Woord vandaag

‘Wat een ontmoeting zal het zijn, na onze wegrukking!’

We konden er weleens dichter bij zitten dan gedacht. Door de media wor-
den we bestookt met heel veel berichten. Die kunnen we niet altijd goed
op waarde schatten. De grotere en langer lopende lijnen zouden we in de
gaten hebben. Wat ons tot de bazuin nog overkomt, Vader weet het en
uiteindelijk zal Hij het doen samenwerken tot het goede.

‘Veel mensen denken ook dat we er dicht bij zitten.’

Het verbond met velen zal gesloten worden als startpunt van de laatste
jaarweek van Daniël. We hebben echter nog geen idee wanneer dat zal
plaatsvinden. Tot die tijd zullen we als lichaam van Christus op aarde
zijn, en na de wegrukking misschien nog een korte periode voordat het
akkoord over Jeruzalem en de twee staten ondertekend gaat worden.

‘We hebben de verwachting: heerlijkheid, als zonen van Hem.’

We zijn verzekerd van een machtige toekomst en we willen heel graag
in die bediening boven zijn. Eigenlijk heel nieuwsgierig naar zoiets groots
dat we mogen doen daar. Vader heeft het voor ons gereedgemaakt.
Wij zijn Zijn maaksel, die geschapen worden in Christus Jezus om goede
werken te doen die Hij voor ons klaargelegd heeft.
Wij mogen beseffen in en voor genade geredden te zijn, tot Zijn eer!   

Woord vandaag

‘De geest in ons is die van het zoon zijn. Dat belooft wat!’

Bijzonder veel genade als je je bewust bent zoon van Vader te zijn. Om
niet, want wij zijn gezegend door de Vader, die ons zegent. Hij zegt:

in liefde ons tevoren bestemmend tot zoon-plaatsing door Christus Jezus
voor Zichzelf, in overeenstemming met het welbehagen van Zijn wil

Hier word je stil van. Wonderlijk, hoe Vader ons vóór de eonen op het
oog had. We spraken met elkaar over God die belooft vóór eonische tijden
zodat wij in vaste verwachting van het eonische leven zijn.

‘Heel bijzonder. Je raakt er niet over uitgedacht en uitgepraat.’

We zijn uiterst gezegend, veel staat in Efeziërs 1 van onze hemelse, gees-
telijke zegen en plaats. In Hem, de Geliefde. Veel is het, te veel om te be-
vatten. Onmetelijke liefde, die Hij ons geeft. Kijk, wij hebben niet met de
aardse bediening van Hem te maken, want er staat: door Christus Jezus.
Dat is de hemelse Heer, zittend aan de rechter van Vader. Dus die zoon-
plaatsing moet te midden van de hemelingen zijn.

‘Ja mooi, want dat staat ook in Efeziërs 1:3.’

We zullen als zonen dan onthuld worden aan de schepping. Dat moet iets
zijn hoor. Romeinen 8 spreekt daarvan, maar daar werd (nog) niet duidelijk
waar dat dan is in de schepping. Volgens Efeziërs moet dat een werk zijn te
midden van de hemelse machten en krachten. Daar zullen wij allemaal ons
‘genade-verhaal’ vertellen. Zoals je dat nu in een boek schrijft of mondeling
aan andere mensen doorgeeft.

‘Weet je, ik denk er vaak over na hoe dat dan zal zijn.’

Ja, misschien kunnen we iets ontlenen aan wat Israël moet doen op aarde.
Zoals dat volk koningen en priesters zullen zijn voor de volkeren en Zijn on-
derwijzing aan hen bekend zullen maken, zo zullen wij dat aan de hemeling-
en doen. Van Israël zullen niet allen een bepaald gebied toegewezen krijgen
om over te regeren, zo geldt dat ook voor de gemeenteleden. Israël zal de
lagere waarheden van het besnijdenisevangelie prediken en wij de hogere,
meer geestelijke waarheden aan de hemelingen. Verzoening en genade, en
complete vrijheid. Dat zal indruk maken op de hemelingen, die nu nog geen
idee hiervan hebben!  

