Filippenzen studie 11 – 1:6


Wat is een dag in de Schrift? Het antwoord daarop zal
u misschien verbazen, of ook niet. Het is duidelijk, dat 

we steeds meer ontdekken wanneer we de Schriften 
volgen. Het is een genade, dat we dienen in het lichaam
van Christus. We kijken naar de gezindheid van Christus
Jezus, Die ons voorbeeld is. Werken, wat we doen, het-
zij goed of anders, het wordt bekeken in de nabije toe-
komst bij Hem. Naluisteren: deel A en deel B.

 

Woord vandaag

8 februari 2017
‘Wat een dag, als we bij Hem zijn.’

We kijken ernaar uit. Wanneer het is, we weten dat
niet. God zelf bepaalt het moment wanneer de Zoon
zal blazen, want 1 Corinthiërs 15:52 zegt:

want Hij zal bazuinen en de doden zullen onverder-
felijk opgewekt worden

In Openbaring 8 en 9 lezen we, dat de boodschap-
pers bazuinen. Bij de gemeente blaast Hij, Christus
Jezus, zelf. Hét grote genade-moment is daar.

‘Ik kijk ernaar uit.’

Velen doen dat, de Heer zelf ook. Wat een groots
moment moet dat zijn, ook voor Hem. Want al die
gelovigen samen die Zijn geestelijke lichaam vor-
men, maken Hem compleet. De gemeente wordt
zo genoemd in Efeziërs 1:23 :

het complement van Hem, Die het al in allen com-
pleet maakt

Hij is dus zonder dat lichaam incompleet, onvolledig.
Dan moet het voor Hem iets bijzonders zijn.

‘Daar ben ik stil van.’

Het is zo’n woord, dat je de adem ontneemt, beel-
dend gesproken. Hij is met ons allen samen eerst
volledig. Wij zullen door Hem ingezet worden te
midden van de hemelse machten en krachten. Om
hen de machtige verzoening te brengen, als evange-
lie de Christus verkondigen. Zo zullen ook die uitein-
delijk onderschikkend zijn aan de Zoon en zo aan
de God. Ook hun Vader.

Woord vandaag

7 februari 2016
‘Wordt de waarheid nog gehoord?’

Daar waar Gods woord klinkt. Daar is het. Er zijn
talloze afdwalingen, daar hadden de Korintiërs
mee te maken. Zodat Paulus moest zeggen:

want er moeten wel sekten onder jullie zijn, opdat
wie beproefd blijken in jullie midden openbaar zou-
den worden
                           1 Corinthiërs 11:19

En daarna zegt hij iets over de manier waarop zij
hun maaltijden hielden. Er waren ook daar zoge-
naamde ‘agape-maaltijden’ ofwel ‘liefde-malen’.
Sommigen presteerden het, daar dronken te zijn.
Anderen aten zich helemaal vol. Zo niet!

‘Wat zegt Paulus dan?’

Dat zij hun maaltijden niet hielden zoals de Heer met
Zijn discipelen. In die gezindheid. De Korintiërs ont-
brak het aan echte ootmoed en nederigheid zoals
Hij
die toonde. Hij diende te midden van de Zijnen.
De Korintiërs wilden heersen, en dat nu, op aarde.
Terwijl dat in de toekomst pas zal zijn.

‘Dat was in de samenkomsten te merken.’

De mens (‘ik ben van …’) centraal, niet God en Zijn
woord. Daardoor waren de bijeenkomsten niet orde-
lijk, maar chaos. Ieder wilde zijn of haar zegje doen.
Dat was niet tot opbouw. Zij hielden Paulus op een
afstand (en vermoedelijk Apollos ook). Omdat eigen
mening
in plaats van Gods wijsheid (vlees in plaats

van geest) kwam. Ze hadden al vast voedsel moeten
eten, maar hadden liever nog de melk.

‘Er was nog veel aan te merken.’

Onvolwassen in het geloof. Dat bleek uit hoe zij naar
de werking van de geest van God keken. Het ging
hen
om de gave in plaats van de vrucht.
Spreken in tongen, profetie en lichamelijke genezing
belangrijker dan geloof, verwachting en liefde.
Zoals de Galaten ging bij hen vlees boven de geest
van God
. Laten wij de ootmoedige gezindheid van
Christus Jezus
centraal stellen.
En dienen in plaats van heersen.

Woord vandaag

6 februari 2017
‘De Zoon is al gesteld tot hoogste.’

Sinds de opstanding van Christus ziet het er
wezenlijk anders uit. Volledig volgens Gods plan,
in de schepping staat Christus als hoogste geno-
teerd. Hij reinigt/heiligt Zijn geestelijke lichaam,
de uitgeroepenen van deze tijd. Hij is aan Gods
rechter(hand) gesteld, met alle macht bekleed.

‘Dat wordt niet erkend.’

De tegenstander en zijn geestelijke volgelingen
accepteren dat niet. Ze verzetten zich er hevig
tegen. De menselijke onderdanen van de tegen-
stander eveneens. Zij brengen dan ook heel an-
dersluidende berichten de wereld in. De mens
tot god verheven en zo.

‘De mens loopt in een waan.’

De waan van de dag is: steeds meer afstand ne-
men van de hoogste en meest fundamentele
waarheid. Dat God, de Schepper, de Vader, ook
werkelijk God is. De mens heeft zichzelf steeds
meer in die positie geplaatst. Vandaar dat nu
sprake is van de dictatuur van de humaniteit.

‘Wat houdt dat in?’

Al wat menselijk is, met de rechten van de mens
overeenstemt, moet gelden. In plaats van Gods
waarheid en dus Gods woord. De Bijbel, als bron
van waarheid en wijsheid van God, geldt niet, is
naar de rand van de samenleving geduwd. Men
wordt voorbereid op de tijd dat God een werking
van dwaling zal sturen, zodat zij de leugen zullen
accepteren (2 Thessalonicenzen 2:11).

Woord vandaag

5 februari 2017
‘God zal het juiste doen bij het richten.’

God maakt geen fouten, Zijn Zoon zal precies
dat doen wat nodig is, in het gericht. De grote
witte troon zal aan het licht brengen wat ver-
borgen was gebleven. En dat is nogal wat.
Achter de schermen gebeurt het belangrijkste,
ook in onze tijd. Er is media-aandacht voor van
alles en nog wat. Maar het belangrijkste blijft
geheim, en dat zal dan alsnog bekend worden.

‘Dat moet dan wel groots zijn.’

Dat zal het ongetwijfeld zijn. Mensen maken
zichzelf en andere mensen groot. Het punt is,
dat God veel groter is dan al de mensen bij el-
kaar. Vaak heb je de gedachte dat je maar zo
weinig weet van die grote God, Die alles in Zijn
hand heeft. Alle touwtjes heeft Hij in handen.
De Zoon is de grote Uitvoerder in Gods plan,
dat getuigt Efeziërs 3:10,11.

‘We zien nog niet Wie Hij is.’

Wanneer Hebreeën Psalm 8 citeert, blijkt dat
deze niet over de mens als kroon op de schep-
ping gaat, maar over de Zoon. Hij is, zoals in al-
le Psalmen, het onderwerp. Hoofdstuk 2:8 zegt:

alles hebt U onder Zijn voeten ondergeschikt

Dat is zo, God heeft Hem zo gesteld. Het punt is,
dat wij nu nog niet zien dat Hem alles onderge-
schikt is (2:8). Maar dat maakt de uitspraak niet
minder waar! Het is een kwestie van tijd, dat al-
len dat erkennen en Hem ondergeschikt zijn.