‘Bijzonder weer, dat gedeelte Hebreeën 1.’
Ja, nadat gezegd is dat Hij –de Zoon- de Lotgenieter van het al is, schrijft Hebreeën:
door Wie Hij ook de eonen maakt
De Zoon. De Vader laat het grote werk van de eonen door de Zoon uitvoeren. Hij
was de zichtbare God van Israël. Wanneer Ieue zichtbaar was voor de mens, dan
was dat de Zoon in Zijn heerlijkheid voor Hij mens werd. Hij was hoger dan de gees-
telijke vorsten van landen (zie Daniël 10). Hij was boven al de machten en krachten
en werd voor korte tijd zelfs beneden de boodschappers gesteld.
‘Als je beseft dat dat Zijn werk is: de eonen maken, dan is dat opmerkelijk.’
Hij werd Mens. Nadat Hij zoveel had betekend in Gods plan, wat in Tenach nog
niet duidelijk werd, werd Hij minder dan de boodschappers zelfs. In dat Mens
zijn werd Hij zelfs vernederd tot de dood van het kruis. De grootste en hoogste,
door Wie Vader zelfs de eonen maakt, moest een smadelijke dood sterven!
God heeft alles in Zijn hand en voert dat grote plan van tijdperken uit door Zijn
Rechterhand: de Zoon Christus Jezus!
‘Dat te beseffen maakt het alleen maar veel groter, dat Hij zo’n dood onderging.’
Na Zijn opwekking uit de dood werd Hij dan ook verhoogd aan de rechterhand
van de Vader. En aan Hem moeten al de machten en krachten onderschikken.
Dat is nu nog niet zo, maar zal in de komende eonen plaatsvinden, onder meer
door de rechterhand van de Zoon: de uitgeroepen gemeente die Zijn lichaam is!
U, jij en ik horen daarbij. Wat een genade, dat wij aan dat grote werk van de
Zoon mogen meewerken in de komende eonen!