Galaten studie 30 – 4:26,27

Op 11 november 2014 werd opnieuw stilgestaan bij de typologie van Galaten 4.
‘Het Jeruzalem boven’, wat is dat? Het nieuw Jeruzalem? Het hemelse Jeru-
zalem? En wat betekent ‘hemels’ in de Hebreeenbrief? Allemaal vragen, die
aan de orde kwamen. Luister mee: deel A en deel B.

Woord vandaag

‘Die heerlijkheid die komt, ik denk daar vaak aan. Vooral als ik het lijden zie.’

En de heerlijkheid zal voor de Zoon het grootst zijn, wanneer Hij de vrucht van Zijn
lijden en sterven zal zien. Hij werd opgewekt door Vader, die geweldige derde dag,
toen werd alles anders. Voor Vader ook, hoewel die het hele plan overzag. Voor de
schepping werd alles anders, de hemelse machten hebben dit gezien en zijn ver-
wonderd over wat allemaal gebeurde met de Zoon. Natuurlijk al eerst dat Hij mens
werd en vervolgens, dat Hij diep moest lijden en zelfs aan het kruis moest sterven.

‘De tegenwerker was alert en beproefde Hem in de wildernis.’

De Heer was daar 40 dagen en nachten, een tijd van beproeving, die leek op de tijd
dat Mozes op de berg Sinaï was. Daar is de Heer misschien toen ook geweest. In elk
geval staat er, dat de diabolos, de door elkaar werper, Hem meenam op een hoge
berg en daar alle koninkrijken van de wereld en hun heerlijkheid liet zien. Dat zou
aan de Zoon toevallen als Hij één keer Zijn knieën zou buigen voor hem. Een be-
proeving, die inspeelt op menselijke zwakte en begeerte van het vlees.

‘De Heer antwoordde met “er staat geschreven”.’

Beter antwoord kon Hij, als het Woord van God, niet geven. In de onderwijzing van
Ieue staat, dat alleen Ieue Alueim (de Heer God) aanbeden mag worden. Daar hield
de Zoon het op. Dat leidde Hem, Hij was al van jongs af aan vertrouwd met de Schrif-
ten en op 12-jarige leeftijd was Hij al druk in gesprek met de geestelijke leiders van
Israël over Tenach. En Hij leefde naar het onderricht, waarvan Hij gaandeweg ontdek-
te, dat het over Hem zelf ging! Door de kracht van de heilige geest kon Hij zo leven! 

Woord vandaag

‘Scherp hoor, dat woord van God.’

Het is als een tweesnijdend scherp zwaard. Zowel dat wat de Heer te midden van
Zijn volk verkondigde als wat Paulus zei; het is scherp. Het scheidt ziel en geest van
elkaar. Let op de reacties van de religieuzen van hun dagen (de orthodoxie). De
Heer werd uiteindelijk gekruisigd en Paulus gestenigd. Dat is nogal wat.
Het lijden met het evangelie. Dat wat de apostel ook Timotheüs aanzegt: Lijd kwaad
met het evangelie in de kracht van God.

‘Het is wel een zegen, dat wij God hebben leren kennen.’

Ja, en op een of andere manier brengt dat lijden met zich mee, en we zijn door Hem
gekend! Hij kent je, Hij kent u, Hij kent mij. De gelovigen van alle tijden weten daar
iets van. En wat hebben wij zicht op God, die Zijn grote plan uitwerkt door Zijn gelief-
de Zoon! Het blijkt door het evangelie van de apostel Paulus, dat God werkelijk liefde
is en zonder voorwaarden de mens –u, jij en ik- aanneemt. Dat dus doet zonder enig
aanzien van persoon. Het maakt niet uit waar je van afstamt, Hij heeft je lief!

‘We zijn geliefd in de Geliefde!’

God zet ons in Zijn ruimte. Dat wisten Psalmisten ook: Hij stelt mij in de ruimte.
We zijn niet onder de Thora van Mozes, maar onder de genade. God zet je in Zijn vrij-
heid, Zijn ruimte. We zijn verlost van alle religieuze plichten, waar we ook onder leef-
den: nu zijn wij vrij in Christus Jezus! Met een heerlijke toekomst door Hem.
Dat helpt ons in ons lijden: de heerlijkheid die ons wacht is onvoorstelbaar groot; Hij
zal ons in de ruimte stellen en bewerkt dat door het lijden heen. Een alles overstijgen-
de heerlijkheid! 

