat
om het oude. Wij zijn –na het kruis- een nieuwe schepping in Christus. Dat nieuwe
leven is Christus in ons. Dat werkt zich uit en het is dan logisch, dat wij ons nergens
meer op kunnen beroemen. Dát is de vrucht van het kruis in ons leven: wanneer
wij uitsluitend roemen in de Heer. Dus niet langer ons dienstwerk in rekening breng-
en bij Hem, maar Hem alle eer geven.
‘Hoe kunnen wij nog meer vijand van het kruis van Christus zijn?’
Wanneer wij de resultaten ervan in de volle reikwijdte ontkennen. Veel gelovigen
ontkennen, dat Jezus Christus alle zondaren redt. Maar het evangelie is, dat Christus
Jezus in de wereld kwam om zondaren te redden. En dat doet Hij ook! En als Hij in
staat bleek de ergste (Saulus van Tarsus) te redden, dan redt Hij dus allen. Als wij
het volmaakte werk van het kruis ontkennen en de resultaten beperken, dan doen
wij af van de heerlijkheid ervan. En dus voeren wij oppositie tegen (de volle werking)
van het kruis! Maar: het ís volbracht!