Woord vandaag

‘Wat waren de belangrijke eigenschappen van de eerste eon?’

De vraag is snel gesteld, maar het antwoord vergt wel tijd. Eén van
de belangrijkste is wel, dat in de eerste eon geen mensen beston-
den. We weten uit Genesis 2, dat de mens eerst geschapen werd
tegen het einde van het werk van God van die week. Op de zesde
dag kwam de mens op het toneel.

‘Wat was er dan wel?’

In het eerste begin was de aarde nog niet geschapen. Zoals we gis-
teren zagen, werd het al in de Zoon van Zijn liefde geschapen. En
dat houdt in, dat de Zoon het eerste geschapen en voortgebracht
was. Uit God, uit de Vader, zoals alles uit God is. Er waren dus geen
mensen, de aarde was er ook nog niet. In welke volgorde de heme-
lingen werden geschapen, het is niet bekend.

‘Wel is te zeggen, dat er hemelingen en sterren/planeten waren?’

Misschien zijn de hemelse wezens zoals soevereiniteiten, heer-
schappijen, gevolmachtigden eerst geschapen. Dat zou kunnen.
Wanneer de sterren de plaatsen zijn die door de hemelingen be-
woond worden, dan zijn die planeten/sterren misschien eerder
geschapen. Dit is in feite niet zo belangrijk. Wat wel van belang is,
is dat de tegenwerker pas later geschapen werd, niet bij de eerste
hemelingen.

‘Hoe weten we dat?’

Omdat de duisternis pas later kwam, in verband met de resultaten
van het gericht, kunnen we daaruit voorzichtig opmerken, dat ook
de tegenwerker kennelijk later dan de anderen geschapen werd.
Kennelijk werd hij geschapen nadat de aarde geschapen was.
Toen de aarde geschapen werd, juichten de zonen van God, staat
in Job 38:7. Dat zou de tegenstander niet gedaan hebben.

Woord vandaag

‘Bijzonder, dat hele plan van God, van A tot Z.’

Het hele plan van Vader, de eonen, een machtig geheel. Hij voert het
uit in Christus Jezus. Er wordt gesproken over ‘vóór de eonen’. Dat
lees je bijvoorbeeld in 1 Corinthiërs 2:7 :

wij spreken Gods wijsheid in een geheimenis; wijsheid die verborgen
was, die God voorbestemde, vóór de eonen, tot onze heerlijkheid

Paulus was kennelijk door Christus Jezus onderwezen over Gods raads-
besluit. Hoe kon hij anders schrijven op deze manier? Alleen hij zegt
‘de eonen’ en ‘Gods voornemen van de eonen’ (Efeziërs 3:11).

‘Daar hoor je maar weinig over spreken.’

Hij schiep het al in Zijn Zoon. Dat houdt in, dat Zijn Zoon door Vader
voortgebracht was vóór de eonen begonnen. De Zoon werd volgens
Hebreeën 1:2 aangewezen, gesteld tot lotgenieter van het al (alles), 

door Wie Hij ook de eonen maakt.

Daar heb je het weer: ‘de eonen’. Ook de Hebreeënschrijver schrijft er
als iets bekends over. Misschien schreef Paulus deze brief, en anders
was het iemand die goede contacten had met de apostel.

‘Ja, de geïnspireerde schrijvers waren er bekend mee.’

Door God geïnspireerd, ja. Hij heeft Zijn heilige geest in de schrijvers
laten werken om ook zo de eonen bekend te maken. Die grote, lange
tijdperken, waardoor Hij Zijn voornemen uitwerkt. De Zoon is de grote
uitvoerder van Zijn voornemen. Wanneer je kijkt naar die eerste eon,
nadenkt over wat eerst was, dan raak je in verwondering.
Toen, bij aanvang van de eerste eon, schiep God Zijn universum, het
al, in de Zoon van Zijn liefde. Dat staat in Kolossenzen 1:16 :

in Hem is het al geschapen

Wat een eenvoudige, geweldige zin. Het doet denken aan de opening
van Genesis 1: in begin schiep God de hemelen en de aarde.

 

Woord vandaag

‘Weet je, elke keer maakt de boodschap van genade mij blij.’

Dat maakt onze God en Vader ook blij. Het is Zijn welbehagen,
dat
mensen Hem beter leren kennen. In Zijn wezen, in Wie Hij
werkelijk
is: liefde. En Vladimir Gelesnof, die van Russische,
adellijke komaf
was, zei ooit:

genade: dat is Gods liefde in actie.

Deze startte in 1909 met A.E. Knoch de bijbelstudie uitgave
UR (
Unsearchable Riches: onnaspeurlijke rijkdom), dat nog
steeds verschijnt.

‘Ja, een bijzondere genade, dat God dat geeft.’

