Woord vandaag

6 april 2018
‘Ik ben benieuwd naar de tekst.’

We hebben gisteren Mattheüs 26 ge-
lezen. Hetzelfde lezen we ook in Mar-
cus 14 en in Lucas 22 is een klein ver-
schil te zien. In Lucas 22 ontbreekt:

…het zou goed voor die mens zijn als
hij niet geboren was
  

Zoals het vertaald is gaat het over Ju-
das zelf. Als we de concordante ver-
taling erop naslaan lezen we dit:

Uitstekend was het voor Hem wan-
neer dat mens niet geboren was!

‘He? Staat dat er eigenlijk?’

In deze tekst wordt twee keer dat
mens
gezegd. Beide keren gaat het

over Judas:

de Zoon des mensen gaat wel heen
zoals over Hem geschreven is, wee
echter dat mens door wie de Zoon
des mensen overgegeven wordt!
Uitstekend was het voor Hem als
dat mens niet geboren was!

Zo is het duidelijker. Dat mens is Ju-
das. En Hem is de Zoon des mensen.
Even samen proberen te vatten: het
gaat niet over de uiteindelijke plaats
die Judas zal hebben.

‘Hoe bedoel je?’

In veel uitleg komt Judas uiteindelijk
in de hel terecht. Omdat hij de Heer
overgaf in Gethsémané. Dat is in de
vertaling verwerkt. En de lezer gaat
denken dat het beter voor Judas was
geweest als hij niet geboren was, ja,
want zo kwam hij in de hel, voor al-
tijd verloren. Maar het gaat in Mat-
theüs 26 niet over de uiteindelijke
bestemming van Judas. Het gaat o-
ver het aanstaande diepe lijden van
de Zoon des mensen, de Heer zelf.

Woord vandaag

5 april 2018
‘Zeg, ik las weer over Judas.’

In de vertalingen wordt gekleurd over
deze discipel gesproken. We lezen bij-
voorbeeld het woord verraden bij hem.
Of dat juist is, is de vraag. Uit de grond-
tekst is het Griekse begrip met overle-
veren
of overgeven het beste te verta-

len. Het laatste woord (overgeven) is
het meest juiste. Bij zijn roeping door
de Heer wordt dat al gezegd.

‘Dat verraden is gekleurd?’

Het kon geen verraad genoemd wor-
den, want de Heer zegt in Gethséma-
né als Judas Hem aanwijst zodat Hij
door de hele gewapende groep inge-
rekend kon worden:

zijn jullie met zwaarden en stokken
erop uit gegaan als tegen een rover
om Mij te vangen? Dagelijks zat ik
bij jullie in de tempel om onderwijs
te geven en jullie hebben Mij niet ge-
grepen
                     Mattheüs 26:55

Judas gaf Hem simpelweg over aan
de gewapende groep, hij had er 30
zilverstukken voor gekregen. Ze ken-
den Hem tot en met. Het was alleen
een kwestie van overhandigen.

‘De Heer heeft hem verdragen.’

Hij wist vanaf het begin dat Hij Judas
riep dat die Hem overgeven zou. De
Heer heeft hem in liefde verdragen al
die dagen dat hij meeliep. Dat is wat!
Toen het erop aan kwam, toen zij de
maaltijd hielden in de opperzaal, zei
de Heer iets over en tegen Judas, ty-
pe van Juda (de twee stammen):

de Zoon des mensen gaat wel heen
zoals over Hem geschreven is, maar
wee die mens door wie de Zoon des
mensen overgegeven wordt! Het zou
goed voor die mens zijn als hij
niet geboren was
     Mattheüs 26:24

Ook hier lezen we de tekst zoals
het Grieks meestal vertaald wordt.
Morgen kijken we verder.

Woord vandaag

4 april 2018
‘Boeiend weer, Filippenzen.’

We zijn in 2:12,13 bezig geweest, en
dat is de uitwerking van de redding
van God. Het gaat om onze eigen red-
ding, individueel. Onze wil is wel van
belang, maar Gods wil wordt voor ons
meer en meer bepalend. Wat morgen
gebeurt, weten wij niet. De woorden
van God zijn alles geworden in ons le-
ven. We hebben gezien welke invloe-
den de wil van mensen sturen.

‘Geen vrije wil?’

