‘Zeg, die discipelen gingen met Hem de opperzaal uit, maar Hij ging
maar met drie de hof in, Gethsemane in.’
Ja, Hij ging de kruisiging tegemoet. Hij werd heel erg neergedrukt door
de zwaarte van dat wat Hij tegemoet ging en moest gaan. Zijn ziel was
helemaal in beslag genomen door de diepte van het lijden dat wachtte.
Hij was (en is) mens. Dat bleek in Gethsemane. Hij nam drie discipelen
mee, Petrus, en Johannes + Jakobus (twee zonen van Zebedeüs).  Maar
die vielen in slaap.
‘Ja, wat dat betreft moest Hij het alleen doen; Hij kreeg weinig steun van
hen, tot twee keer toe waren zij in slaap gevallen.’
Je zou misschien kunnen zeggen, dat typologisch gezien de periode dat
zij daar lagen te slapen (2 uur?) een beeld is van de algehele toestand van
de christenheid in de afgelopen 2000 jaar. Niet waakzaam, geestelijk ge-
zien in slaap gesukkeld, de geest misschien wel hier en daar gewillig (af
en toe een opleving), maar het vlees dat regeert, was zwak, want men
leefde grotendeels onder de wet.
‘Zo heb ik het nog nooit bekeken. Er zit wel wat in, ja.’
Je kunt het beeld misschien nog wat verder doortrekken. Petrus lag erbij
te slapen als uitbeelding van het feit, dat men meer evangelie van de be-
snijdenis volgde, dan Paulus. Zijn evangelie is nagenoeg onbekend in  de
christenheid. Er was wel een biddende Heer al die tijd, zoals Romeinen 8
ook zegt, ook vandaag, voor u, jou en mij, heel de gemeente!
‘En gaat het hier in Gethsemane om de wil van God?’
Het lijden dat zwaar op de Heer drukte, deed heel even Zijn wil niet met die
van Zijn Vader overeenstemmen. Hij zag als mens heel erg op tegen de beker
die Vader Hem deed drinken, zo vlak nadat Hij met Zijn discipelen dat laatste
Pésachmaal had gehouden, en de diverse bekers had gedronken, vreugde over
de uittocht uit Egypte. Maar nu wachtte een heel andere figuurlijke beker: het
kruis! Dáár zou Hij het Lam van God zijn, dat de zonde van de wereld draagt!