Woord vandaag

‘Prachtig he, dat goede nieuws aangaande God en Zijn Zoon.’

Als je bij God en Zijn Zoon stilstaat, en waarom zou je dat niet elke dag
doen, dan heb je al evangelie. Een God, die in staat is, alle vijandschap
en alle zonde(n) teniet te doen, is werkelijk algenoegzaam (Genesis 17:1)
en werkelijk liefde. Zijn liefde is sterker dan de dood. Dat bleek toen Hij
Zijn geliefde Zoon uit de dood opwekte.

‘Geweldig, ga door.’

Toen was in feite de garantie afgegeven, dat de hele oogst zou gaan komen.
Hij was de Eersteling, die uit de doden werd opgewekt. Daarna gaat heel de
mensheid komen, want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in
Christus allen levendgemaakt worden. Dat schrijft Paulus in 1 Corinthiërs
15:22 en dat is niet mis. Het gaat hier namelijk niet om allen, die in Adam
zijn en allen, die (nu) in Christus zijn, maar om -zonder uitzondering- alle
mensen, die uit Adam voortgekomen zijn!

‘Fantastisch, dat betekent, dat allen zullen leven en dat ik mijn ongelovige
familieleden en vrienden weer zal terugzien?’

Jawel, daar is geen enkele verhindering voor. Waarom niet? Omdat God het
gezegd heeft. Als belofte. En dan gaat het ook gebeuren. Wanneer? Weten we
niet exact, maar het zal zo zijn, dat alle vijanden (inclusief de tweede dood)
buiten werking gesteld zijn (1 Corinthiërs 15:26). Dan zal léven het laatste
woord, nee, Gód het laatste woord hebben en dat is per defintie léven, on-
sterfelijkheid, onverderfelijkheid, eindeloos leven.

‘Machtig, wat een uitzicht!’

Dit uitzicht, zo precies geformuleerd in heldere woorden van de Schrift, is
uniek. Alleen bij Paulus verkrijgbaar. Uitsluitend via de dood en opstanding
van Christus, die de naam Jezus werkelijk gestalte heeft gegeven en geeft,
want in Zijn Naam zal werkelijk alle knie buigen in onderschikking en dan
zal God zijn alles in allen!

Woord vandaag

‘Weet je wat ik het mooiste van het evangelie vind?’

Dat het geen eigen werken eist, dat het genade is?

‘Ja, maar daar boven uit, dat het God verheerlijkt, en Zijn Zoon.’

Nou en of, helemaal mee eens. Het evangelie, zoals Paulus dat in
Romeinen brengt, is absoluut tot eer van God. Het is evangelie van
God, aangaande Zijn Zoon, Jezus Christus, onze Heer. God wekte
Zijn Zoon op uit de dood en van tussen de doden uit. Dát is tot eer
van God. Daar kwam geen mensenhand aan te pas!

‘Er kwamen wel mensenhanden aan te pas om Hem te kruisigen en
te begraven.’

Daaruit bleek de haat en zonde van de mens. Maar niemand was ver-
volgens in staat, om Hem uit de doden op te wekken. Dat kon God zelf
alleen. Mensen konden dat nooit ofte nimmer doen. De tegenwerker
dacht het allemaal dik voor mekaar te hebben. De overpriesters en
schriftgeleerden van de Joden waren eindelijk van Hem af.

‘Geweldig he, dat God Hem opwekte, door Zijn kracht alleen.’

Elke dag vieren wij in feite de opstanding van Christus en merken wij
-hopelijk-  de kracht van Zijn opstanding in ons leven. Na Hem werden
velen in geestelijk opzicht opgewekt uit de doden, zo ook wij. Wij zijn
het die leven, opdat wij niet langer voor onszelf maar door Hem leven.
De rest is nog dood, gestorven, 2 Corinthiërs 5:14-16.

‘Daar kun je ook aan zien, dat wij leven door Zijn genade.’

Ja, Hij wekte ons op, en daar kwam weer geen mensenhand aan te pas.
Hij deed dat, niet omdat wij zo geweldig bezig waren, maar uit liefde en
Zijn genade. Paulus werd erdoor overweldigd (1 Timotheüs 1:14).
Het is een kwestie van geloof (Romeinen 4:15,16), geen werken vereist,
want dat zou onmiddellijk de eer bij God wegnemen en bij de mens
neerleggen. God garandeert álles! Dát is tot Zijn eer!

Woord vandaag

‘Heb jij nog wat gehoord over dat verhaal in Birma met die blinden?’

O je bedoelt dat met die blinden die zouden zijn genezen? Ja, dat heb
ik gehoord en gelezen. Zoals al eerder werd gemeld, zou het niet waar
zijn. En nu is na zorgvuldig onderzoek gebleken, dat het niet waar was.
Zoals we uit de Schriften weten, is het nu nog niet de tijd, dat het konin-
krijk van God of van de hemelen op aarde gestalte krijgt in tekenen en
wonderen.

