27 november 2016
‘Onze toekomst is zeker.’
Want in Gods hand. We zijn helemaal,
te allen tijde, vast geborgen in Hem.
Hij heeft ons in Christus geplaatst, en
dat gebeurde door de doop in die ene
geest van God. Romeinen 6 zegt dat:
Of weten jullie niet, dat wie gedoopt
zijn naarbinnen Christus Jezus, gedoopt
zijn naarbinnen Zijn dood?
‘Wacht even, dat is geen waterdoop?’
Water wordt niet genoemd. De eerste
brief aan de Corinthiërs (12:13) zegt:
want in één geest ook zijn wij allen ge-
doopt naarbinnen één lichaam, hetzij
Joden of Grieken, hetzij slaven of vrijen,
en allen zijn wij met één geest gedrenkt
Wij zijn door die ene geest gedoopt, en
dan naarbinnen Christus Jezus. Als re-
sultaat daarvan weet de gelovige zich
altijd in Christus. Zo ziet God, de Vader,
ons altijd. Wat ook gebeurt, wij zijn in
Christus. Wat een rijkdom is dat.
‘Ik dank God daarvoor.’
Dat is altijd de houding van ons: dank-
baarheid door de genade in ons hart.
Het is bijzonder, dat wij zo’n positie in
Christus hebben. Daar is niets van ons-
zelf bij. Alles komt van onze hemelse
Vader, die ons liefheeft. Zo dicht bij
Zijn hart gekomen. Wat een voorrecht
hebben wij ontvangen. Door Hem aan
de top van alles gekomen, geestelijk
gezien.