Woord vandaag

‘Het gaat weer steeds duidelijker worden. Opmerkelijk, die twee
lijnen zo zichtbaar te zien in Handelingen.’

Als Paulus en Barnabas niets nieuws hadden gedaan, dan zou de
uitspraak in Handelingen 14:27 er niet staan. Dan zouden zij name-
lijk in de lijn van de koninkrijksverkondiging hebben gewerkt.
En 
zou Paulus een 13e apostel van de Besnijdenis geweest zijn.
Dan
zouden zij nooit zo afgezonderd zijn geworden in Antiochië.
Deze 
teksten markeren een nieuwe lijn, die door de heilige geest
getrok
ken wordt. En zo zien we dus twee groepen.

‘De koninkrijksgemeente en het lichaam van Christus?’

Exact. Twee gemeentes, de eerstgenoemde lijn verdwijnt langzaam
maar zeker naar de achtergrond en de andere komt na Handelingen
9-13 sterker naar voren. Je leest niets meer over Petrus na Hande-
lingen 15 en des te meer over Paulus na Handelingen 13. Dat is hele-
maal in overeenstemming met de ‘aanpassing’ in Gods plan van eo-
nen: Israël als zendingsvolk tijdelijk opzij gezet en het lichaam van
Christus geroepen door het paulinische evangelie. Deze laatste
groep wordt in Efeziërs 1:12 genoemd als degenen die een voorver-
wachting in de Christus hebben ten opzichte van Israël!

‘Ja helemaal weer duidelijk voor me. Je moet er wel studie van ma-
ken anders kom je er niet uit!’

Gods woord is ook niet om zomaar even te lezen en je begrijpt het
in een keer. Dat willen moderne vertalingen in een zo plat mogelij-
ke omgangstaal wel proberen, maar die pogingen mislukken hope-
loos. Schandelijk, zoals er soms ‘vertaald’ wordt! Voor het verstaan
van de Schrift is inspanning, studie nodig. De Heer geeft dat zelf aan
in Zijn woord: Onderzoekt de Schriften, want die zijn het, die van Mij
getuigen.
Als je geen tijd reserveert om Hem beter te leren kennen,

je Redder, heb je Hem dan wel lief?

‘Dat laatste vind ik best een indringende vraag.’

Je denkt weleens: gelovigen hebben voor van alles tijd, maar je merkt
soms maar weinig van echte, wat diepere kennis van Zijn woord. Je
hoeft echt geen Grieks en Hebreeuws te kennen. Maar neem de tijd,
luister nogeens na wat gezegd is, onderzoek met behulp van goed ma-
teriaal, dat is er voldoende. En ga na of deze dingen zo zijn! Dan krijg
je ook meer zicht op Handelingen en de unieke bediening van Paulus,
die de boodschap brengt waarin Christus Jezus het meest verheerlijkt
wordt!

 

Woord vandaag

‘We zitten even op een zijlijn, maar toch heel wezenlijk vind ik,
om helder te krijgen wat die twee gemeentes zijn.’

Er bestaat veel verwarring over Handelingen. Daarom is het goed,
de lijnen te trekken, die de Schrift zelf aangeeft. Dit zagen we on-
langs op de tweede studie-avond over het koninkrijk in de Griekse
Schrift. Petrus bij Cornelius past dus helemaal in de lijn van de pre-
diking van het aardse koninkrijk van de hemelen. Vergeving van
zonden. Daarom zei hij later in Handelingen 15, dat God hem van
de aanvangsdagen af had uitgekozen, dat de heidenen door zijn
mond het woord van het evangelie zouden horen en geloven.
(Handelingen 15:7).

‘Paulus is dus de andere lijn.’

Hij was al voordat Petrus in Caesarea kwam, zelf door Barnabas
en anderen na zijn aanwezigheid in Jeruzalem verder geholpen,
via Caesarea naar Tarsus gegaan (Handelingen 9:30).
Daarna werd hij door de heilige geest afgezonderd in Antiochië
in Syrië, samen met Barnabas. Daarna wordt zijn naam veranderd
van Saulus in Paulus (Handelingen 13:9). Dat is een zeer belangrijk
gegeven. Ook bij Abram en Sara was dat erg van belang. Het is een
aanwijzing van de heilige geest, dat hij nu ging prediken aan pure
heidenen. Er komt een pauze in Gods handelen met en door Israël!

