Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Een opvallende tijd komt nog.’

Wat de apostel schrijft over de wetteloze, de
tekenen en wonderen, is:

in alle kracht en tekenen en wonderen van
valsheid, en in alle verleiding van de onge-
rechtigheid te midden van hen die omkomen,
omdat zij de liefde van de waarheid niet ont-
vangen om zelf gered te worden
                         2 Thessalonicenzen 2:8-10

De Heer Jezus wijst in Mattheüs 24:24 op
valse christussen en valse profeten en grote
tekenen en wonderen, om wanneer mogelijk
zelfs de uitgekozenen te misleiden

‘Duidelijk hoor, die vergelijking.’

Het gaat bij de uitgekozenen om Israël, en wel
degenen die dan (in de eindtijd nadat de ge-
meente weg is) geloven in Hem als hun Messias.
Die wetteloze zal juist die willen misleiden.
Velen zullen omkomen, degenen die niet willen
buigen voor het beest en het beeld van het
beest zullen gedood worden.

‘Dat is voorzegd. God werkt in die tijd?’

God werkt altijd, die is altijd actief. De sterke
en krachtige werking van de satan in die tijd is
opvallend. Dat blijkt uit 2 Thessalonicenzen 2
en Openbaring. Verder lezen we in vers 11:

en daarom zal God hun een inwerking van
dwaling zenden dat zij de valsheid geloven

Net als ooit in de tijd van de koningen van
Israël gebeurde. Toen de Assyriërs vijandig
waren tegen het volk. Morgen meer.

‘Gered voor de verontwaardiging. Genade!’

Zo kun je dat wel zeggen. De aanwezigheid
van de Heer Jezus Christus betekent voor de
gemeente: snel ineens weg van de aarde.
Zijn aanwezigheid is dan in de lucht.
In 2 Thessalonicenzen 2 zegt de apostel óók
wat de aanwezigheid van de wetteloze is.

‘Tekenen en wonderen en dergelijke.’

Dat lees je in het vers 8,9 (ncv):

En dan zal de wetteloze onthuld worden….
wiens aanwezigheid in overeenstemming
met de werkzaamheid van de satan is, in
alle kracht van tekenen en wonderen van
valsheid…..

Zo zal het pas kunnen zijn wanneer de weer-
houder of tegenhouder weggenomen is. Dan
zal de leugen en de dwaling heel snel gaan.

‘Mensen gaan erin mee.’

De mensheid zal de wetteloze als messias
aanvaarden. Die doet de tekenen en wonde-
ren omdat de satan dat door hem heen uit-
werkt. Openbaring zegt, dat de draak hem
zijn macht en kracht geeft. Zo zal de mens-
heid zelfs de draak gaan aanbidden. Men zal
misleid zijn in de wereldreligie van de eind-
tijd, waaraan al honderden jaren hard achter
de schermen gewerkt is.  

‘De toekomst is zeker in Gods hand.’

We zien in 2 Thessalonicenzen 2, hoe de
gemeenteleden door Paulus gerustgesteld
worden. Ook toen was er al andere uitleg,
die beweerde dat de gelovigen van de
genadetijd wel door de grote verdrukking
moeten gaan.

‘Dat is mij nu wel erg duidelijk: genade.’

Wanneer je woorden als grote verdruk-
king en benauwdheid opzoekt, staat dat
steeds in verband met Israël. In Daniël is
dat erg duidelijk en in Mattheüs en Open-
baring ook. Mensen redeneren door en
dat is schadelijk voor geloof.

‘Opmerkelijk, dat men lijnen verwart.’

Bij het lichaam van Christus zie je, dat de
grote volheid van Gods genade werkt.
Daarom is deze tijd het beheer van de
genade van God (Efeziërs 3:2). Daarin
gelden andere principes dan voor Israël.
Ook wat in 1 Thessalonicenzen klinkt over
de redding voorafgaand aan de veront-
waardiging van God, is pure genade.  

‘Mooi om de juiste volgorde te zien.’

We staan er uitvoerig bij stil, omdat er
veel uitleg bestaat over deze dingen.
Vaak worden verdrietig genoeg lijnen
met elkaar verward. Wanneer je de lijn
van de Schrift volgt, wordt het duidelijk.

‘Ik ben er blij mee. Je hoort soms anders.’

Als je heel kort samenvat, is dit de lijn:

1. Lichaam van Christus weggerukt
2. 70^e jaarweek van Daniël 9 begint
3. De wetteloze en de afval onthuld: eerst
4. Dag van de Heer komt: gerichten

Dus: voor de wegrukking van de ge-
meente geen enkel zichtbaar teken
op aarde. Tekenen, daar moet Israël
op letten.

‘De gemeente is de mannelijke zoon?’

Wanneer je daarmee Openbaring 12 be-
doelt, dan is die mannelijke zoon toch
een andere groep. Hetzelfde woord
wegrukken wordt in Openbaring 12 ook
gebruikt, maar verder houdt elke over-
eenkomst op. Ook over dit punt is al
eens uitvoerig gesproken, deel 11:

http://www.da-ath.nl/?cat=18&paged=4
http://www.salvationofall-av.org/indexNL/Series/profetischwoord.htm

‘De gemeente houdt dus tegen?’

Het probleem voor de Thessalonicenzen was,
dat zij dachten dat de dag van de Heer al aan-
gebroken was. Zij waren misleid door andere
uitleg (een woord), een profetie (een geest)
en/of een brief (niet van Paulus). Vandaag de
dag is er veel andere uitleg.

‘Zoals we gezien hebben, is het logisch.’

Wanneer de gemeente tegenhouder/weer-
houder is, is het logisch dat dus de wettelo-
ze pas onthuld wordt als de gemeente weg
is van de aarde. En wanneer dat zo is, kan
ook de afval komen.
En we hebben gezien uit de tekst, dat deze
twee (de afval + de wetteloze) zich eerst
moeten onthullen. Pas daarna komt de dag
van de Heer met alle gerichten.

‘Dit klopt met de eerste brief.’

Ja, want daarin klinkt duidelijk, dat de ge-
meente wordt weggerukt (Grieks: harpazo)
voordat Gods verontwaardiging (de gerich-
ten van de komst van de dag van de Heer)
zichtbaar wordt (1 Thessalonicenzen 1:10;
5:9-11). Paulus zet in 2 Thessalonicenzen 2
een en ander op een rij voor verontruste ge-
meenteleden.