‘We zijn zeer gezegend, dat wij zo’n plaats van Vader hebben ont-
vangen. Had je dat ooit kunnen bedenken?’
Het lotdeel dat wij ontvangen, is boven. In de tussenzin van Efeziërs
1:11 staat iets dat je ook moet overwegen, ermee bezig moet zijn:
wij, die tevoren bestemd zijn in overeenstemming met het voornemen
van Hem die alles bewerkt in overeenstemming met de raad van Zijn wil
Onze plaats, ons lotdeel wordt verbonden met Zijn voornemen, Zijn
plan. Het woord voornemen staat ook in Efeziërs 3:11: het voornemen
van de eonen. Dáár heeft het alles mee te maken. En wij zijn tevoren
daarvoor bestemd. Dat zegt Efeziërs 1:5 ook, wij zijn tevoren bestemd
tot zoonschap (plaats van zoon). Dat zoonschap blijkt hier in vers 11 in
te houden, dat wij in overeenstemming met Zijn voornemen ingezet
zullen worden als zonen. De schepping wacht op de onthulling van de
zonen van God, zegt Romeinen 8.
‘Dat is wat! Je kunt het bijna niet bevatten. Wij als zonen ingezet in Zijn
plan van eonen. Waar heb ik dat aan verdiend?’
Het is de rijkdom van Zijn genade, die Hij laat overvloeien in ons. Wij,
die nooit hadden kunnen vermoeden voor zo’n hoge roeping in aan-
merking te komen. Wie zijn wij? In onszelf stellen we niet veel voor.
Maar als instrumenten in Zijn hand, maakt Hij ons tot zonen die Zijn
voornemen uitvoeren onder leiding van Christus Jezus. Nog toekomst!
Als we nog heel even nadenken over dat lotdeel, is het goed te besef-
fen dat Abraham lotgenieter van de wereld is (Romeinen 4:13). Wij
zijn echter alleen voor wat betreft rechtvaardiging door geloof met
Abraham verbonden.
‘Ja dat van het geloof begrijp ik, daarin is hij onze vader, maar wat be-
doel je dan met dat lotgenieten?’
Als we kijken naar Christus Jezus, de Zoon van God, dan zegt Hebreeën
1:2 dat Hij de lotgenieter van het (heel)al is. Omdat Christus Jezus de
eniggeborene van heel de schepping is, heeft Hij automatisch hogere en
verder reikende aanspraken dan Abraham. Daarom zei Hij ook tegen de
farizeeën en schriftgeleerden van Zijn dagen: ‘eer Abraham was, Ik ben’.
En in Hebreeën 1:2 staat óók, dat God door Hem de eonen maakt. En
zo zien we dat het in elkaar grijpt: de Zoon van God, Christus Jezus, is de
lotgenieter van het (heel)al. God maakt door Hem de eonen. Wij zijn
met heel nauw Hem verbonden, die lotgenieter van het (heel)al is. En
wij zijn tevoren bestemd tot zoonschap. de uitvoering van Zijn plan
van eonen. Dat is veel méér dan Abraham, die lotgenieter van de wereld
is! Dank Hem voor die grote genade!