‘Opmerkelijk ja, hebben we wel eens vaker besproken.’

Blijkt goed om dit te herhalen. Want er is zóveel verwarring over
Handelingen. Goed, als Barnabas en Paulus vertrekken en hun
rondreis gedaan hebben, keren zij terug in het Antiochië in Syrië
en doen verslag van hun bevindingen. Zij vertellen, dat God de
heidenen een deur van geloof geopend heeft
(Handelingen 14:27).

Dit is iets anders dan bij Petrus. We hebben gezien, dat Petrus de
sleutels heeft van het aardse koninkrijk van de hemelen. Die ge-
bruikt hij bij Cornelius. Maar Paulus en Barnabas doen een nieuw
werk onder de heidenen zonder Petrus: God opende een deur van
geloof voor de natiën! 

Woord vandaag

‘Dat van Cornelius, nooit zo begrepen dat hij een proseliet was.’

Wat daar gebeurde was helemaal logisch naar aanleiding van de
zendingsopdracht die de apostelen hadden gekregen in Hande-
lingen 1:8. Zij gaan naar het uiterste van het land. Petrus is sleu-
teldrager sinds Mattheüs 16:18,19, van het koninkrijk van de
hemelen
, waarover uitvoeriger gesproken op onlangs gehouden

Bijbelstudies. Cornelius krijgt dus met anderen uit de heidenen
toegang tot dat aardse koninkrijk.

‘De belofte van de geest was voor alle vlees, staat in Joël.’

Via Israël naar de heidenvolkeren inderdaad. Petrus in Caesarea
is een prachtig type van wat het hele volk zal doen, straks in het
koninkrijk van de hemelen, namelijk alle volkeren tot discipelen
maken. Hij predikte, helemaal in de lijn van het koninkrijksevan-
gelie, vergeving van zonden. Dat is niet rechtvaardiging door het
geloof van Jezus Christus, wat Paulus later verkondigde.  Petrus
opent hier de deur naar het koninkrijk op aarde.

‘Ja, vergeving van zonden kan toch op teruggekomen worden?’

Zeker, kijk maar naar de gelijkenis van de man die 10000 talenten
aan een zekere koning verschuldigd was (Mattheüs 18:24). Zijn
schuld werd hem kwijtgescholden en op zijn beurt deed hij dat
niet tegenover iemand die hem veel minder schuldig was. Daar-
na kwam dat ter ore van de koning en hij moest gepijnigd worden
totdat hij betaald zou hebben al wat hij hem schuldig was.
En dat het hier om vergeving gaat, blijkt uit de vraagstelling en
wat de Heer achteraf als les zegt (Mattheüs 18:21,22,35).

‘Waar gaat deze gelijkenis dan eigenlijk over?’

Over Israël, dat in Handelingen als volk niet kon accepteren, dat
ook de heidenen erbij zouden horen, dat ook die vergeving zou-
den ontvangen. De koning is natuurlijk de Heer zelf en de slaaf
die veel kwijtgescholden (vergeven) was, is Israël. Zij gaan in bal-
lingschap
na Handelingen 28, waar Paulus de profetie van Jesaja

6 op het volk toepast. Zij hadden het koninkrijksevangelie, dat
door de heilige geest gepredikt was, afgewezen. Dat bedoelt de
Heer met : gepijnigd tot alles betaald is.

Woord vandaag

‘We zijn rijk gezegend met overstromende genade. Wat een heer-
lijke toekomst wacht ons!’

Dat is geweldig, we hebben nu nog vaak lijden en verdrukkingen
te ondergaan. Maar wij zullen heerlijkheid ontvangen, veel groter
dan wij vermoeden. Deze ‘groep’, die de Heer gaat ontmoeten in
de lucht, is het lichaam van Christus. Het betreft de gelovigen in
Christus Jezus (Efeziërs 1:1). Die zijn als zonen (Efeziërs 1:5) geroe-
pen tot deze bijzondere groep. De rest van de gelovigen, die tij-
dens Handelingen en na de bazuin van God geroepen worden,
horen bij de koninkrijksgemeente.