Dat wordt wel duidelijk. Diverse tek-
sten zouden misschien wijzen naar de
keuze die de mens kan maken. Voet-
noten maken wel helder hoe dat zit in
het licht van weer andere Schriftplaat-
sen. Met name Paulus laat het juiste
perspectief zien. Daar krijgen we ant-
woorden. Het is erg fijn wanneer tot je
doordringt hoe in de diepte vanuit God
het te zien is.

‘Je vrede neemt toe.’

Onze spanning zit in het feit, dat wij in
het duister tasten hoe het morgen zal
zijn. Onze wil is zeker niet richting ge-
vend. Gods wil stuurt ons leven en dat
van hen die ons lief zijn. Uiteindelijk van
allen. Niets is een verrassing voor Hem.
Hij overziet het einde vanaf het begin.
Hij zal al Zijn welbehagen doen. Twijfel
daaraan is aan onze kant niet nodig.
God geeft geloof, God geeft de diepe
overtuiging, dat Hij alles zal uitwerken.

Woord vandaag

3 april 2018
‘De verhoogde Heer.’

Aan Hem is gegeven alle macht in de
hemel en op aarde. Nu oefent Hij die
volmachten nog niet uit. Hij heeft wel
veel boodschappers tot Zijn beschik-
king, dat was al zo toen Hij op aarde
wandelde te midden van Zijn volk:

of denk je dat Ik Mijn Vader nu niet
kan bidden, en Hij zal Mij met meer
dan twaalf legioenen boodschappers
bijstaan?
                    Mattheüs 26:53

Ook daarvóór, Hij was in de vorm van
God en had de hoogste positie van de
hele schepping. Myriaden stonden di-
rect voor Hem klaar.

‘Hij was en is de hoogste.’

Nog steeds, de Hebreeënschrijver zegt
dat wij (de gelovigen van Israël) Jezus
zien met eer en heerlijkheid gekroond.
Zo zien wij Hem ook, als ons Hoofd. We
zouden ons aan Hem als Hoofd houden.
Onze verwachting, gebaseerd op de le-
vendmaking van Christus, is alleen nog
heerlijkheid, ons lichaam gelijkvormig
aan Zijn heerlijkheidslichaam.

‘Wat een verwachting!’

In deze tijd geldt voor heel het lichaam
van Christus één verwachting; dat is de
bazuin van God van 1 Thessalonicenzen
4:15-18. Wij verwachten niet de grote
verdrukking, wij zijn niet gesteld tot ver-
ontwaardiging. Wij zijn gesteld om de
redding te ontvangen door onze Heer
Jezus Christus
(1 Thessalonicenzen 5:9-

11). Einde van het beheer van de gena-
de van God (Efeziërs 3:2). Dáár zouden
we naartoe leven.

Woord vandaag

2 april 2018
‘Paulus had Hem laatst gezien.’

We lezen in de eerste Korintebrief:

als laatste van allen werd Hij ook door
mij, als door een ontijdig geborene,
gezien                  1 Corinthiërs 15:8

De apostel zag Hem in Zijn heerlijk-
heid. Eerst verblindend en later nog
enkele keren. Naast alle andere oog-
getuigen die hij naar voren brengt.
We hebben zoveel bewijs niet nodig.
Voor ons als gelovigen is het verslag
van Mattheüs-Marcus-Lucas-Johan-
nes voldoende. Wij geloven dat.

‘Onderbroken geschiedenis.’

Het verslag werd geschreven door de
4, zij werden geleid door heilige geest.
Dat maakt het zo bijzonder. We letten
op wat er wél en wat er niet staat. De
opstanding van Christus is waarheid;
een feit. Dat staat dus los van ons ge-
loof of overtuiging. Ons wordt het me-
degedeeld, en de mensen zullen van-
zelf de uitwerking ervan zien. Zoals de
discipelen eerst niet en later wel aan-
vaardden dat het zo is.

‘In Korinte twijfelaars.’

Paulus wil ze overtuigen door allerlei
ooggetuigen op te voeren. En laat de
gevolgen zien als het theoretisch zo
zou zijn dat Hij niet is opgewekt. Dan
kunnen we wel ophouden met het be-
lijden van ons geloof. Dan zijn we nog
in onze zonden. Et cetera. Het tegen-
deel is waar: Hij is opgewekt en dat
houdt in, dat wij niet langer in onze
zonden zijn, maar verlost, bevrijd, in
genade levend. En we kennen de le-
vende Heer Die Gods rechter(hand) is
en die positie bekleedt.