Woord vandaag

‘Ja, zo zit er weer veel in een klein stukje tekst van de Schrift.’

Als we de beide offers overdenken, dan is een kenmerkend verschil: het bloed.
Ongetwijfeld heeft Abel van zijn vader geleerd, hoe je een dier het best kunt
slachten. Eerst het bloed eruit laten gaan, zodat het minder te lijden heeft van
het doodgaan. Later zou de hogepriester van Israël één keer per jaar in het hei-
lige der heiligen het bloed sprenkelen op de ark zodat de cherubs het zouden
zien. In Abels dagen bewaakten de cherubs de toegang tot de boom van het
leven, zodat hij wellicht het bloed voor hun aangezicht heeft gebracht.

‘Waarom zou hij dat dan gedaan hebben?’

Vermoedelijk was bij het geboomte van het leven de aanwezigheid van God.
En bij de cherubs lag de lijn die hij niet mocht passeren. Later zou de hoge-
priester ook niet verder mogen komen dan voor de ark en daar het bloed in
Gods tegenwoordigheid brengen. Uiteraard was dat een heenwijzing naar het
grote Tegenbeeld: het kostbare bloed van Christus!

‘Ja, hier ben ik weer even stil van. Het spreekt alles van Christus.’

Wat is dat geweldig he. Ook Abel is in zichzelf een type van Christus. Hij diende
Ieue op de juiste manier en was ook herder. Hij werd door zijn broer gedood,
net zoals de Heer Jezus later door Zijn broeders naar het vlees gedood werd.
We hebben geen uitvlucht door te zeggen dat Hij door de Romeinen aan het
kruis genageld werd. Petrus zei op de Pinksterdag tegen de zonen van Israël
die daar bij elkaar waren:

Laat dan heel het huis van Israël zeker weten dat God Hem tot een Heer en
Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die jullie gekruisigd hebben!

‘Dat is weer erg duidelijk ja.’

Zo was Kaïn een type van het afvallige volk, de Joden. Hij ging later steden
bouwen, en dat is geen positief gegeven in de Schrift. En wat Abel bracht, in
de Schrift wordt het aangeduid als een offer, dat opsteeg en een aangename
geur voor Ieue was. De bloedstorting wordt in Hebreeën 9:22 in verband ge-
bracht met vergeving, het laten gaan. In Hebreeën 11:4 wordt gezegd, dat
Abel rechtvaardig was en in geloof handelde!

Woord vandaag

‘Abel bracht van zijn kleinvee een offer, en Kaïn niet. Was dat het?’

Ja, we zitten daarmee in de goede richting. Abel bracht een dier van de eerste-
lingen van zijn kleinvee. Daarmee wordt voor ons duidelijk, dat hij het grote
onderwijs van Ieue Alueim (de Heer God) had begrepen. Die had een dier ge-
dood om de mens te voorzien van kleding, nadat de mens zelf van vijgenblade-
ren (product van eigen handen = eigen werken) zich schorten maakte.

‘Ja en wat nog meer, wat blijkt nog meer?’

We beseffen nog niet –vermoedelijk- hoeveel Adam en Eva hebben begrepen
van Gods onderricht in het offeren van een onschuldig dier. In elk geval zijn ze
gegroeid in het besef van wat de Prediker later zou vaststellen na onderzoek
en goed rondkijken in de wereld. ‘IJdelheid van de ijdelheden, alles is ijdelheid.’
Want de naam van Abel is vrijwel hetzelfde woord in het Hebreeuws als wat
in Prediker vertaald is met ‘ijdelheid’: het Hebreeuwse woord hebel.

‘Ja, en wat betekent de naam Kaïn dan?’

Dat betekent verwerven. Dus eerst kon de mens nog wat optimistisch vaststel-
len dat zij wat verworven hadden: een zoon. Maar later werd Abel geboren en in
de naamgeving gaf de mens te kennen dat zij ook waarnamen, dat hun eigen in-
spanningen ijdel waren, leeg. Toch kunnen wij uit hun leven afleiden, dat zij een
andere geestelijke inslag hadden. Kaïn werd bouwer van steden en Abel gaf door
zijn offerande aan een houding van aanbidding te hebben.

Woord vandaag

‘Met de zonde kwam ook de vijandschap?’

De mens werd niet alleen een zondaar, maar bleek later ook vijand van God.
Als we de lijnen in het gezin van Adam en Eva doortrekken, dan zien we bij
Kaïn en Abel twee verschillende offers. En omdat Kaïn zijn broer doodsloeg,
is het voor ons uiterst belangrijk te ontdekken waarom. De Schrift zegt dat
ons in sobere woorden, die veelzeggend zijn. Ze brachten allebei een offer en
Ieue accepteerde het ene wel, het andere niet.

‘Hoe bleek dat dan?’