‘Dat is een andere groep, dat hebben we gezien. Zij staan in de
lijn van Petrus en de besnijdenis.’

Zij volgen het besnijdenisevangelie. Petrus opende de deur naar
het koninkrijk, omdat hij de sleutels ervan kreeg. Die sleutels
gebruikt hij in Handelingen 2, 8 en 10. In Handelingen 2: 3000
geloven en ontvangen vergeving van zonden worden gedoopt.
Later in Handelingen 8 moet Petrus met Johannes komen om de
handen op te leggen zodat de gelovige Samaritanen ook de heilige
geest ontvangen (Handelingen 8:14-18).
En in Handelingen 10, als hij na een visioen met het laken met de
dieren naar de Romeinse hoofdman Cornelius gaat.

‘Dat was wel bijzonder, hij gaat naar een heiden.’

Petrus ging hier naar Caesarea, het uiterste van het land (Hande-
lingen 1:8). Hij ontmoette de proseliet Cornelius, die God vereer-
de. Cornelius was een proseliet van de poort, dat wil zeggen: hij
was genaderd tot de God van Israël, diende geen afgoden. Hij gaf
aan de armen en bad tot Ieue (Jahweh). Geen ‘pure’ heiden meer.
Petrus predikt het evangelie van het koninkrijk en de vergeving
van zonden (10:43). De heilige geest valt op de aanwezigen en
zo is de deur naar het koninkrijk open voor de heidenen! 

Woord vandaag

‘Wat een verwachting hebben wij. Het zal de bazuin van God zijn,
en wij zullen dan –eindelijk- dat heerlijkheidslichaam ontvangen!’

Op de dagen dat het moeilijk is, putten wij hier moed uit. Hij zal
ons het eerst van al Zijn andere schepselen verheerlijken. Hij is
zelf de grote Eerstgeborene, en wij zijn dat met Hem. Wat een
ongelooflijk voorrecht, waarvoor wij diep dankbaar mogen zijn.
En in zekere zin is de Heer al in heerlijkheid gekomen, namelijk
toen Hij Saulus ontmoette op de weg naar Damascus.

‘Hoe moet je dat zien? Als een soort voorvervulling?’

Misschien wel. De profeten hadden Zijn komst in heerlijkheid
voorzegd. Saulus werd eerst genade geschonken, God liet het
eerst in hem Zijn genade overvloeien. Zo werd Saulus eerder
dan het volk waaruit hij voortkwam geconfronteerd met
de
verheerlijkte Christus. Daarin was hij een type van de uitge-

roepen gemeente, die Hem als Verheerlijkte zullen ontmoeten
bij de bazuin van God. In beide gevallen is dat ruim vóór Zijn
verschijning in heerlijkheid aan Israël.

‘Mooie extra bevestiging. Klopt ook fijn met Efeziërs 1:12.’

In beide situaties zien wij de genade van God overstromen.
Saulus had echt alles verspeeld. Hij kon vanuit de Thora geen
enkele aanspraak meer maken op de gunst van God. Hij wist
dat het een bediening van de dood was. De zonde had hem,
uitgaande van het gebod, gedood. De wet bleek in de praktijk
geen kracht te bevatten om de mens te redden. Bovendien
had Saulus de uitgeroepen gemeente van het koninkrijk ver-
volgd en verwoest. Hij vervolgde Jezus zelf.

‘Wij beseffen steeds meer hoe groot de genade van God is.’

Wij als arme zondaren uit de natiën, zonder God en zonder
Christus in de wereld, waren in grote duisternis. Maar Hij redde
ons uit en liet het evangelie in onze oren komen. Dat betekende
overstromende genade van God, wij aanvaardden Zijn evange-
lie en kunnen ons nu op niets van onszelf beroemen. De grote
heerlijkheid van Zijn genade is, dat wij vanaf de laagste plaats
verhoogd en verheerlijkt worden tot de hoogste plaats –met
Hem- is een genade, die al het andere overtreft!