Woord vandaag

11 december 2016
‘Voorbeeld Paulus.’

Het vrome vlees is een van de lastigste
hindernissen voor een gelovige. Vlees
heeft veel kanten, in Galaten 5:19-21
is het nodige genoemd. Die reeks is in-
compleet. Mogelijk bedoelde de heilige
geest de duidelijkste werken aan te wij-
zen. Nuttig om te onderkennen voor de
gelovige.

‘De wet houden kan niet?’

Het lijkt goed om het te proberen. Nu is
de wet op zichzelf als woord van God:
heilig, en het gebod is heilig, rechtvaardig
en goed. De wet is geestelijk.
Zegt Romei
nen 7:12-14. We lezen daar:

want wij weten, dat de wet geestelijk is,
maar ik ben vleselijk, verkocht onder de
zonde

Dat woord verkocht is niet wat het feite-
lijk is volgens het Grieks. Het gaat meer
om weggooien, ergens vanaf zijn, mak-
ke
lijk van de hand doen.

‘Dus als een nutteloze slaaf.’

Ja en zodra je weer vanuit dat vlees wil
werken, bezig zijn, geldt dat. Ook
voor
de gelovige die de wet wil gaan
houden.
De lijnen die de gelovige zou
onthouden
als om het vlees gaat, zijn:

wat uit het vlees voortgebracht is, is
vlees; wat uit de geest voortgebracht
is, is geest
                                 Johannes 3:6

de geest is dat wat levendmaakt, het
vlees heeft geen nut
                                 Johannes 6:63

En we vinden meer van die tegenstelling-
en in de Schrift. Morgen meer.

Woord vandaag

10 december 2016
‘God heeft alles in Zijn hand.’

Ook de gang die Saulus maakte vanaf zijn ge-
boorte en opvoeding, zoals hij getuigt:

maar toen God Die mij afzonderde vanaf de
schoot van mijn moeder en riep, door Zijn ge-
nade, het goed achtte Zijn Zoon in mij te ont-
hullen, opdat ik Hem als evangelie verkondig
onder de natiën…..
                                  Galaten 1:15-17a

God had hem op het oog vóór zijn geboorte
en zo was Saulus voorbestemd. Om later 

verkondiger van Gods genade te zijn.

‘Ik vind het prachtverzen.’

God wordt groot gemaakt door het werk dat
Hij doet in het
leven van Saulus. In de verzen
zijn 
vier facetten van Gods genade zichtbaar:

God
1. zonderde Saulus vóór geboorte af;
2. riep hem;
3. onthulde Zijn Zoon in hem;
4. gaf hem kracht de Zoon te prediken

Dit betekende een einde van een leven onder
de wet voor deze begenadigde.

‘En afbraak van zijn vlees.’

Saulus kwam, nadat hij door Christus geroe-
pen werd, in een
proces. Daarin moest hij le-
ren, dat het
ego, het oude ik, het vlees onder
zonde, er
niet toe doet. Voor God.
Het con
trast vlees/geest is leerschool voor el-
ke gelovige. Vroom vlees probeert
de wet te
houden: dat is de grote ‘val
kuil’ voor de gelovi-
ge mens. Velen trap
pen erin.
Dan geldt Romeinen 8:8:

zij die in het vlees zijn kunnen God niet
behagen/welgevallig zijn

Niettemin is God genadig en helpt je door zo’n
periode heen. Om iets te leren. Net als Paulus.

Woord vandaag

9 december 2016
‘Het veranderen gaat soms snel.’

De mens wordt geboren, en is vanaf dat
moment op zichzelf gericht. Opvoeding
kan ervoor zorgen, dat iemand met aan-
geleerd gedrag die vleselijkheid kan ver-
bloemen. Maar ook je achter een masker
verstoppen gaat vroeg of laat een (groot)
probleem opleveren.

‘God kan ingrijpen.’