Dat Ieue Abels offer accepteerde? Als we de Schriften lezen, dan lees je dat
bij een Hem aangenaam offer Ieue het zelf aansteekt. Vuur uit de hemel. Kijk
maar bij David op de dorsvloer van Araunah, waar we ons zondag in verdiep-
ten. David bouwde in opdracht van Ieue een brandofferaltaar en Hij stak het
zelf aan. Hoewel dat bij Abel er niet bij staat, is dat een zeer goede mogelijk-
heid. Kaïn was boos, sloeg zijn eigen broer dood en Ieue verdreef hem.

‘Wat was zo bijzonder aan het offer van Abel dan?’

Allereerst was Abel herder, hij hield vee, en Kaïn agrariër, hij bewerkte de
aardbodem. Hij bracht van de opbrengst van zijn zware handarbeid aan de
aardbodem een offer aan Ieue. Abel gaf van de eerstgeborenen van zijn
kleinvee en van hun vet aan Ieue offerande. Ieue sloeg acht op dat offer en
dat van Kaïn niet. Hierin zit een diepe, geestelijke onderwijzing.

‘Er staat toch het nodige over Kaïn en Abel in de Schrift?’

Jawel, 1 Johannes 3:12 zegt ons, dat Kaïn uit de boze was en zijn broer dood-
sloeg. De boze had vat op hem –want de tegenwerker is een moordenaar
vanaf het begin- en dat leidde tot die vreselijke daad. Johannes schrijft ver-
der dat zijn werken slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig. Dat heeft
te maken met welk soort offer zij brachten! 

Woord vandaag

‘Wat een enorme betekenis heeft het kruis voor ons en heel de schepping!’

Waarschijnlijk geeft God door Zijn apostel Paulus –verguisd en veracht- de
hoogste en tegelijk diepste onthullingen. Dat geldt zeker als het om het kruis
gaat. Ook wanneer de toegang tot de Vader aan de orde komt, blijkt Paulus
verhelderend te schrijven over de betekenis van Golgotha. De reikwijdte van
het kruis blijkt niet beperkt tot de gelovigen van nu. Heel de schepping is er
bij betrokken.

‘Verzoening bedoel je? Tussen de mens en God?’

En dat veronderstelt eerdere vijandschap. Twee kanten. Paulus geeft in dat
wonderlijke eerste hoofdstuk van Kolossenzen antwoorden. De grote levens-
vragen waar kom ik vandaan? en waar ga ik naartoe? Worden in feite op
de hoofdschedelplaats beantwoord. Zij die met geopende ogen ernaar kijken,
zien dat Vader hier naartoe werkte in Zijn enorme plan van eonen.
Dat blijkt ook uit de typen en beelden die Hij liet opschrijven.

‘We zijn bijzonder gezegend, wanneer dat tot ons doordringt.’

Bij het lezen van de eerste bladzijden van de Schrift, lezen we over de schep-
ping van de mens. Die werd geschapen met een speciaal doel. Nu kon de
Zoon mens worden. Dat was de diepste beweegreden voor de Vader. Hij
wilde Zijn liefde bekendmaken in en aan heel Zijn schepping.
En al snel kwam de oude slang –die was vijand nummer één- bij de mens en
misleidde hen tot zonde, ongehoorzaamheid en krenken van het liefdevolle
Vaderhart!    

Woord vandaag

‘Zeg, zijn er nog meer aspecten van het kruis die belangwekkend zijn?’

Als het om het kruis gaat, waar de Heer aan stierf, dan is alles van belang.
Ook alle notities in de diverse verslagen van het leven van de Heer op aarde zijn
belangrijk. Toen Hij aan het kruis hing waren er vier anderen, die ook aan het
kruis hingen. Twee rovers en twee misdadigers. Dat is drukt een kostbare waar-
heid uit, die Paulus later in zijn brieven naar voren brengt.

‘En dat is?’

Dat de wereld mede gekruisigd is. De hele oude mensheid. De wereld en het
aardse wordt uitgedrukt in het getal vier in de Schrift. Vaak zie je de verhouding
één tegenover of ten opzichte van vier. En dat die ene bij de vier opgeteld de
vijfde is en de genade ‘brengt’. Dat zie je ook bij Ornan, die met zijn vier zonen
tarwe aan het dorsen is. Dat geldt des te meer bij de Heer aan het kruis, Hij de
Ene, brengt de genade voor de andere vier.

‘Ah, wat mooi zeg. Heerlijk.’

Hij brengt genade voor heel de mensheid, voor heel de wereld. Heel de mens-
heid ging mee aan het kruis. Hij stierf voor allen. De mensheid kan er niets aan
doen, dat zij van Adam afstamt en dus stervend is. Gevolg is, dat allen doel-
missers zijn. En net zo min kan heel die mensheid iets veranderen aan het feit,
dat zij met Christus mee aan het kruis is gegaan. Dat is zo, opdat uit het graf
een nieuwe mensheid zou komen, en in Christus was die er in principe op de
Paasmorgen. Wat een genade!