Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

3 februari 2017
‘Fijn, dat alles na te luisteren is.’

Op zo’n avond wordt veel gezegd, en je kunt
niet alles in één keer horen en onthouden.
Daarom kan ook de Openbaring-avond nage-
luisterd worden. Ook later, als je je afvraagt hoe
het zit met een bepaald onderwerp in dit boek.
We zijn nu in hoofdstuk 8, de bazuinen. Niet zo
lang erna de twee getuigen (hoofdstuk 11). Ook
de mannelijke zoon en de vrouw (hoofdstuk 12)
deden al veel stof opwaaien.

‘Het blijft een moeilijk boek.’

Daarom is het waardevol er rustig naar te kijken
en overwegen wat de vele symboliek betekent.
Niet te vergeten, dat het de onthulling van Jezus
Christus is. Hij wordt in deze boekrol bekendge-
maakt, en zo hoort het ook. Alle eer aan de door
God aangestelde Verlosser van Israël en uitein-
delijk alle volkeren.

‘Wat een uitzicht, wat een Verlosser.’

Heel de Schrift verwijst naar Hem, onze Heer
Jezus Christus. In typen, beelden, profetie.
Daarom kon Hij aan de Emmaüsgangers de
Schriften uitleggen en aangeven al wat op Hem
betrekking heeft in de Torah, de Psalmen en de
Profeten (Lucas 24:44-46). En zeker deze ont-
hulling, waardoor Hij onthuld wordt als Koning,
Priester en Profeet.

Op 1 februari 2017 kreeg Openbaring een vervolg, nu
was het 8e hoofdstuk aan de orde. Ernstige gerichten 
komen, als gevolg van de gebeden van de heiligen.
God houdt gericht, heeft dat aan Zijn Zoon overgelaten.
Luisteren: deel A en deel B

2 februari 2017
‘Wel ingrijpend, die komende gerichten.’

In deze boze eon is alles op zijn kop gezet. Jezus
Christus zal terugkeren. Dan zal alles rechtgezet
worden. Het denken van de mensen is volledig om-
geturnd, verdraaid, zodat zij straks de leugen zullen
geloven. Velen hebben hun gehoor al van de waar-
heid afgekeerd. En ze zijn doof voor wat God zegt.
Dan is het grote genade, dat wij wel kunnen horen.

‘God moet het geloof geven.’

God geeft aan elk lid van het lichaam van Christus
een zekere mate van geloof. Er wordt gesproken,
gericht op opbouw en groei van de gelovigen. Uit-
eindelijk is het zo, dat God de groei geeft. En we
kunnen dankbaar zijn wanneer we dat zien en bij
elkaar constateren. We bidden met Paulus mee,
dat we mogen groeien in de erkenning van God.

‘Dat God werkelijk God is.’

Zeker, en dat blijkt ook uit de studies Openbaring.
Wanneer God ingrijpt via Zijn Christus, Zijn Gezalf-
de, dan is het ook hoog tijd dat het gebeurt. Het
kon niet langer zo doorgaan. Daarom kunnen we
ook danken voor de gerichten, waarin God precies
het nodige doet. Niet te veel, niet te weinig. We
zien, dat Hij doet wat goed is, wat het juiste is, en
het is Gods vreemde werk, dat gericht. Kort, en
uit liefde voor heel Zijn schepping!

1 februari 2017
‘Vanavond Openbaring.’

Ja, en in het 8^e hoofdstuk gaat het om de uit-
werking van de bazuinen. De 7 hemelse bood-
schappers laten elk hun bazuin klinken. Dat
heeft grote gevolgen op aarde. De overgang
van deze huidige boze eon (Galaten 1:4) naar
de eon van het aardse koninkrijk onder Messias
Jezus zal niet zonder slag of stoot gaan. De satan
wil de plek als geestelijke leider van deze wereld
niet opgeven. Die wil zijn macht behouden.

‘De gerichten komen.’

Dat is nadat de gemeente, die het lichaam van
Christus is, is weggenomen van de aarde. Zij zijn
dan boven waar het erepodium is ingericht en
zij de prijzen in ontvangst zullen nemen. Op aar-
de ziet het er dan heel anders uit. Israël zal eerst
een betrekkelijke rust van 3,5 jaar genieten; pas
na de eerste helft komt de omkeer en zullen ze
in grote verdrukking zijn.

‘Wel noodzakelijk, die gerichten?’

God weet maat te houden, ook daarin. God richt
in gerechtigheid, en weet exact wat juist is. Het
is Zijn wijsheid het zo te doen. De gerichten laten
zien, dat God geen schuld treft. Vooralsnog zullen
ze te Zijner tijd dat doen wat nodig is. Het betreft
een heiliging en reiniging van de dan levende
mensheid. God zal zelf zorgen voor het tijdstip
dat het weer stopt, de gerichten zijn correctief
(tot correctie) en op aarde zal het koninkrijk van
de hemelen doorbreken!

31 januari 2017‘
Geweldig, hoe Hij was.’

Die gezindheid, die Hem kenmerkte, die zou
ook in ons zijn. Dat is Filippenzen. Die brief
laat ons zien wat het betekent om ootmoedig
te dienen in het lichaam van Christus. Zelf
leefde Hij dat voor toen Hij op aarde was.
Aan het einde van Gods plan van eonen
blijkt, dat Hij dat nog steeds is: ootmoedig.

‘Hij is wel de Koning van de koningen.’

Zeker, Hij is Heer over alles en Heer van al-
len. Geen twijfel mogelijk. Toch regeert Hij
niet ‘in eeuwigheid’ zoals zoveel opwekkings-
liederen enthousiast zingen. Want Hij zal re-
geren totdat Hij alle vijanden onder Zijn voe-
ten heeft, naar Psalm 110:1

‘Huh? Psalm 110?’

In de geweldige woorden van 1 Corinthiërs
15:25, ja, daarin klinkt Psalm 110 door.
Met het verdere licht van wat de apostel te
onthullen kreeg. Hij zal alle vijanden onder
Zijn voeten plaatsen. Dan zullen alle vijanden
onderschikkend zijn aan Christus; dan zijn zij
geen vijanden meer, maar verzoende vrienden.
En daarna blijkt de ootmoedigheid van Christus
Jezus opnieuw, wanneer ook Hij onderschik-
kend is aan Vader, opdat God zij alles in allen.