Woord vandaag

‘God is de Spreker in de Bijbel. Hij zegt veel over Zijn Zoon, toch?’

Ja, Zijn Zoon is ook het Woord dat vlees geworden is. Vandaar, dat
als het in Zijn woord ergens over gaat, altijd op een of andere ma-
nier Zijn  Zoon naar voren komt. Zeer zeker in de talloze typen en
beelden van de geschiedenissen en profetieën van de Tenach (OT).

‘Machtig onderwerp, wanneer gaan we daarover verder praten?’

Je zou al in Genesis 1 kunnen starten. Daar staan de geweldige begin-
woorden van de Schrift:

In begin schiep God de hemelen en de aarde.

Wonderlijk, 28 letters (4×7), die God in die volgorde zette. Paulus zegt
dan veel later:

Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de
schepping. Want in Hem is het al geschapen, wat in de hemelen en wat
op de aarde is,  het zichtbare en het onzichtbare, hetzij tronen, hetzij
heerschappijen, hetzij soevereiniteiten of gevolmachtigden;  het al is
door Hem en tot Hem geschapen.
Kolossenzen 1:15-17 CV

Hier lezen wij, dat in en door en tot (naarbinnen in) de Zoon van Gods
liefde álles geschapen is! Dat is toch wel een fantastisch gedeelte. God
laat door Paulus zien, dat het zo zit. Maar we zouden niet missen, wat
hij eerst zegt van de Zoon:

Hij is het beeld van de onzichtbare God

Hij is niet alleen het Woord, maar ook het beeld van de onzichtbare God!
Als God zich uitdrukt in beeld en geluid, is dat in en door Christus Jezus,
de Zoon van Zijn liefde.

‘Machtig, je raakt in verwondering, als je dit gelooft en goed tot je door laat
dringen. Wat is het dán wonderlijk dat Hij mens werd!’

Daar gaan we later nog over praten met elkaar. Laten we dit deze dag eens
overwegen in ons hart. Tegen Gods volk werd gezegd, dat zij zich geen ge-
sneden beeld mochten maken van God. Dat was omdat God zelf allang in
een beeld van zichzelf had voorzien: de Zoon van Zijn liefde.




Woord vandaag

‘Mooi getuigenis gisteren van die oude, wijze broeder.’

Het is fijn zoiets te horen. God en Zijn woord centraal in je leven.
Geen theologische leerstellingen belangrijk. Alleen dat Woord zelf.
Dat bleek ook zo in het leven van de Heer Jezus zelf. Hij bad Zijn Vader:

Heilig hen in Uw waarheid;  Uw woord is de waarheid.(Johannes 17:17)

Hij sprak alleen wat Hij van de Vader hoorde. De theologische leerstelling-
en van de farizeeën en sadduceeën noemde Hij bij gelegenheid ‘zuurdesem’
en dat is bepaald geen positieve opmerking.

‘Ja, Hij nam geen blad voor de mond als het om die groepen theologen ging.’

Tegenwoordig kun je dat eigenlijk niet maken, ‘omwille van de liefde‘. Men
wil ‘elkaar niet verketteren‘ en men wil ‘eenheid‘, ‘samen op weg‘ en ‘met
elkaar in gesprek zijn
‘ en meer van dat soort uitspraken.
Maar als het ten koste van de waarheid van Gods woord gaat en je daarom
eigenlijk geen duidelijke bijbelse uitspraken meer mag doen kun je je af
gaan vragen om welk soort liefde en eenheid het dan eigenlijk gaat.


‘Als dat de waarheid kennelijk onderdrukt, dan vraag ik me af of het niet
eerder ongerechtigheid is.’

En dat is wat Paulus (voor velen een lastpost) ook in Romeinen 1 zegt.

‘Want verontwaardiging van God wordt geopenbaard van de hemel
over alle oneerbiedigheid en ongerechtigheid van de mensen, die de
waarheid in ongerechtigheid (er) onder houden

Deze wat aangepaste vertaling van Romeinen 1:18 zegt genoeg.
Als je om ‘de liefde’ geen ‘gevoelige’ dingen meer kan zeggen, ben je ge-
woon bezig met ongerechtigheid. In bovenstaand vers wordt niet toe-
vallig twee keer over ongerechtigheid gesproken. En als het gaat om ‘de
waarheid’, is het nog altijd God zelf, en die is dé Spreker bij uitstek!

Woord vandaag – Bent u ook biblicist?

André Piet berichtte op www.goedbericht.nl 19 mei over de taalverloedering die
evangelischen (leiders) bezigen als het gaat om hen, die God geloven. Op de site
van bijbels denken (www.bijbelsdenken.nl) staat een getuigenis van een (oude)
broeder:

“Tegenover de leer van de RK Kerk houd ik de algenoegzaamheid (unicitas) van
de Schrift staande. Daarom wil ik niets buiten de Schrift als gezagvol aanvaar-
den. Een voorbeeld: Veel kerkleiders eisen dat je de Schrift het predikaat
‘onfeilbaar’ toekent. Ik weiger dat te doen. Niet omdat ik de Schrift als feilbaar
beschouw, maar gewoon omdat de Schrift dat niet van zichzelf zegt. In de Bijbel
vraagt God dat wij ons onvoorwaardelijk aan Hem toevertrouwen en ons blind
overgeven aan alles wat Hij daarin zegt. Dat doe ik dan ook en dat is mij genoeg.