Wanneer Hij dat doet, gaat alles verande-
ren. Hét voorbeeld bij uitstek is Saulus.
Ook hij was opgegroeid bij de enige gods-
dienst die God aan de mens in het vlees
gaf. In de loop van de tijd waren tradities
belangrijker geworden dan het woord van
God zelf. In zijn proberen God te behagen
diende hij met grote ijver de tradities van
de vaderen.

‘Dat was dus vleselijk.’

Het leek allemaal heel mooi en goed vol-
gens de wet geleefd. En hij stelt later vast:

zij die in het vlees zijn kunnen God niet
behagen/welgevallig zijn
   

                                         Romeinen 8:8

Zijn voorbeeldige leven onder de wet was
niet door de geest geleefd. Op momenten
dat hij niet zondigde hoewel er wel kansen
waren, werd dat toch door God in hem ge-
werkt. Hij werd bewaard door God.

Woord vandaag

8 december 2016
‘We zijn mensen, maar gered.’

De geest die in ons woont, is van God.
Dat is anders dan de menselijke. Le-
vensadem is door God gegeven, de
geest van de mens wordt gevormd.
Daarnaast is daar die vleselijke kant
van de mens. Daaruit komt van alles
naar voren. De schrikbarende werken
van Galaten 5:19-21.

‘Vrucht van God als tegenstelling.’

De geest van God, waarvan de vrucht
liefde, vreugde, vrede, geduld, geloof
en al die andere kwaliteiten is. Die zou
de gelovige kenmerken. Wat beslissend
werkt: het woord van genade, dat rijk in
de brieven Romeinen-Filemon klinkt.
Veronachtzaam je dat, dan kan het ook
niet werken in je. Het gaat om horen.

‘Dat zie je ook in Galaten 3.’

De principes zie je in de vraag terugko-
men die indringend klinkt:

ontvingen jullie de geest uit werken van
de wet of uit het horen van het geloof?
                                      Galaten 3:3,5

De Galaten waren goed begonnen: zij
hoorden het evangelie van de genade
van Christus
(Galaten 1:6,7) en geloof-
den
. Dat was het werk van de geest van
God
in en te midden van hen.

‘Het veranderde snel.’

Later waren anderen binnengeslopen,
die vreemde elementen (zuurdesem) in-
brachten. Het effect was te merken: de
Galaten gingen met hun vlees werken
doen en dat was uiting van een veran-
derde houding.
Men verliet het evangelie van genade:

zijn jullie zo onbezonnen? beginnend in
geest, worden jullie nu voltooid in vlees?
                                        Galaten 3:3

En zo gaat het vaak, verdrietig genoeg,
bij gelovigen. Ze beginnen enthousiast,
blij met de genade. En worden door an-
deren met vleselijke gezindheid (Romei-
nen 8:5-8) op ander spoor gebracht.

Woord vandaag

7 december 2016
‘We zijn gezegend.’

Uitgekozen, om voor de ander tot
zegen te kunnen zijn. Dat geldt ook
voor Israël. Zij zijn voor de andere
volkeren bedoeld. Tot zegen. Het
lichaam van Christus is gezalfd tot
een bijzondere roeping. Nu al voor
de ander tot zegen te zijn, én voor
de hemelse machten, later.

‘We zijn daartoe gezegend.’

Ja, wel rijk, dat zijn we. In Christus,
in die Gezalfde, gezegend met iede-
re geestelijke zegen te midden van
de hemelingen. Alles wat we nodig
hebben, dat is in Hem ons geschon-
ken. De overstijgende rijkdom van
Gods genade zien we daarin zo dui-
delijk. Gratis ontvangen van Hem.

‘Wat wil een mens nog meer?’

In feite is dat alles. Meer is niet no-
dig. Wat mensen meer willen ligt
op een ander vlak en kan daarom
geestelijk gezien niet meer zijn. In
kerk en kring is men nogal eens be-
zig met iets anders dan de gezind-
heid van Christus. Het gaat dan om
macht, willen heersen, zoals de Ko-
rintiërs bezig waren. Zo menselijk.