Woord vandaag

‘Paulus was al tijdens zijn leven een eenzame geworden.’

Aan het einde was alleen Lucas nog bij hem, Lucas, de arts. Zo voorzag God
in een geneesheer toen de apostel het levenseinde zag naderen. Er waren
toen niet veel getrouwe broeders meer, die de oud geworden apostel nog
volgden. Hij constateert met verdriet, dat ‘allen in Asia van hem afgekeerd
werden’. Van wie? Paulus! Misschien zeiden de mensen toen wel: ‘Nee,
maar het gaat om de woorden van Jezus zelf’.

‘Dat hoor je ook nu wel. Men heeft de woorden van Jezus liever dan die
van Paulus.’

Het is een schijntegenstelling die subtiel wordt geschapen. Een tegenstel-
ling die er dus niet is, want de woorden van Paulus zijn net zo door God
geïnspireerd als die van de Heer Jezus op aarde. Daarbij zouden wij  wel
bedenken, dat Paulus in 2 Corinthiërs 5 opmerkt, dat wij elkaar (…) niet
meer naar het vlees kennen, en indien wij ook Christus naar het vlees ge-
kend hebben, thans niet meer.

Christus naar het vlees kennen, dat betekent: Hij, die op aarde rondwan-
delde en steeds met de Naam Jezus genoemd werd?’

Ja, en dat was vóór het kruis. Na Zijn opwekking uit de dood en uit de doden
was Hij Christus en specifiek Christus Jezus. ‘In Christus Jezus’ is dan ook
een speciale aanduiding van de bijzondere geestelijke status die de leden van
Zijn lichaam hebben. Zij zijn ‘in Christus Jezus’ en zijn schatrijk met hemelse,
geestelijke zegeningen. Zij hebben een hemelse toekomst.

‘Waren deze dingen de reden, dat Paulus eenzaam was aan het einde?’

Als je het mij vraagt wel. Het evangelie is niet naar de mens. Genade is niet zo-
als de mens graag wil. Hij wil werken, er iets voor doen, maar dat gaat niet.
Want het gratis, voor niets, het valt je toe, je ontvangt het om niet. Het is Zijn
werk. Dat is geen mensgericht evangelie, dat is op God gericht goed nieuws!
Het eert Hem, van wie wij álles ontvangen: God, en Zijn geliefde Zoon!
Dat was voor de bejaarde apostel voldoende. Met een enorm uitzicht!

Woord vandaag

‘Die hemelse roeping, hadden de gelovigen uit Israël daar ook deel aan?’

In de tijd, dat Paulus predikte, waren er uit de Hebreeën, die Paulus’
prediking hoorden, dat geloofden en zo deel kregen aan het gezamen-
lijk-lichaam. Bedenk, dat Paulus zelf ook een Hebreeër uit de Hebreeën
was (Filippenzen 3:5). Zij worden in Hebreeën 3:1 aangesproken als zij,
die deel hebben aan de hemelse roeping. Ook daar wordt hetzelfde be-
grip in het Grieks (epouranion) gebruikt als in Efeziërs 1:3, 20; 2:6; 3:10
en 6:12.

‘Paulus had zelf deel aan het hemels koninkrijk?’

Jawel, dat zegt hij in 2 Timotheüs 4:18. Ook daar gebruikt hij het Griekse
begrip wat ik daarnet noemde. Daarmee bedoelt hij dus niet het konin-
krijk dat uit de hemelen op de aarde komt.
De uitdrukking ‘koninkrijk
van de hemelen’ komt alleen in Mattheüs voor. Daarmee sluit Mattheüs
precies aan bij Daniël 2:44 onder andere, waarin Daniël aangeeft, dat de
God van de hemelen een koninkrijk zal oprichten, dat gedurende de eo-
nen niet meer te gronde zal gaan.

‘Waarom hoor je deze dingen niet in de kerken van vandaag?’

Omdat men al in een zeer vroeg stadium van Paulus werd afgekeerd. Slechts
weinigen bleven hem en vooral zijn boodschap volgen. Velen gingen zich
richten op de aarde en het verdere gevolg werd merkbaar, de kerk ging zich
zien als het geestelijk Israël. Daardoor kon het niet uitblijven dat de kerk
zich in de plaats van Israël ging stellen. Het volk was definitief verworpen
door God, dacht de kerk. Maar dan had men Romeinen 9-11 niet goed bestu-
deerd. Daar staat in dat God Zijn volk niet verstoten heeft.

‘Men heeft dus Paulus al snel verlaten met alle gevolgen die dat had.’

Daarom is het een grote verwarring op alle enigszins belangrijke punten
van de heilige Schrift. Ook de eeuwige verlorenheid van de ongelovigen is
zo’n punt waarin de kerk de Schrift heeft losgelaten. De leer van de eeuwige
pijn of de eeuwige hellestraf staat niet in de Schrift. Het heeft geleid tot heel
veel angst, pijn, psychische problemen et cetera.

‘Ik ben ontzettend blij, dat dat uit mijn denken is verdwenen.’

De tegenwerker is er daardoor in geslaagd een schaduw op Gods heerlijkheid
te werpen, en het evangelie van genade om te draaien in een evangelie van
werken. Soms mooi verkapt en verpakt in prachtige bewoordingen, maar het
is zuurdesem, gist. Daarom is deze tijd zo bijzonder, dat de werkelijke bood-
schap van de Schrift op tafel komt. God ís de Redder van alle mensen, en Zijn
verzoeningswerk strekt zich uit over heel de schepping!

