‘Oke, gisteren hadden wij het over de eerste koninkrijksopdracht.
Zijn er nog meer geweest?’
De tweede koninkrijksopdracht luidt als volgt (Mattheüs 28:16-20):
16Â En de elf discipelen vertrokken naar Galilea, naar de berg, waar Jezus
hen bescheiden had.
17Â En toen zij Hem zagen, aanbaden zij, maar sommigen twijfelden.
18Â En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende:
Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de] aarde.
19Â Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt
hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en
leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
20Â En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
Als je kijkt naar de daden van de apostelen (van de besnijdenis) nadat
deze opdracht werd gegeven, zie je dat zij er niets aan hebben gedaan.
Ze hebben geen enkele poging gedaan ook maar iets van deze opdracht
waar te maken! Zij gingen niet naar de natiën.
‘Maar zij spraken toch wel het evangelie van de besnijdenis?’
Ja, dat wel. Maar de opdracht die wij overdenken heeft geen enkel woord
evangelie in zich! Er wordt niets gezegd over redding, bekering, geloof,
opstanding of hemelvaart.
‘Wat is de reden daarvan?’
Daar kijken we later even naar; het gaat er nu om, dat deze Mattheüs
afsluitende opdracht een andere strekking heeft. Hier krijgen de
apostelen de opdracht de natiën tot discipelen te maken. Het gaat uit
van Zijn verhoging als koning boven alle volkeren. Er wordt geen
evangelie uitgezonden. Er wordt geen verdrukking voorzegd.
Gehoorzaamheid wordt zondermeer verondersteld. Hij is met hen
tot de voleinding van de eon.
‘Bedankt, zo heb ik wel meer zicht op de betekenis van deze opdracht.
Het is voor mij heel opmerkelijk, dat er geen evangelieverkondiging
aan verbonden is.’
De opdracht is: alle natiën tot discipelen te maken. Israël zal als licht
van de wereld het onderwijs aan de volkeren geven, zodat die zich als
discipelen (leerlingen) gedragen en de woorden van de Koning zullen
gehoorzamen: ‘onderhouden van al wat Ik u geboden heb’.
‘Dat is zeker geen evangelie van genade. Het gaat om onderhouden en
discipel worden. Dat kom je Paulus absoluut niet tegen.’
Bij Paulus gaat het om een redding die helemaal los staat van de eigen
werken. Geen enkele veroordeling voor de gelovigen in Christus Jezus.
Dat is heel iets anders dan volkeren die als discipelen de geboden van
de grote Koning in Jeruzalem moeten gehoorzamen.
‘Vreemd eigenlijk, dat men juist dit gedeelte steeds als dé grote opdracht
ziet voor de gelovigen van vandaag. Heel vreemd.’
Laten we God danken voor de geweldige redding in genade door Zijn werk!