‘Paulus bidt om kracht.’
Ja, waar hij in Efeziërs 1 om een geest van wijsheid en onthulling in
erkenning van Hem bidt, bidt hij nu dat wij standvastig gemaakt wor-
den met kracht door Zijn geest in de innerlijke mens. Zowel in het
gebed in Efeziërs 1 als in Efeziërs 3 gaat het om het werk van de geest
van God in de gelovige. Juist die innerlijke kracht die Hij geeft door
een speciale toedeling van Zijn geest is nodig om de geheimenissen
van deze kostbare brief te verstaan.
‘Wel heel bijzonder, zulke gebeden lees je nergens anders in de Schrift.’
Nee meestal worden gebeden, zoals in de Psalmen, getekend door de
emoties van de ziel, waardoor de Psalmist roept tot Alueim (God). In
sommige gebeden, zoals die van Salomo bij de tempelwijding, gaat het
om een zeker hoger, geestelijk niveau. En als we de Heer zelf lezen,
zoals in Mattheüs het koninkrijksgebed, gaat het om hoger geestelijk
gehalte dan bij Salomo. En nóg verhevener in Johannes 17, met een
dringend gebed: ‘opdat zij allen één zijn’.
‘Maar het gaat bij Paulus nóg hoger.’
Die gebeden worden dan ook geïnspireerd door Christus Jezus, de Ver-
heerlijkte aan Gods rechterhand. In beide gebeden draait het om kracht
tot verstaan, tot begrip, tot het bevatten van de grote geheimenissen
van deze unieke brief. Het zou dan leiden tot liefde, het doorgeven van
de liefde van Christus aan allen. Dat kan als we te meer beseffen wat de
gemeente is en wat de enorm hoge plaats is, die dat lichaam heeft in het
universum in onderschikking aan Christus Jezus.