Zorgen? Zoekt!

De Heer Jezus spreekt in Lucas 12:22-40 en wijst op
de Vader, die voorziet. Een bijzondere boodschap, die
ons als leden van Zijn lichaam aanspreekt. Ook Paulus
sprak in die lijn. Wij hoeven ons geen zorgen te maken,
maar wat dan wel? Zoeken! Luister en kijk mee met de
presentatie.  Klik hier voor audio en hier voor de ppt.

woord vandaag

‘Het is vandaag 10 jaar geleden dat de Twin Towers in New York instortten.’

Men werd toen wakker geschud, althans dat had je kunnen verwachten.
Merkwaardig genoeg zag je ineens in samenkomsten mensen weer komen
die je jaren niet gezien had. Het kon ook bijna niet anders, want het rustige,
veilig lijkende leventje in de Westerse wereld met al zijn weelde en luxe
werd opgeschrikt door deze grote gebeurtenis. Toen alles langzaam tot be-
daren kwam gingen mensen weer over tot hun gewone leventje van alledag.

‘Maar de gelovigen dan?’

Voor gelovigen kon het een bewijs zijn van dat wat zij allang wisten, dat het
allemaal niet zo vast en zeker hier op aarde is. Dat de dingen wankel en in
feite onzeker zijn. Je zag inderdaad hierdoor dat enkelen uit hun geestelijke
slaap wakker waren geworden. Alleen dutten zij weer na verloop van
tijd in. De dagelijkse beslommeringen en genoegens werden weer opgepakt.

‘Er zit onder de oppervlakte meer bij jou, merk ik.’

Laten we het bij Paulus houden, het is hier niet de plaats om op de achter-
gronden van dat gebeuren daar dieper in te gaan. Laat ik volstaan met de op-
merking dat heel de wereld in het boze ligt, wij leven in een boze aioon, en de
boze is tegelijkertijd de vader van de leugen. Dus wat uit de wereld op ons af
komt zal niet altijd de waarheid zijn.

‘En wat zegt Paulus dan van dit soort dingen?’

Hij zegt dat velen (veel christenen, veel gelovigen) gevangen zitten in de val-
strik van de tegenwerker (2 Timotheüs 2:24-26). Die valstrik heeft veel vor-
men. In elk geval blijkt dat uit oppositie tegen de boodschap die Paulus bracht.
In dezelfde brief merkt hij op, dat allen in (de provincie) Asia van hem afgekeerd
werden. Zij werden van hem afgekeerd. In 2:24-26 staat door wie.
De tegenwerker. Oftewel de oude slang, die de draak van de eindtijd is. Hij heeft
twee belangrijke tactieken: filosofie (heel interessant) en religie (heel mooi, al
die werken).

‘We staan vandaag weer op scherp?’

Paulus moest altijd nuchter, scherp en rechtuit zijn. Hij werd voortdurend aan-
gevallen, door hen die filosofie (wijsbegeerte) aanhingen en door de religieuzen,
die werken van het vlees (misschien heel vroom) nastreefden. Paulus zegt, nu
maar weer een ouder woord gebruiken, dat het ‘ijdele verleiding’ is. IJdel = leeg,
inhoudsloos en daarom zonder nut want niet tot opbouw van de gemeente.
Hét Kolossenzen-antwoord is: Christus!


Opmerkelijk

‘God zei: ‘Ik ben El-Sjaddai (de Algenoegzame), wandel voor Mij
en word vlekkeloos’ (Genesis 17:1). Abram, zijn naam was nu
Abraham, en hij werd tot de vader van alle gelovigen. Merk op
wat Romeinen 4:16-22 zegt:

“Daarom is het uit het geloof, opdat het zou zijn naar genade, met
als doel dat de belofte zeker zou zijn voor het hele nageslacht,
niet voor dat wat uit de wet alleen is, maar ook voor dat wat uit
het geloof van Abraham is, die een vader is van ons allen,

zoals geschreven staat: Ik heb u tot een vader van vele volken
gemaakt. Dit was hij tegenover Hem in Wie hij geloofd heeft,
namelijk God, Die de doden levend maakt, en de dingen die niet
zijn, roept alsof zij zijn.

En hij heeft tegen alles in gehoopt en geloofd dat hij een vader
van vele volken zou worden, overeenkomstig wat gezegd was:
Zo zal uw nageslacht zijn.
En niet verzwakt in het geloof, heeft
hij er niet op gelet dat zijn eigen lichaam reeds verstorven was –
hij was ongeveer honderd jaar oud – en dat ook de moeder-
schoot van Sara verstorven was.

En hij heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof,
maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf.

Hij was er ten volle van overtuigd dat God ook machtig was te
doen wat beloofd was.

Daarom ook is het hem tot gerechtigheid gerekend.”

Abraham, de vader van alle gelovigen! Wat een wonderlijke titel!
In een wereld vol afgoderij komt Abraham naar voren als degene
die gelooft. Maar deze titel betekent meer. Abel, Henoch, Noach;
zij geloofden God en worden in Hebreeën 11 vóór Abraham genoemd.
Waarom is niet een van deze de vader van alle gelovigen?
Omdat God zich niet aan hen openbaarde als El-Sjaddai,
de Algenoegzame!’

Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex, UR LXIV, blz. 67,68