Woord vandaag

‘En nadat Sergius Paulus tot geloof was gekomen, gaan
Barnabas en Paulus naar Antiochië in Pisidië.’

Daar gaat Paulus in de synagoge spreken nadat de traditionele
lezing van de Thora en de Profeten gedaan is. Hij richt het
woord daar tot de aanwezigen: Israëlitische mannen en jullie
die God vrezen. Die laatste groep zijn proselieten, dat wil zeggen:
heidenen, die tot de God van Israël genaderd zijn en deelnemen
aan de wekelijkse synagoge samenkomsten. Ze hielden zich in
meer of mindere mate aan de Thora.

‘Dus Paulus’ luisterend publiek wist al heel wat van Thora en
de Profeten.’

Paulus’ spreken liep erop uit, dat hij op basis van de dood en op-
standing van de Heer Jezus Christus vergeving van zonden ver-
kondigde. Dat was de boodschap in het verlengde van wat ze steeds
uit Tenach gehoord hadden. Hij wijst op rechtvaardiging door ge-
loof, maar dat is niet op basis van uitsluitend de genade van God.
Het is een prediking van geloof op basis van de Mozaïsche Thora.

‘En daarop volgden heel wat uit de synagoge Paulus en Barnabas.’

Dat zegt vers 43. Wat Paulus verkondigde, was meer genade dan
wat
zij gewend waren te horen in de synagoge. Hier verkondigde
de apostel op basis van de Thora en de Profeten de rechtvaardi-
ging zoals die bekend was in Tenach. Maar dat is niet wat hij aan
de natiën verkondigde die niet in de synagoge kwamen! Voor
wat hij aan de ‘pure’ heidenen verkondigde, moeten we in zijn
brieven kijken. Daar schrijft hij bijvoorbeeld in Romeinen 3:21,
dat ‘nu, buiten de wet om, gerechtigheid van God geopenbaard
is, waarvan de wet en de profeten getuigen, gerechtigheid van
God door het geloof van Jezus Christus’.

‘Wacht even, het dringt tot me door: in Antiochië in Pisidië
was de prediking in de synagoge anders.’

Het grote verschil is: in de synagoge verkondigt hij aan Joden
en proselieten vergeving van zonden en en rechtvaardiging
door geloof op grond van de Thora en de Profeten. Buiten de
synagoge verkondigt hij rechtvaardiging door het geloof van
Jezus Christus, buiten de wet om. Dat maakt een groot ver-
schil. Dat is het basisprincipe van het evangelie van de voor-
huid!

Woord vandaag

‘Wel goed dat weer te zien, de vergelijking met die
gelijkenis in Mattheüs 18 en Handelingen.’

Zo is het gegaan in de geschiedenis met Israël. Toen het
evangelie van het koninkrijk stuitte op opnieuw de weer-
stand van de leiders van het volk, ontstond een nieuwe
ontwikkeling met de roeping van Saulus op weg naar Da-
mascus. Hij werd geroepen om kwaad te lijden en recht-
streeks naar de heidenen te gaan, zonder dat eerst het
hele volk tot berouw en bekering was gekomen.

‘Ja, heel bekend, maar soms zit ik er wel mee, wat Saulus,
later Paulus, deed en zei.’

Je kunt kijken naar de vier periodes van prediking, van
rondgaan onder de heidenen. De eerste ‘pure’ heiden die
tot geloof kwam, was Sergius Paulus. Daarvoor had Sau-
lus gesproken tot de Joden in de synagogen en werkte in
de lijn van de aardse koninkrijksverwachting zoals Israël
die kende. Daarnaast predikte hij ook tot proselieten (be-
keerlingen uit de heidenen tot het (Jodendom).

‘Maar, als je leest, predikte hij in Handelingen 9-12 dat
Jezus de Zoon van God is.’

Jawel, en heel tekenend werd hij in Handelingen 13, tij-
dens hun aanwezigheid in de gemeente van Joden-chris-
tenen afgezonderd door de heilige geest voor een speci-
aal werk. Dat woord ‘afzonderen’ is belangrijk. We zien
een daarna een nieuwe ontwikkeling: Er wordt voor het
eerst rechtstreeks tot een pure heiden (geen proseliet)
het woord van God gesproken en Sergius Paulus geloof-
de! Heel tekenend werd de Joodse tovenaar Elymas met
blindheid geslagen!

