Woord vandaag

26 januari 2018
‘Gemeente is uniek.’

Dan hebben we het over het lichaam
van Christus. De gemeente die op de
pinksterdag begon, is de koninkrijks-
gemeente
. Dat is geen letterlijk woord

in de Schrift, maar het wijst op de uit-
geroepenen van Israël die tot bekering
kwamen, eerst al 3000 en later meer.
Hun verwachting was het aardse konin-
krijk onder de Messias Jezus.

‘Onze verwachting is anders.’

Wij verwachten een (op-)hemels konin-
krijk (2 Timotheüs 4:18). De bazuin
van
God zal klinken op Gods tijd. Dan zal

het hele lichaam van Christus snel van
de aarde weggenomen worden. Men-

sen die zich bekeerden, pinksterchris-
tenen, konden niet anders verwachten
dan het aardse koninkrijk, dat in
Daniël
2:44 bedoeld werd.

‘De discipelen vroegen ernaar.’

Ja, in Handelingen 1:4-8 wordt daar
over gesproken. Johannes de doper
en de Heer Jezus verkondigden, dat
het koninkrijk der hemelen nabij was.
En de 69 jaarweken van Daniël 9:24-
27 waren ook bijna voorbij. Dan zou
er nog één jaarweek volgen. Vandaar
dat de discipelen na Zijn opstanding
daarnaar vroegen. Pinkstergemeente
(Handelingen 2) verwachtte dan ook
dat aardse koninkrijk.

Woord vandaag

25 januari 2018
‘We zijn uiterst gezegend.’

In dit beheer van de genade van God
gelden uitsluitend geestelijke zegening-
en in Christus, te midden van de heme-
lingen. Dat is de start van Efeziërs 1:3.
Deze zo bijzondere brief maakt in zeer
geladen woorden voor alle gelovigen
die in Christus Jezus zijn duidelijk wat
hun plaats en bestemming is.

‘We hebben een grote toekomst.’

Wij hebben dat, in genade, en de toe-
komst voor Israël en de volkeren is net
zo groot, alleen op hun plaats. Die is
op aarde en niet in de hemelse regio-
nen. Ons domein is in de hemelen en
daaruit verwachten wij onze Redder,
de Heer Jezus Christus. Dan zal ons li-
chaam drastisch gewijzigd worden.
Gelijkvormig aan Zijn heerlijkheidsli-
chaam. Wat een toekomst!

‘Ik ben er erg blij mee.’

Efeziërs is de belangrijkste brief, die
met name door judaïseerders anders
uitgelegd wordt. Van Efeziërs 2:11-22
bij
voorbeeld, wordt gezegd, dat de ge-
lovigen uit de natiën toegevoegd wor-
den aan (het gelovig) Israël. De unieke
plaats van de gemeente -Zijn lichaam-
ben je dan kwijt. Maar het ligt heel an-
ders. De gemeente is uitgekozen
 vóór
de nederwerping van de wereld, in
Christus (Efeziërs 1:4). Zoiets lees je
nergens in
 de Bijbel over Israël.

Woord vandaag

24 januari 2018
‘Fijn, die helm van redding.’

We ontvangen deze van God. In dit ge-
deelte gaat het om de relatie met God.
Net als Efeziërs 1:3-14. We wandelen
aan Vaders hand, trekken de delen van
de wapenrusting aan en naast de helm
ontvangen we het zwaard van de geest.
Een geestelijk zwaard, in tegenstelling
tot de kruisridders van de kruistochten
die een letterlijk zwaard gebruikten.

‘Het woord van God.’

Het belangrijkste, dat we hebben. Gods
uitspraken vinden we alleen daarin: Zijn
woord. Daarom zijn we ermee bezig en
blijven dat doen, totdat de bazuin gaat.
Dat woord van God is levend, werkzaam,
meer snijdend
en dringt door. Dat geldt

voor dat woord in totaliteit en speciaal
voor de uitspraken in Efeziërs.

‘Moeilijke woorden.’

Vader geeft door Zijn geest inzicht. Zijn
plan kunnen we alleen door dat Woord
kennen. Het werkt in en door ons, geeft
ons zicht op ons hemels lotdeel. En dat
niet alleen, maar ook het genieten van.
Dat is in onze geest, en kunnen we ons
verheugen in blij zijn. Terwijl we in onze
ziel verdrietig zijn en tranen hebben en
lichamelijk pijn lijden. Dat is het wonder
dat God in ons doet, door Zijn uitspraak.

Woord vandaag

23 januari 2018
‘Helm is nodig.’

De helm van redding uit Efeziërs 6 be-
schermt je gedachten. Net zoals die in
1 Thessalonicenzen 5:8. Verschil is, dat
we de helm van Thessalonicenzen zelf
aandoen. De helm uit Efeziërs 6 ont-
vangen
wij wanneer we de 4 onderde-

len genoemde delen aandoen (6:11).

‘We ontvangen de helm.’

Die ontvangen we van God. Die geeft
redding van de machten van de boos-
heid
. Daarom kunnen we deze helm

niet zelf opzetten. Alle redding is uit
God. We omgorden onze lenden met
waarheid, doen gerechtigheid aan,
trekken sandalen van vrede aan, ne-
men dat lange schild van geloof op.

‘God geeft die helm en dat zwaard.’

God zet de helm van redding op ons
hoofd. Die bewaart voor schade door
de geestelijke machten en krachten.
Zo blijven we staan door de kracht die
de Heer geeft. En genieten we voort-
durend van ons lotdeel te midden van
hemelingen. Duistere machten willen
ons dat afnemen, ons ervan beroven,
maar God geeft ook deze redding!