In de dienst te Maarn is gesproken uit Psalm 119.
Een prachtige Psalm van David.
U kunt hier klikken voor het audio bestand en
hier voor de powerpoint.
Woord vandaag
‘Is de reden dat veel gelovigen weinig bewust zijn van de hemelse
dingen, hun vleselijke instelling?’
Paulus kon in elk geval aan de Corinthiërs weinig kwijt over de ver-
borgenheden, omdat zij ziels waren en hier en daar erg vleselijk.
Zij waren ingesteld op de zichtbare dingen, stoffelijke, materiële
dingen. Deze oude schepping. Paulus wil ze meenemen en geestelijk
opbouwen en met hen de geestelijke dingen delen. Dat zijn de onzicht-
bare dingen. Veel later in Kolossenzen noemt Paulus dat ‘de dingen die
boven zijn, waar Christus is.’
‘Als je dus de beide Korintebrieven leest, komt Paulus niet zo ver met
deze gemeente?’
Paulus kon aan hen de verborgen wijsheid van God, die nu wel onthuld
is, niet bekendmaken. Zij waren nog aan melk toe, en niet aan de vaste
spijs. Dat vaste voedsel is voor volwassenen in het geloof. Zij zijn dege-
nen, die dat kunnen begrijpen. Uiteraard was Paulus zich wel bewust van
het feit, dat God de groei moet geven. Paulus en Apollos begoten met het
woord van God, dat was hun dienstwerk.
‘Uitte hun vleselijkheid zich in de diverse groepen die zich gevormd hadden?’
Jawel. Zij waren verdeeld -in het vlees- en 1 Korinte 12 maakt duidelijk, dat
de eenheid ligt in de geest. In het vlees valt die niet tot stand te brengen.
Alle pogingen in die richting zullen stranden. Dat komt omdat men bij het
zich organiseren altijd besturen en dergelijke moet aanstellen.
En dan gaat het onherroepelijk mis.
‘Dat zie je in de wereld toch ook?’
Zolang het gaat om de gemeenschappelijke activiteit (voetballen, hockey,
volleyballen, handballen, vissen, en noem maar op, is het prima. Zo lang
men maar met de favoriete activiteit bezig is. Maar daarbuiten…..in verga-
deringen, besturen et cetera krijgt men vroeg of laat ruzie en gaat het mis.
Dat gaat overal op, of de groep nu christelijk is of niet. Voor of achter de
schermen rolt men (figuurlijk) vechtend over de vloer. Een beschamende
vertoning.
‘Is het echt zo erg?’
Je ziet het overal gebeuren, kerkenraden, broederraden, besturen, steeds
gaat het mis. Het is net als in de wereld. Terwijl het evangelie van verzoe-
ning en genade door zou werken.
Achter de schermen …. je kunt er beter maar niet kijken. Laten wij om-
hoog kijken, naar Hem, die wérkelijk het hoofd is, en wij de leden.
Wij kunnen bij Hem terecht voor troost, bemoediging en ….. genade!
Opmerkelijk
‘Â ‘Ik ben de Almachtige’, dat betekent: ‘Ik ben de Al-genoegzame’.
Deze uitdrukking ‘Al-genoegzame’ (Hebreeuws: El-Sjaddai), komt
48 keer voor. Alleen in Genesis (6 keer) en Job (31 keer) meer dan
twee keer. Juist bij Job, in al zijn verdrukkingen en lijden, wordt
God hem voorgesteld als de Al-genoegzame. Leert dit ons niet, dat
verdrukkingen en lijden over ons komen, opdat God, in al Zijn
algenoegzaamheid, ten volle gewaardeerd zal worden? En dat wij,
in al onze nood, ons volkomen tot Hem wenden en als Paulus kun-
nen leren dat Zijn genade voor ons genoeg is?’
Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex UR LXIV , blz.25,26
Woord vandaag
‘Dat woord van verzoening wordt ook bestreden.’
Zo langzamerhand ben ik ervan overtuigd, dat zo’n beetje
elk woord van Paulus bestreden wordt, vroeg of laat. Met
genade beginnen is mooi, met genade verdergaan is ook
heel wat, maar tot het einde toe aan genade alleen vast-
houden is bijzonder. Paulus ‘verloor’ ook steeds meer vol-
gelingen, dat was een stuk lijden om Christus in zijn leven.