Woord vandaag

‘Het is soms lastig het boek Handelingen te lezen. Je komt
er zowel Petrus als Paulus als Jakobus in tegen.’

Het boek Handelingen bespreekt de ontwikkelingen na de
hemelvaart van de Heer Jezus Christus, als het gaat om de
prediking en voortgang van het koninkrijk van de hemelen
dat op aarde gestalte zou moeten krijgen. Tegen Pilatus had
Hij echter gezegd:

‘Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Als Mijn Koninkrijk
van deze wereld was, zouden Mijn dienaars gestreden hebben,
opdat Ik niet aan de Joden overgeleverd zou worden, maar nu
is Mijn Koninkrijk niet van hier.
Johannes 18:36

Kennelijk zou het koninkrijk zoals dat aangekondigd was door
de profeten, uitblijven. Niettemin vergaf God op het gebed van
de Heer aan het kruis het volk en werd het evangelie van het
koninkrijk opnieuw na Zijn opstanding verkondigd.

‘Er kwamen op pinksteren 3000. Een oogst uit het volk.’

Let op wat Petrus toen predikte: ‘bekeer je en laat je dopen in
de Naam van Jezus Christus tot
vergeving van je zonden en
je zult de gave van de heilige geest ontvangen.’ Precies wat er
toen gepredikt moest worden. Vergeving of kwijtschelding kan
herroepen en teruggetrokken worden, dat blijkt uit de gelijke-
nis in Mattheüs 18:21-35, over een koning en schuld en dat de
koning eerst wel vergeeft, maar later die vergeving weer intrekt
als gevolg van het gedrag van de slaaf die de ander niet kon ver-
geven, terwijl hij zelf zoveel vergeving ontvangen had.
En dat is exact wat in handelingen met het volk Israël gebeurde.
Zij hadden grote vergeving ontvangen en konden niet de ander
(de heidenen) vergeven. Daarom werden zij weggevoerd en in
het jaar 70 Jeruzalem verwoest en zijn verstrooid onder de volke-
ren, een ballingschap die ook als een gevangenschap gezien kan
worden.

 

 

Woord vandaag

‘Ik vind het fijn om na te denken over de verschillen tussen
de twee evangeliën, omdat je dan je Bijbel beter begrijpt.’

De Schrift is niet zo eenvoudig. Daarom worden er allerlei
pogingen gedaan om die Schrift ‘in gewone mensentaal’ aan
te passen. Zodat je in één keer lezen begrijpt wat er staat en
wat daar de bedoeling van is. Alleen werkt het met de Schrift
in de praktijk zo niet. Het is Gods woord en dat Woord zou je
als gelovigen onderzoeken en bestuderen.

‘Daarom zijn er zoveel uitleggingen?’

De Heer zei tegen de schriftgeleerden van Zijn dagen, dat zij
de Schriften zouden onderzoeken (Johannes 5:39). Nota bene!
Zij hadden er allerlei tradities naast ontwikkeld in het judaïs-
me, waardoor zij het woord van God krachteloos maakten en
waardoor zij zich zelf er
niet aan hoefden te houden. Dát is
wat de Heer tegen ze zei, In de twistgesprekken met de Joden
kwamen dit soort dingen naar voren.

‘Dan blijft het voor ‘de gewone gelovige’ heel moeilijk om de
Schrift te verstaan, te begrijpen.’

Als gelovigen luisteren naar de Schriften en op onderzoek uit-
gaan en echt de waarheid van God willen weten, dan zullen ze
daar ook achter komen. De geest van de waarheid in hen zal
het bevestigen: ‘dat is de waarheid’. Dan wéét je gewoon van
binnen in je hart, dat het zo is. En word je er blij van en blijft
die vreugde ook in je hart. Van dat wat de Schrift zelf zegt, niet
wat mensen ervan maken of erbij zeggen!