In die ruim 100 jaar zijn ongelooflijk veel artikelen verschenen,
met 
grote nadruk op de boodschap van genade en verzoening,
die de apos
tel Paulus mocht verkondigen. Daarin verschenen
allerlei studies, die laten zien wat de Schrift
 over het probleem
van het kwaad zegt
. Antwoorden. God gebruikte deze twee
broeders om die te geven.

‘Wanneer je dat verstaat, krijg je volle vrede in je hart.’

We zijn gezegend, dat we die grote God en Vader mogen
leren kennen. 
Hij laat niet los wat Zijn hand begon. We zijn
op weg naar het 
grote einddoel van Gods plan. Nu is Hij nog
niet alles in allen. Daarom 
weten we, dat we er nog niet zijn.
Hij is niet als de god van het christen
dom, die mensen voor
eeuwig pijnigt in de hel. Dat is een zeer grove
karikatuur van
wie God werkelijk is.

‘Hij redt allen. Punt uit.’

De tegenstander is erin geslaagd het juiste beeld van God
te verduisteren. D
oet zich voor als een boodschapper van
licht, maar 
brengt duisternis. De boodschappers en men-
sen die onder de tegenwerker staan, maken 
het leven voor
anderen tot een hel. Dat is wat zij doen, en het is 
schandelijk
zelfs maar te noemen waar zij zich mee bezig houden.
Gelukkig heeft Gods liefde het laatste woord.
Dát is de bijbelse boodschap!

Woord vandaag

‘We zijn gezegende mensen. Veel genade ontvangen.’

Opmerkelijk blijft, dat het paulinische evangelie zo weinig waardering
ontvangt. Misschien komt dat, omdat mensen van jongs af leren een
prestatie te leveren om waardering te krijgen. En daarom is sinterklaas
een aansprekend iets voor kinderen. Ze krijgen zomaar cadeautjes.
Maar ook dan zit er een adder onder het gras: ze moeten wel goed
gedrag hebben getoond. Dus toch weer religie.

‘Genade is iets anders dan pakjesavond.’

Daarom kun je wel begrip opbrengen voor mensen die om redenen niet
aan sinterklaas doen. God schenkt genade. Dat wil zeggen: mensen die
het allemaal verspeeld hebben, die het niet verdienen, ontvangen rijke
zegeningen. Ook het geloof ontvangen ze als een genade-geschenk.
Over wie hebben we het dan? Over u, jou en mij. En ieder die dit leest
en God gelooft. Zoals een kind simpel de ouders gelooft, zo geloven
wij God. Onze Vader, die ons vertrouwen voor de volle 100% waard is.

‘Heerlijk. Wat is het toch een rijk evangelie.’

De mensen –ze verwachtten Hem niet, 2000 jaar geleden. Alleen het
uitverkoren volk Israël kon weten dat Hij zou komen. Maar een min-
derheid van het volk keek naar Hem uit. Hij kwam wel, op de door de
Vader aangewezen tijd. Jozef en Mirjam waren blij. De boodschappers
spraken het: ‘Ere zij God’ uit, als geweldig type van het later te roepen
lichaam van Christus. Hij kwam, en stierf later aan het kruis. Voor alles
en iedereen. Vader wekte Hem op en zo kwam de redding van alle
mensen tot stand. ‘Wat moeten wij doen?’ Roept de religieuze mens.

Niets! Zegt het evangelie. ‘Het is volbracht’!   

Woord vandaag

‘Ja, die hemelse roeping is een heerlijke toekomst.’

We zijn uiterst gezegend, we leven daar vaak langs, het besef ervan
raakt zo snel op de achtergrond. Omdat we sterk gehecht zijn aan de
aarde en het aardse. Wanneer Vader je door Zijn geest ertoe trekt om
gericht zijn op de hemelse dingen, dan ben je gezegend. Daarom bidt
de apostel om een geest van wijsheid en onthulling in erkenning van
Hem – Efeziërs 1:18,19.

‘Gezegend met iedere geestelijke zegen te midden van de hemelsen.’

En dat is: in Christus. In Hem zijn wij bijzonder rijk gezegend. Je raakt
daar nooit op uitgekeken. Als je de verwondering van de apostel door
de regels heen leest, krijg je ook een verwondering over je. Over zo-
veel heerlijkheid die de Vader ons om niet geeft. Het is geweldig.
En dan word je stil, en dankbaar.

‘Ja, erg fijn om over dit alles met elkaar te spreken.’

De uitgeroepen gemeente wordt vergeleken met een huis. Een wo-
ning waar God in woont door Zijn geest. Dat zou een pijler en funda-
ment van de waarheid zijn. Het lijkt nu meer op een open gelegen-
heid waar mensen elkaar zien en waar het doen en het gericht zijn
op het zichtbare
overheerst. In dit bijzondere huis zou echter het

met elkaar spreken en delen van deze dingen tot opbouw aanwezig
zijn. Dan wordt de gerichtheid wat op boven is versterkt. En dat is
goed, want dáár is: Christus Jezus!