Woord vandaag

28 februari 2018
‘De kracht van Zijn opstanding.’

Daar heeft Paulus het over in Filippen-
zen 3:9-20. Geen twijfel voor de apostel
van de natiën: Christus is opgewekt uit
de doden en leeft! Dat leven werkte in
hem en hij joeg ernaar Hem te kennen
en de kracht van Zijn opstanding
. Dat is

nogeens wat!

‘Opstanding staat vast.’

Staat als een huis. Het behoort tot een
van de grote waarheden sinds het op
die bewuste derde dag gebeurde. Die
waarheden worden in de gemeente,
uniek lichaam van Christus, bewaard.
Want de gemeente zou zijn:

zuil en grondslag van de waarheid
                               1 Timotheüs 3:15

‘Stellen dat je de waarheid hebt?’

Dat is enorm aanmatigend, maar: Uw
woord is de waarheid
bad de Heer in

Johannes 17. En zo is dat. Waarheid
in deze tijd, voor de gemeente, vinden
we specifiek in de brieven van Paulus.
Zo is het goed, het woord van de waar-
heid recht te snijden
(2 Tim. 2:15) om
dicht bij ons evangelie te blijven!


Woord vandaag

27 februari 2018
‘De heerlijkheid van Christus.’

Dat is goed nieuws. Hij is verhoogd aan
de rechter(hand) van Vader. Daar voedt
en koestert Hij Zijn lichaam, de uitgeroe-
pen gemeente. Die heeft dezelfde posi-
tie als Hij, geestelijk gezien. Hij is gege-
ven als Hoofd boven alles aan ons, leden
van Zijn lichaam. Nauwelijks te bevatten
voor ons.

‘Wat doet Hij nog meer?’

Hij heiligt en reinigt de gemeente door
het waterbad, Zijn uitspraken. Dat hoe-
ven wij niet zelf te doen. Hij doet dat.
Zijn heerlijkheid is ook, dat Hij Redder
is van het lichaam. Verder is Hij Redder
van alle mensen. Vader stuurde Hem op
die missie, en die gaat glansrijk slagen.
Alle mensen zullen delen in Zijn heerlijk-
heid als de eonen voltooid zijn.

‘We gaan uit van Zijn kracht.’

Dat is de enige mogelijkheid. Bij som-
migen duurt het even, voordat dat tot
hen doorgedrongen is. Kwestie van tijd
en alle gemeenteleden hebben dat in
de gaten. Het gaat niet om onze, maar
om Zijn kracht. Dat is tot volharding, en
Hij geeft dat om niet. Het is in de dienst:
God, Die zowel het willen als het werken

in ons bewerkt, voor Zijn welbehagen.

Woord vandaag

26 februari 2018
‘Tijd van genade.’

We leven in het beheer van de genade
van God (Efeziërs 3:2). Dat zou in alles
doorklinken. In wat we zeggen, in het
bijbels onderricht, in ons doen en laten.
In Efeziërs 3:9 noemt Paulus een ander
voornaam aspect: het beheer van het
geheimenis
. Deze periode, die nu bijna

2000 jaar duurt, was tevoren onbekend.

‘Daar hoor je weinig over.’

Men verliet het onderwijs van Paulus
al in een vroeg stadium:

allen in Asia hebben mij verlaten
                                 2 Timotheüs 1:15

De steden Kolosse, Efeze en dergelijke
lagen toen in die Romeinse provincie.
Zo betuigde de apostel de oudsten van
Efeze, dat zij blijven bij de genade van
God
die Paulus daar gepredikt had.

‘Ze verlieten hem bij zijn leven al.’

Bijzonder, dat in deze tijd het evange-
lie van Paulus (mijn evangelie) klinkt.
Daar kunnen we Vader diep dankbaar
voor zijn. Net zoals de Heer Jezus Zijn
volk aansprak het licht niet ergens on-
der te zetten, zo kunnen wij het volle
licht van het evangelie van de heerlijk-
heid van Christus laten schijnen!

Woord vandaag

25 februari 2018
‘Eindeloos leven.’

Dat is wat de mens zoekt. In Christus,
Hij is de waarheid en de weg en het
leven. Het is een historisch feit: Jezus
Christus is op de derde dag na Zijn te-
rechtstelling aan het kruis opgestaan.
De vrouwen en discipelen waren ver-
bijsterd bij het lege graf. Boodschap-
pers kondigden het vreugdevol af:
Hij is hier niet.

‘Geweldig, ik ben er blij mee.’

En Hij ging hen voor naar Galilea (Mat-
theüs 26:32;28:10; Marcus 14:28;16:7)
Dáár zouden ze Hem zien. De 40 dagen
van Handelingen 1:3 wijzen op Zijn ver-
blijf in Galilea, hoogstwaarschijnlijk. We
lezen daarvan door de pen van Lucas:

Hij vertoont Zichzelf levend, na Zijn lij-
den, met veel tekenen, veertig dagen
lang, waarbij Hij door hen gezien werd
en vertelt hen wat het koninkrijk van
God betreft
               Handelingen 1:3

‘Dat was de nabije toekomst.’

Zij vroegen naar de tijd van de komst
van dat koninkrijk van God. Daarop zei
de Heer tegen hen:

het komt jullie niet toe de tijden en ge-
legenheden te weten die de Vader in
Zijn eigen macht gesteld heeft
   (1:7).

Wat voor de discipelen verborgen werd
gehouden was de tijd van genade waar
we nu in leven, waarin het lichaam van
Christus uitgeroepen wordt.