‘Het is een uniek werk dus, die concordante vertaling. Veel kritiek is er ook.
Men zegt, dat je eenzelfde woord uit de grondtekst nooit altijd met hetzelfde
Nederlandse woord kunt vertalen.’

Dat is de oppervlakkige kritiek, men meent -zonder zelf de methode en de uit-
werking ervan te hebben bestudeerd- dat het dan een computerachtige verta-
ling oplevert, die geen rekening houdt met het tekstverband. Niets is minder
waar. Juist de concordante vertaling houdt rekening met het tekstverband en
laat het vertaalwoord daardoor kleuren. Geen enkele andere vertaling probeert
echter zo consequent te vertalen.

‘Je sluit op deze manier wel menselijke inleg zoveel mogelijk uit, omdat je door
het grondtekstwoord gedwongen wordt naar dat woord te vertalen.’

Zo kun je het begrip ‘aioon’ (tijdperk), nooit met ‘wereld’ vertalen, omdat het om
een woord gaat, dat een zekere periode van tijd aanduidt. Het woord ‘kosmos’
komt
veel meer in aanmerking om met het woord ‘wereld’ vertaald te worden.
Door het
woord ‘aioon’ te bestuderen, alle vindplaatsen op te zoeken, evenals het
Hebreeuwse woord ‘olam’ dat hetzelfde als ‘aioon’ aanduidt, ontdekte Knoch de
waarheid omtrent de aionische tijden. Het woord ‘aioon’ betekent nooit ‘einde-
loze eeuwigheid’, maar wijst steeds op een zekere tijdsperiode.

‘En daarmee kon er geen sprake meer zijn van een eindeloze straf of eeuwige pijn?’

Dat was de consequentie. In de geschiedenis is ook aan te wijzen, waar men de
wissel naar de eeuwige straf voor de ongelovigen als officiële kerkleer heeft om-
gezet. Het was -zoals op deze plaats al eens aangegeven- in 553 door toedoen van
keizer Justinianus op het derde grote concilie te Constantinopel (dat was het 2e
oecumenische concilie daar). Op last van deze keizer werd aan het woord
‘aionisch’ het woord ‘oneindig’ toegevoegd, omdat de keizer heel goed wist, dat
het woord ‘aioon’ niet ‘eindeloze eeuwigheid’ betekent. Zo kwam men tot de for-
mulering, dat de ongelovigen een ‘eindeloze aionische straf zouden ondergaan’.

‘Daar is de wissel dus omgezet. En wat heeft dat geleid tot verschrikkelijk veel
angsten onder de mensen!’

Mensen zijn erdoor in inrichtingen beland. Verschrikkelijk. En daarbij was het
een enorme blaam die op God geworpen werd, het beeld van God werd volledig
verwrongen. Zo’n beeld van God aan de luisteraars in de kerken voorhouden, is
huiveringwekkend. Het is een keihar
de leer, die zoveel mensen schrik heeft
aangejaagd. Talloze mensen hebben boven heel hun leven de dreiging van de
eeuwige hel gevoeld. Een gedachte die nergens in de Schrift te vinden is, nota
bene. Wat is het dan heerlijk, vrijuit te leven onder het evangelie van genade,
dat God werkelijk de Redder van alle mensen is!