Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

4 juli 2017
‘We zijn gezegend met Zijn woord.’

In Gods genade zijn we de apostel voor
deze tijd, Paulus, gaan volgen. Die kon
van zichzelf – door genade – zeggen:

daartoe ben ik aangesteld als prediker
en apostel (ik spreek waarheid in Chris-
tus, ik lieg niet) als leraar van de natiën
in geloof en waarheid

Opnieuw twee keer waarheid in deze
tekst, 1 Timotheüs 2:7.

‘Paulus verkondigt de waarheid.’

Dat is het. Daarom wordt hij verguisd.
Velen vinden het maar raar, of zelfs
aanmatigend wanneer je zoiets zegt.
Paulus geeft de waarheid van God aan
in zijn brieven. Dát is het woord om te
horen in deze tijd. Niets minder dan
de waarheid van God.

‘Machtig evangelie.’

Zo duidelijk als Paulus het kon verkon-
digen, zó hoor je het bij andere aposte-
len niet. Met Paulus begon de roeping
het lichaam van Christus, de gemeente.
Deze wordt ook woonplaats of huis van
God genoemd, in 1 Timotheüs 3:15, en:

zuil en vastheid van de waarheid.

3 juli 2017
‘Goed, te zien wat waar is.’

Gisteren keken we naar de waarheid
zoals die in 1 Timotheüs 2 genoemd
wordt. Vraag je je misschien af, wat
dat inhoudt, 1 Timotheüs 1:11 zegt:

het evangelie van de heerlijkheid van
de gelukkige God

Dat evangelie is de waarheid. Dat zou
in deze tijd overal klinken.

‘Dat hoor je niet overal.’

Niet, dat God Redder van álle mensen
is. Dat is wel zo, en is gebaseerd op
Zijn liefde, concreet te zien in vers 15:

dit is betrouwbaar woord en alle ver-
welkoming waard, dat Christus Jezus
in de wereld kwam om zondaren te
redden

De basis van alle redding is Gods lief-
de, die zichtbaar werd in het geven van
Zijn geliefde Zoon, voor allen.

‘Dat is heerlijk: voor allen.’

Geen voorwaarden aan verbonden.
Zonder uitzondering zijn alle mensen
gered in het kostbare bloed van Chris-
tus. Zijn werk houdt rechtvaardiging
voor allen in:

Dus, zoals dan door één krenking voor
alle mensen veroordeling is,
zo is er dus ook door één rechtvaardig-
heid voor alle mensen rechtvaardiging
tot leven
                                     Romeinen 5:18

Daarom geeft de apostel aan Timotheüs
deze waarheid door:

want er is één God, en één Middelaar
tussen God en mensen, een Mens Chris-
tus Jezus, Die Zichzelf geeft als overeen-
komstig losgeld voor allen
                                 1 Timotheüs 2:5,6

2 juli 2017
‘Fijn, dat de waarheid nu zo is.’

Wanneer we de ernstige brieven aan Ti-
motheüs lezen, valt iets op. Dat Paulus
onder meer de nadruk op waarheid legt.
We lazen enkele dagen geleden: 2 men-
sen van wie het geloof schipbreuk heeft
geleden. Daarmee raakten zij de waar-
heid kwijt.

‘Je hoort dat men het geloof verliest.’

Als je erover leest, blijkt dat ze de waar-
heid zoeken. Tradities blijken onbevredi-
gend. Men gooit soms met het badwater
(tradities) ook het kind (Gods woord) weg.
Dan heb je niets meer. Het punt is, dat ze
door tradities de waarheid niet kunnen
zien. Die werken zoals mist in de natuur.

‘Wat zeggen de Timotheüsbrieven?’

De eerste vindplaats van het woord voor
waarheid, aletheia, is 1 Timotheüs 2:4 :

want dit is uitstekend voor onze Redder,
God, Die wil dat alle mensen gered en
tot erkenning van de waarheid komen

Is de wil van de mens sterker dan die van
God? De vraag stellen is antwoord geven.
Gods wil is bepalend. Wat God wil, (en
God is liefde) zal gebeuren, vroeg of laat!

1 juli 2017
‘Geweldig, die genade van God.’

Het is de waarheid die vandaag zou klin-
ken. Het is niet alleen in genade gered,
maar óók: in genade leven, met elkaar.
Zonde en wet zitten niet op de troon;

genade regeert, genade zit op de troon.

Paulus betuigt dat in Romeinen 5:20,21.

‘Men wil dit toch vaak niet.’

Dat is de werking van een andere geest.
De tegenstander werkt wel met de wet.
Het spreekt mensen aan in hun vlees, ze
kunnen onder de wet iets presteren. Ze
kunnen het aan de wet houden inbreng-
en als eigen verdienste.

‘Daar haalt genade een streep door.’

Daarom staat het paulinische evangelie
altijd onder druk. Men wil de genade niet
wanneer het vlees teveel invloed heeft.
Ook de geestelijke machten willen niet,
dat de mens vrij wordt door de genade.
Want als een mens daardoor gegrepen
wordt, komt alle eer alleen aan God toe.

30 juni 2017
‘Heerlijk, die vrijheid in genade.’

We geloven, dat Gods genade het be-
langrijkst is in het paulinische evangelie.
Een van de kenmerken van de brieven is
dat zij vrijwel zonder uitzondering star-
ten met:

genade en vrede voor jullie, van God, on-
ze Vader, en van de Heer Jezus Christus

‘Genade staat als eerste genoemd.’

Daarmee duidt de heilige geest op het
fundamentele feit, dat Gods genade de
mens verandert en bekrachtigt. Aan de
andere kant brengt de wet geen positie-
ve verandering in en aan de mens. On-
der de wet leert de mens de eigen te-
kortkomingen beter en dieper kennen.

‘Het gaat niet beter onder de wet.’

De wet brengt slavernij en gebonden-
heid, de genade vrijheid en verlossing:

ik, ellendig mens, wat zal mij bergen uit
het lichaam van deze dood?

Genade!

Ik dank God, door Jezus Christus,
onze Heer               Romeinen 7:24,25

Wat een bevrijding bracht Gods genade
in het leven van deze Saulus van Tarsus.
Wat een verlossing geeft Gods genade
in uw, jouw en mijn leven!