‘De Heer Jezus deed wel tekenen en wonderen.’

Jawel, dat hield verband met de komst van het koninkrijk van de heme-
len op aarde. Zoals bekend, dat ging niet door, Israël kruisigde haar Koning
en dat door toedoen van de handen van heidenen. In Handelingen gebeurt
ongeveer hetzelfde, alleen ligt het daar iets ingewikkelder, omdat ook de
apostel Paulus werd geroepen om het lichaam van Christus te gaan uitroe-
pen. Dat zorgt voor veel geestelijke verwarring, omdat men e.e.a. anders
wil zien.

‘De verwarring daarover lijkt wel eindeloos. Er komt nooit een einde aan.’

Jawel, als de bazuin gaat, gaat het lichaam van Christus weg. Daarna gaat de
70e week van Daniël 9:24-27 lopen en gaat God met het volk Israël verder
om het koninkrijk van de hemelen op aarde te vestigen naar Daniël 2:44.
Dit zou voor de gelovige gesneden koek moeten zijn, maar is het niet.
Helaas!

‘Ja, hoe komt dat toch?’

Andere visie op Israël, verontachtzaming van de profetiën, alles op zichzelf
toepassen, vervangingstheologie, het komt steeds neer op het verwarren van
de lijnen Israël en de gemeente. Het is zo eenvoudig: Israëls bediening als
koningen en priesters ligt op aarde voor de volkeren en de bediening van het
lichaam van Christus is boven, te midden van de hemelingen voor alle gees-
telijke machten en krachten. Vandaar dat na de bazuin het niet zo heel lang
duurt of de tegenwerker wordt op aarde gegooid. Wij in de hemelen, hij moet
eruit! En hij zal dan tekeer gaan als een brullende leeuw, zoekend wie hij zal
verslinden, zegt Petrus. Het oordeel begint dan bij het huis van God, Israël!

‘Maar: de Heer zal Zijn volk toch uitredden?’

Uiteraard. Zijn beloften aan hen zijn onberouwelijk, Hij komt er niet op terug,
nee Hij zal ál Zijn beloften vervullen! Ook die aan ons. Heerlijk toch!

Woord vandaag

‘Dat is wel waar, wat gisteren naar voren kwam. Als je Israël niet erkent naar
de plaats die God dat volk geeft, loop je vast.’

Je moet wel vreemde kronkels in je leringen aanbrengen wil je de plaats die
dat volk heeft, wegredeneren zoals de kerk dat heeft gedaan. Men heeft zich
in de plaats van Israël gesteld. Dit gebeurt veel subtieler in evangelische
kringen waar men wel oog heeft voor Israël, maar tegelijkertijd belijdt, dat
men zelf wel de bruid is. Men zegt dan met droge ogen, dat men het lichaam
van Christus is, én de bruid.

‘Vreemd, heel vreemd, want als je zegt met Paulus dat je bij het lichaam van
Christus hoort, maak je eigenlijk deel uit van het lichaam van de bruidegom!’

Dan kun je vanzelfsprekend nooit de bruid zijn. Paulus leert dan ook nergens
dat het lichaam van Christus ook de bruid is. Je moet heel wat redeneringen
gaan opstellen om tot zo’n -aan de Schrift vreemde-  conclusie te komen.
Overigens kunnen we nog wel wat verder gaan, want dan zou je ook moeten be-
weren, dat je bij het nieuwe Jeruzalem hoort, want dat wordt een stad genoemd,
die als een bruid versierd is!

‘Zo loop je muurvast inderdaad.’

Alle pogingen, die er op uit zijn op een of andere manier de gemeente deel te ma-
ken van Israël, zullen blijken tevergeefs te zijn. Als je dat doet, moet je namelijk
vroeg of laat de Thora gaan houden. Het begint dan wellicht met het niet eten
van varkensvlees, maar gaat dan verder in het houden van de zaterdag als rust-
dag en dag om de samenkomst te gaan houden. Dat doen sommige Messiaanse
gemeentes. Uiteindelijk ga je dan als gelovigen uit de heidenen de positie inne-
men die de volkeren in de 1000 jaar zullen hebben ten opzichte van Israël.

‘Dan moet je ook binnenkort Sukkot gaan vieren en een loofhut in je achtertuin
of op je balkon plaatsen.’

Precies, en dan is in de praktijk het verschil tussen de Joden en jou als gelovige
weggevallen, maar let op: van de andere kant benaderd!
Want als je het echt van de geestelijke kant benadert, door Paulus, dan is er in
Christus Jezus geen onderscheid meer tussen Griek en Jood, besneden of on-
besneden, Barbaar of Scyth! De verschillen in het vlees zijn weg! De eenheid is
in de geest en niet in het vlees! Wij maken deel uit van de nieuwe schepping in
Christus en zijn dus allang voorbij de 1000 jaren, geestelijk gezien!