Woord vandaag

‘We zijn rijk. Ook al voel je je weleens anders. In Hem zijn wij de rijksten.’

Niet in geld uit te drukken, hoeveel rijkdom aan genade wij in Hem ont-
vingen. We danken God voor de genade in Christus Jezus. Wij hoeven niet
hard te werken om dat te bereiken, anders zou het geen genade meer
zijn. We hoeven niet ons best te doen om welgevallig voor God te zijn.
Wij zijn in Christus welgevallig voor God, net zoals Hij dat is.

‘Ja, heerlijk he, ik ben er blij mee.’

Dat is nu het wonderlijke voor ons gelovigen in Christus Jezus: wij zijn
blij, terwijl wij misschien in ellendige omstandigheden zijn. Niet gezocht
uiteraard, maar Hij geeft ons alles wat we nodig hebben. Rijk, terwijl wij
materieel arm zijn, misschien. Blij, want Hij is onze vreugde. Wij kunnen
ons altijd in Hem verheugen. Blij, omdat wij troost vinden in en bemoedigd
worden door en in Hem.

‘Heerlijk evangeliewoord, Hij maakt ons vrij.’

‘Amen. Wij zijn vrijgemaakt in Hem, wij hoeven onszelf niet vrij te maken.
Wij zijn het. Ah, dat wij dat meer zouden beseffen. Waar de geest van de
Heer is, is vrijheid. Mensen zijn niet vrij, omdat gebondenheid aan de of een
wet (een juk van slavernij dus) wordt gepredikt.
Je moet dit en mag niet dat. Je moet je verheugen als een verplichting.
Nee, als je ontdekt wat je al hebt ontvangen, dan komt automatisch een
glimlach op je gezicht, of in elk geval in je hart: Heer, dank U wel!

Woord vandaag

‘Ja, het was erg veel afgelopen dinsdag, ik denk er nog over na.’

Het was vooral de rijkdom van Gods genade die naar voren kwam. Denk eens
aan het geweldige feit, dat God, die niet liegen kan, vóór eonische tijden het
genadegeschenk van eonisch leven beloofd had
. (Titus 1:1,2).

Dat doet je beseffen: het heeft niets met mijn werken, inspanningen, falen,
succes of wat dan ook maar te maken.

‘Ja het is bijzonder, we beseffen het steeds meer.’

God had alles tevoren gepland. Er kan niets mis gaan bij Hem. Hij is het,
die werkelijk alles in Zijn hand heeft. Geen mogelijkheid dat Hem iets uit
de hand loopt. Heerlijke zekerheid! Het leven van mij, mijn kinderen, klein-
kinderen, ouders, opa’s en oma’s; het is alles in Zijn hand. Hij komt tot Zijn
doel met ze – allemaal.

‘Hij heeft toch ook de kleine dingen op het oog: zelfs vindt de mus een
huis – staat in de Psalmen toch?’

Het kleinste mensje, dat valt niet buiten Zijn voorzorg en voorziening. Hij
vergeet de mens in ellende en verdrukking niet. Hij is nabij. Hij zal doen
wat nodig is. Hij bewaart ons en zal ons bergen in Zijn hemels koninkrijk.
Hij is de levende God, de Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons redt
en roept met een heilige roeping, niet naar onze werken, maar naar Zijn
eigen voornemen en de genade die ons in Christus Jezus geschonken was
vóór eonische tijden!

Galaten studie 32 – 5:1-4


De verzen 5:1-4 spreken scherp; wat zal het zijn: Christus óf be-
snijdenis? In wet óf in genade? De Galaten waren onder het be-
slag van judaïstische leraren gekomen en plaatsten zich onder
de Thora. Als je je laat besnijden móet je heel de Thora houden!
Grote gevolgen, luister naar deze studie: deel A en deel B