Ben ik fout, omdat ik mij enkel wil houden aan wat de Schrift zegt? Volgens
theologen wel. En ze hebben ook al een scheldwoord uitgevonden waarmee ze
hen die het
Sola Scriptura (“Alléén de Schrift”, red.) onverbiddelijk en onvoor-
waardelijk willen handhaven, menen te kunnen uitschakelen. Ze noemen hen
die belijden
dat ze echt aan de Schrift genoeg hebben, biblicisten. Zij menen dat
ze ons daarmee kunnen beschimpen als kinderlijke napraters van enkel wat de
Bijbel leert.
Wij beschouwen dat als een eretitel. Laat ze gerust op ons neerzien omdat wij
helemaal genoeg hebben aan het Woord van God en omdat wij geen behoefte
hebben aan geleerde theologische poespas. Tegenover de heerlijke en lieflijke
Woorden van God vallen alle woorden van mensen in het niet”.

Woord vandaag

‘Laatst haalde jij die uitspraak van Johan Companjen van Open Doors
aan. Dat is nogal wat, wat hij zegt.’

Veel christenen leven religieus. Ze groeien op binnen een verband van
een (kerkelijke/evangelische) gemeente en zeggen ‘ja’ tegen de belijde-
nis van de kerk of hun gemeente door middel van het belijdenis doen
of het zich laten dopen of besprenkelen. Maar echt geloof? Leven op en
uit het Woord?

‘Hij vergeleek het met gelovigen die vervolgd worden om hun geloof.
Die leven op het Woord.’

De belangstelling voor het woord van God holt naar mijn mening achter-
uit in Nederland. En als men al wel gezamenlijk leest in dat woord, vecht
men elkaar de tent uit omdat men bijvoorbeeld Genesis 1 anders interpre-
teert, je kan die tenslotte wel op 20 manieren lezen, of zo.  Dat zei een hoog-
geleerde evangelische voorman nog niet zo heel lang geleden.

‘De slang slaagt erin, door deze dingen de gelovigen uit elkaar te spelen.’

Een mens kan niet alleen bij brood leven. Te vrezen valt, dat veel christe-
nen/gelovigen wel bij brood en spelen leven, maar dat zij buiten een
dienst op zondag het door de week erg druk hebben met van alles en nog
wat. Alles erg nodig natuurlijk, maar ja, de bijbel blijft dicht. Potdicht.

‘Is dat niet wat erg somber gesteld, allemaal?’

Het is droevig gesteld met de kennis met het hart van Gods woord. Vaak is
de betreffende belijdenis belangrijker dan het woord van God zelf.
De profeet Hosea zei zelf, dat het volk ten onder gaat door gebrek aan kennis.
En dat geldt vandaag net zo hard voor de christenen/gelovigen. Dan missen
ze zoveel. Die rijkdom, leven, genade in het hart te hebben. Dat kan, maar
niet buiten het Woord om!

Woord vandaag

‘Goed dat we even naar de verschillende tijden van handelen van God
hebben gekeken.’

Je ziet met die verschillen, dat ook onder de Thora van Mozes, er genade
was en dat geloof een belangrijk gegeven was, ook toen. Eigenlijk is dat
altijd zo geweest. Geloof speelde bij Adam, Noach, Abraham, Izaak, Jakob
een grote rol. Maar toen de Thora kwam, 430 jaar na Abraham, ging het
nog steeds om geloof. Leg Hebreeën 11 maar open en je leest dat terug.

‘In Romeinen 5:20 staat, dat de Thora er bij ingekomen was opdat de over-
treding zou toenemen.’

Door de Thora is de erkenning van zonde (Romeinen 3:20), en door de
werken van de Thora wordt geen vlees gerechtvaardigd voor God.
Het ging nog steeds om geloof. Het gebod dat gekomen was, zorgde er-
voor dat de zonde bovenmate zondaar zou worden (Romeinen 7:13).
Volgens het principe van geloof spelen deze werken een ondergeschikte
rol. God verklaarde de gelovige Abraham immers ook rechtvaardig!

‘Het gaat om geloof al die tijd, ook bij Israël onder de Thora?’

De Thora was ook gegeven bij de verbondssluiting. Daar ging Jahweh een
huwelijk aan met Zijn volk Israël. Dat werd een ongelukkig huwelijk, om
het zo maar te zeggen en later gaf Jahweh aan het volk een scheidbrief.
Het oude verbond was gebroken omdat het volk niet deed wat de Thora zei.
Niettemin ging het steeds om geloof, zoals de profeet Habakuk aangeeft:
‘de rechtvaardige zal door zijn geloof leven’ (2:4). Daar grijpt Paulus op
terug in Romeinen 1:16,17 en Galaten 3:11.

‘Dus geen gedoe maar geloof?’

Dat is wat Paulus ook zegt in Galaten 3:12 :

Maar voor de wet is het niet: uit geloof, maar:
De mens die deze dingen doet, zal daardoor leven.

En zo blijft het. In zijn uitzonderlijke Efezebrief schrijft de apostel:

Want in genade zijn jullie geredden, door geloof, en dit niet uit jullie
zelf; het is Gods naderingsgave, niet uit werken, opdat niemand zich
beroemen zal.