‘Ik ben heel erg benieuwd wie nu eigenlijk ‘de duivel en zijn engelen’
zijn uit vers 41!
In feite is het minder moeilijk dan het lijkt. Vanuit de traditie wordt dit
altijd gezien als de satan met zijn engelen. Omdat er ook over ‘eeuwig
vuur’ wordt gesproken, denkt men onmiddellijk aan de poel van vuur
in Openbaring 20-22. Daartoe is echter gezien het tekstverband van
Mattheüs 25:31-46 niet zoveel aanleiding.
‘Huh? Het gaat dus niet over de tegenstander, de oude slang, de satan?’
Gelet op het tekstverband zou je heel goed aan een specifiek volk kun-
nen denken, dat als dé tegenwerker van Gods volk gekenmerkt kan wor-
den. Zo’n volk kan ok allerlei boodschappers erop uit sturen om het anti-
semitisme aan te wakkeren en andere volkeren op te zetten tegen Israël.
Dat volk -als grote tegenstander van Israël- zal dan in de komende eon
(en misschien wel eonen) afgesneden zijn van de zegeningen die Israël
en de schapenvolkeren wel genieten. Die insnoeiing is dan eonisch vuur,
en dan vuur gezien als een zuiverende weg, een louteringsweg.
‘Nou, dit heb ik nog nooit eerder gehoord. Maar de satan komt toch in de
poel van vuur?’
Ja, en daar zullen alleen hij, de valse profeet en het beest gepijnigd wor-
den, aangezien het om geestelijke machten gaat. Mensen gaan onmidde-
lijk dood in de poel van vuur. Deze drie niet. Het zijn geesten, en die ster-
ven niet in vuur. Zij sterven sowieso niet, zij worden gepijnigd.
Er wordt nergens bij de poel van vuur gezegd, dat er hele volkeren in
worden geworpen. Wel individuele mensen, en voor hen is het dan de
tweede dood.
‘Nou hier ga ik eens goed over nadenken, het zet mijn denken over deze
dingen wel op zijn kop!’
Dat zal best nog vaker gebeuren als je je verdiept in Zijn woord. Dan
blijken de dingen anders te zijn dan je of men denkt. Maar we gaan
morgen verder, met iets dat de gemoederen vaak bezig houdt, heeft
gehouden en nog zal houden.
‘Ja, nu wil ik weten, wat dat onderwerp is!’
Even geduld nog, morgen gaan we daarmee beginnen!