Woord vandaag

‘Om over na te denken, dat 1 Corinthiërs 6:1-3. De gelovigen beseffen dit
meestal niet.’

Veel gelovigen willen, als gevolg van een op de aardse dingen gerichte prediking,
niets van een hemelse roeping weten. Dat is wat we hebben gezien in Filippenzen
3, waar gezegd wordt dat zij wandelen als vijanden van het kruis van Christus.
Als gevolg daarvan blijkt hun wandel ook op aardse dingen gericht te zijn. Terwijl
hun –en ons- domein in de hemelen is, volgens Filippenzen 3:20 en andere Schrift-
plaatsen.

‘Klopt. Als je daarover met gelovigen gaat praten, dan geven ze vaak niet thuis.’

Nee, zij voelen zich inderdaad niet thuis in de hemelen. Zij zijn liever op aarde, wat
zij kunnen tasten en voelen en beleven. Geen geestelijke antenne. In de dagen van
Paulus was het al zo, dat velen zo wandelden, als vijanden van het kruis van Chris-
tus. Zij leefden ziels-vleselijk en richtten dus hun aandacht op de zichtbare dingen,
en hadden geen idee wat een hemelse roeping betekende en betekent.

‘Maar dat is toch ook het gevolg van de tegenstander als boodschapper van het
licht?’

Jawel, hij heeft zijn handlangers doen infiltreren in het christendom. Mensen als
Rick Warren hebben een heel andere agenda dan de opbouw van het lichaam
van Christus. Zo zijn er heel wat meer. Wolven in schaapskleren. Zoals Paulus
zegt tegen de oudsten in Milete, dat uit hun midden grimmige wolven zouden
opstaan, die de schapen zouden opeten (beeldspraak uiteraard).

‘Dat was toen, maar is dat nu nog steeds zo?’

In deze dagen is het niet anders. Eén van de kenmerken van deze werkers is,
dat zij de gelovigen richten op deze aarde en niets willen weten van een hemelse
roeping. Zij hebben geen geestelijke prediking, maar een vleselijke. Je kunt het
onder meer zien in de charismatische beweging. Vanaf het begin in Los Angeles
in 1906 is het één lange misleiding door verleidende geesten. Het leidt de men-
sen altijd af van het Woord en de werkelijk geestelijke dingen af naar vleselijke
of bovennatuurlijke verschijnselen. Paulus kan men niets mee, want die wijst
zaken als spreken in tongen en profetie en lichamelijke genezing in feite af.
Laten wij dankbaar zijn, dat God ons redde en redt van de dwaling door de brie-
ven van de apostel van de natiën! 

Woord vandaag

Het evangelie blijft goed nieuws, ik ben er blij mee.’

Het voorziet in wat we zo nodig hebben: uitzicht op een heerlijke toekomst, we
krijgen antwoord op de grote levensvragen. Bij mensen gaat dat vroeg of laat
wringen. Waar gaan ze naartoe als ze komen te overlijden? Is er dan iets na de
dood? Of zou dit het nu echt allemaal zijn? We zijn bijzonder begenadigd met een
werkelijk fantastische boodschap!

‘Velen groeiden in kerk en kring op met een in feite triest woord.’

Als je werkelijk God gelooft, dan kom je uit de uitzichtloosheid en ontvang je
leven, een nieuw en heerlijk uitzicht. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor allen
die je lief zijn, je familie, je vrienden en kennissen. Niet dat geloof een voorwaar-
de is wat jij moet doen, het is een geschenk van God. Wanneer de waarheid van
het evangelie tot je doordringt, word je bevrijd van slavernij.
God zet je in de vrijheid, vrij van het juk van de wet, van de zonde!

‘Bevrijdend evangelie, werkelijk allen gered door Gods liefde.’

Alleen het evangelie is Gods kracht tot redding voor eenieder die gelooft. Het
gaat niet om wat wij, maar wat Hij doet. Dat zet je als mens werkelijk vrij: Zijn
genade. Een roeping die bijzonder veel inhoudt vooor ons; wij zullen de wereld
en de boodschappers richten, staat in 1 Corinthiers 6:1-3. Dat moet groots zijn!