‘Wat een heerlijke zekerheid, alles van God te verwachten, dat Hij Zijn
plan zoals Hij zich voornam zal uitvoeren!’
Het komt allemaal van de God van alle genade. Hij staat aan het begin
van alles, en als dat zo is, dan kan het niet anders, dan dat Hij ook aan
het einde van alles zal staan. Mogelijk hebben heel wat gelovigen daar
niet zoveel moeite mee. Waar zij vaak wel mee zitten, is dat alles ook
door Hem is. Paulus stelt dat onomwonden in Romeinen 11:36.
‘Veel mensen zijn wel gelovig, maar in de praktijk blijken zij de heldere
uitspraken van de Schrift niet te aanvaarden.’
Dat is wat je steeds ziet. Helaas. De reden dat Israël niet in de rust kon
ingaan, was door ongeloof. Romeinen 11 zegt zelfs dat zij (Israël) een geest
van diepe slaap hebben ontvangen, ogen om niet te zien en oren om niet te
horen, tot op deze dag. Even daarvoor staat: zij werden verhard. Niet: zij
verhardden zichzelf; nee: ‘zij werden verhard’. Zowel het verharden als het
ontvangen van een geest van diepe slaap, ogen om niet te zien en oren om
niet te horen, het zijn allerlei vormen van kwaad.
‘Ja, dat is zo, eigenlijk nooit zo op deze manier bekeken.’
Wat de Schrift in Romeinen 11:7,8 nadrukkelijk verklaart, is dat God deze
‘dingen’ doet! Dus hier zien we, dat diverse vormen van wat wij als ‘kwaad’
ervaren en zien, rechtstreeks in verbinding met God gebracht worden! Kijk,
wij zouden niet op de gedachte komen, dat het geestelijk verdoofd zijn, blind-
heid (geestelijke blindheid) en doofheid (Zijn woord niet verstaan) van God
afkomstig zouden zijn. Maar de Schrift leert het in Romeinen 11 uitdrukkelijk
wel! En: wie ben jij, o mens, dat je God zou tegenspreken?
‘Ja eigenlijk ongelooflijk wat daar staat. Als je deze woorden goed tot je door laat
dringen, is het heel bijzonder!’
Laten we ons diep verwonderen over zo’n grote God, die al dit kwaad doet. Daar-
mee zondigt God echter niet! Degenen die beweren dat hiermee God tot auteur
van de zonde gemaakt wordt, moeten de Schriften eens goed op de begrippen
‘kwaad’ en ‘zonde’ raadplegen. Zij zullen ontdekken, dat deze beide woorden in
de Schrift nauwkeurig afzonderlijk van elkaar gebruikt worden. Kwaad hoeft
volgens de Schrift nog geen zonde te zijn! Job ontving de rampspoed (het kwaad)
in zijn leven uit de hand van God! Daarmee bleek hij meer gelovig dan vele ge-
lovigen vandaag de dag.