Woord vandaag

‘Ja bijzonder roepingen, speciaal voor ons.’

We zijn geroepen voor de bediening boven. Nu zijn we nog in verne-
dering in ons aardse lichaam. Straks zullen we een hemels, geestelijk
lichaam ontvangen. We leven en wandelen nu in onze aardse om-
standigheden, en dat zouden we in ootmoedigheid doen. Het woord
dat de grondtekst daarvoor heeft, is laag (Grieks: tapeinon).

‘Dat is de gezindheid van Christus Jezus?’

Ja, Hij zei van Zichzelf:

leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en ootmoedig van hart

Deze zachtmoedigheid en ootmoedigheid had en heeft Hij eerst
naar Zijn Vader. Hij toonde het toen Hij mens was op aarde. En dat
zouden ook wij van Hem leren. Paulus wijst erop in Filippenzen 2,
de gezindheid van Christus Jezus. Dat is de houding die Hij heeft en
die ook wij zouden hebben.

‘Dat is het.’

Het evangelie van de genade van Christus zou ons in feite vanzelf
tot ootmoedigheid brengen. Je beseft het zelf absoluut niet te kun-
nen. Je hebt je Vader in alles nodig. Helemaal afhankelijk van Hem.
Genade ontvangen wil zeggen: je hebt geen eigen verdienste, geen
eigen kracht. Dat maakt ootmoedig; het bepaalt je bij Gods kracht.

De dag van Christus en Filippenzen

Op 16 december 2015 werd stilgestaan bij Filippenzen 4:14-20. Zij stuurden de apostel
meerdere keren ondersteuning. Wat spreekt daaruit? Welke houding komt in deze brief naar voren? Ook werd eerst ‘de dag van Christus’ besproken.
Een bijlage is hier beschikbaar.
Alle studies tot nog toe kunt u beluisteren/downloaden bij www.ebenhaezer.nl en op
www.hetbestenieuws.nl onder Salvation of All
Luisteren: deel A en deel B  

Woord vandaag

‘Was verhelderend vond ik, de diverse opstandingen.’

Dat is de grote verwachting die gelovigen hebben. Abraham wist ervan,
God kon zijn zoon opwekken uit de dood, dat geloofde hij. Later wekte
Vader Zijn eigen Zoon op en begon er iets nieuws, dat geweldig is.
Het heeft ook te maken met de verschillende dagen die de Schrift kent.
Gisteravond hebben we daarnaar gekeken. Wat is de dag van Christus?
En: wat is het onderscheid met de dag van IEUE (des Heren).

‘Ja, de Schrift maakt onderscheid.’

De dag van IEUE, in onze vertalingen ‘de dag des He(e)ren’ genoemd,
is de dag die in Tenach (OT) wordt aangekondigd door de profeten.
De komst van die dag is met gerichten, die onder meer in Openbaring
beschreven staan. Johannes zag daar de uitlopers van de profetie en
kreeg meer onthuld, bovenal wordt de Heer Jezus Christus onthuld in
dat bijzondere bijbelboek.

‘En de dag van Christus is iets anders?’

Ja, we hebben gezien, dat de dag van Christus door Paulus gebruikt
wordt. Dat zegt wel iets. Het heeft met het lichaam van Christus te
maken Dat heeft nu eenmaal een bijzondere roeping voor heel de
schepping uiteindelijk. Bedenk, dat God in Genesis 1:5 het licht dag
noemt. En de duisternis nacht. Voor ons gaat de grote dag aanbreken,

wanneer Hij in de lucht komt en de bazuin van God klinkt! 

Woord vandaag

‘Wat een genade, die eerdere opstandingen.’

Die hebben te maken met verschillende roepingen. De Zoon zelf, on-
ze Heer Jezus Christus, had een zeer speciale roeping. Hij was de Ge-
zondene bij uitstek. Tot redding van heel de wereld. Daarom wekte
Vader Hem op, al op de derde dag en niet aan het eind van deze ou-
de schepping. Alleen Zijn dood en opstanding brengt redding.

‘En de andere geroepenen?’

Die worden ook door Vader eerder opgewekt, omdat zij een speciale
functie hebben te vervullen. Dat gaat om Israël en het uitgeroepen
lichaam van Christus. Die laatste eerst, want zij worden opgewekt bij
de bazuin van God (1 Thessalonicenzen 4:13-18). En worden met
kracht van de aarde weggegrist om boven bij Hem te zijn, in het Hoofd-
kwartier om later van daaruit de hemelse machten te bereiken.

‘Ook Israël kent een eerdere opstanding?’

Dat is de opstanding van de rechtvaardigen (Lucas 14:14). Die zal
plaatsvinden aan het begin van de dag van IEUE (Ik ben), en wordt in
Openbaring 20:5 de vorige (of eerste) opstanding genoemd. Dat is
voor het volk Israël met name. Israël is Gods kanaal tot zegen voor
de volkeren in de komende tijdperken (eonen/aionen). Zo zien we, dat
opstandingen uit de doden speciaal zijn, voor bijzondere groepen.

‘En de algemene opstanding van doden is later?’

Dat betreft zij, die geen deel hadden aan de bijzondere roepingen tij-
dens Gods plan. En in ongeloof stierven. Zij komen voor de grote witte
troon. Daarop zit de Heer, en Hij zal, als inluiding van de dag van God,
hen allen richten waarop zij nog de tweede dood in moeten. Daarna,
als de tweede dood is opgeheven, zullen allen levendgemaakt worden
om nooit meer dood te gaan, nooit meer te sterven. Dat is dan voor
altijd voorbij. Allen leven dan in onderschikking aan Hem!

Woord vandaag

‘De opstanding uit de doden maakt alles anders.’

Het geeft een heerlijk uitzicht op een toekomst die zeker is.
We leven hier maar kort, wanneer we het afzetten tegen het leven
in de toekomst. In de oudere tijden, vóór de komst van de Messias
Jezus voor Zijn volk Israël, was alleen een algemene opstanding
be
kend. Abraham wist ervan toen hij zijn innig geliefde zoon Isaäk
op
 het altaar legde. Zo zegt Hebreeën 11 dat; hij overwoog daarbij,
dat God bij machte was hem weer uit de dood terug te geven.

‘Blijft een machtig type van de Zoon van God, die Isaäk.’

Ja, de Zoon deed de Vader ook (glim)lachen, menselijk gezegd. En
Hij deed en doet steeds wat de Vader wil. Abraham kende God zo,
dat hij geloofde dat Vader zijn zoon uit de doden kon teruggeven.
De profeten gaven ook blijk van de opstanding, zoals Jesaja 25:8:

Hij zal de dood permanent opslokken
En mijn Heer IEUE zal elke traan van alle gezichten wissen

Een profetie die onder meer door Johannes in Openbaring 21 wordt
aangehaald. Ook hier blijkt de geweldige troost, die het besef van
opstanding uit de doden geeft.

‘Dit is een algemene belofte.’

In de latere onthullingen wordt meer zichtbaar. De mensen rondom
Jezus geloofden wel in de opstanding op de laatste dag, zo blijkt uit
Johannes 11 bij de dood en opstanding van Lazarus. De vrouwen
kenden wel een opstanding op de uiterste dag, maar wisten niets
van opstandingen uit de doden! Dat maakt de Heer duidelijk, en later
mocht Paulus daar nog veel meer over zeggen in 1 Corinthiërs 15.