‘Uit genade alleen leven is lastig, maar je leest er telkens
weer over en het maakt je hart blij.’
Op Hem, de Heer Jezus zien, is van het grootste belang. Laat
ons oog gericht zijn op de Bron van alle hemelse zegeningen in
Christus Jezus: de Vader zelf. Dat is de God van alle genade, en
voor ons zelfs de overstromende rijkdom vanZijn genade!
‘Toch schrijft Paulus in 2 Korinte nog niet over de hemelse dingen.’
Nee, hij kon dat ook niet, want zij waren vaak nogal ziels, en vleselijk.
Daarom kon Paulus aan hen in feite niet zoveel kwijt van de verbor-
genheden. Zij wandelden in de praktijk dus vaak als de oude mens
en dat leverde twisten op, scheuringen, men was verdeeld en de een
luisterde liever naar Petrus of Kefas, of naar Apollos, die konden
vermoedelijk beter spreken dan Paulus.
‘En daarmee braken zij de boodschap van de verlaten apostel af?’
In elk geval had het een verwoestende uitwerking bij nogal wat van die
mensen die zich aangetrokken wisten tot Paulus’ toespraken. Vandaag
is het niet anders. Men wendt zich liever tot de andere apostelen, of tot
de evangeliën, of zelfs tot de Tenach. Op zich is daar niets mis mee, als
daarbij ook de verdieping van Paulus klinkt. Helaas laat men na Paulus
te lezen als men zich ernstig verdiept in de rest van de Schrift.
‘En dat is ook een vorm van verlaten van Paulus?’
In feite wel, ja. Als je hevig de rest van de Schrift leest en misschien
zelfs bestudeert, maar deze apostel consequent links laat liggen, dan
ontbreekt het je aan de diepte die God achter de rest van de Schriften
laat zien. Want daarvoor heeft Hij Paulus benut. Die schreef over de
diepste geheimenissen (verborgenheden) in Gods plan!
Woord vandaag
‘Paulus sprak over verborgenheden. Maar hij was toch ook de apostel
van de liefde van God?’
Zeker weten. Als geen ander heeft hij -onvermoeibaar- de liefde van
God gesproken. Hij werd gedrongen, gedreven, door de liefde van
Christus. Hij had erkend, zo had God hem overtuigd, dat Eén voor
allen stierf, en dat dus allen gestorven zijn! Dat schrijft de apostel in
het machtige vijfde hoofdstuk van zijn tweede Korintebrief.
‘Toch wel bijzonder wat hij daar bekendmaakte.’
Niet alleen, dat allen gestorven zijn en dus voor God dood zijn. Dan is
het andersom ook zo, dat allen geen verbinding met God hebben, en
voor hun ervaring is God er dan niet. Men verklaart het dan zo, en zelfs
sommige theologen deden dat in de voorbije eeuw, dat God gestorven
zou zijn. Wat uiteraard niet het geval is, want Hij is de levende God.
‘Daarom heb je vandaag de dag nogal wat atheïsten en agnosten, of zij
zeggen dat er geen God is of dat je God niet kunt kennen.’
Het is andersom. Zij zijn zelf gestorven en daarom hebben zij geen gesprek
met God. Sinds Christus stierf en opstond uit de dood, is de hele situatie
enorm veranderd. In het het christelijke en geestelijke denken houdt men
nagenoeg geen rekening met de diepgaande consequenties van het kruis
van onze Heer Jezus Christus. Men redeneert vaak zonder deze gigantische
omwenteling in acht te nemen.
‘Dat heeft ook met de verborgenheden te maken?’
Jawel. Alleen al wat Paulus zegt in 2 Korintiërs 5, is van het allergrootste
belang in dit kader. Degenen die leven, zijn zij, die tot geloof gekomen zijn.
God was in Christus de wereld met zichzelf verzoenende, hun hun krenkin-
gen niet aanrekenend. De gelovigen beseffen dat alles volbracht is en dat zij
echt niets kunnen doen om hun redding te bewerken. het is puur genade!