Woord vandaag

25 december 2016
‘God stuurt een mensenhart.’

Als we kijken naar de geschiedenis van de
Farao, dan komt ook Spreuken 21:1 op:

Als verdelingen van water is het hart van
de koning in de hand van IEUE;
waarheen Hij het ook neigt, Hij buigt het

Een prachtig woord, dat laat zien dat de
mens niets zelf kan bepalen/kiezen. En 
evenmin of iets wel of niet gebeurt.

‘Je wordt er stil van.’

Het doet iets met je, deze geschiedenis
van een 
wereldleider als Farao goed op
je laat in
werken. Later zien we ook iets
dergelijks
bij Nebukadnezar gebeuren.  
Hij verheerlijkte eigen hart en prestaties.
In zijn waan dacht hij dat hij zelf dat grote
Babylon had gebouwd. Daarna werd hij zo
verdwaasd dat hij zeven tijden gras at bij
de dieren.

‘Omdat God ingreep.’

Daniël 4:16 gaf al eerder aan:

Zijn hart zal veranderen van dat van ster-
veling af; hem zal het hart van een dier ge-
geven worden
          

Opnieuw zien we hier de machteloosheid
van de mens. Wanneer IEUE het hart in een
(totaal) andere richting stuurt, zal de mens
die kant op moeten gaan.
In Nebukadnezars leven gebeurde dat wat
in bovenstaande tekst gezegd werd.
IEUE bracht hem zo tot erkenning van Wie
Hij is: Onderschikker en Plaatser.

Woord vandaag

24 december 2016
‘God zelf verhardde het hart van Farao.’

We lezen drie keer (8:15,32; 9:34), dat Farao
zijn hart verheerlijkte. Achteraf lezen we als
toelichting:

IEUE zei tegen Mozes: ga naar Farao, want
Ik heb zijn hart doen verheerlijken, en de
harten van zijn dienaren, opdat Ik Mijn teke-
nen zou zetten in het midden van hen…

                                           Exodus 10:1

‘Eigenlijk was het God zelf.’

Farao was zich niet bewust, dat hij niets te
vertellen had. Wat betreft het verheerlijken
van het hart hebben we nu duidelijkheid.
Dat werd door IEUE bewerkt.

Kijken we naar het andere woord dat ge-
bruikt wordt bij het hart van Farao:

en het hart van Farao was standvastig
                Exodus 7:13,22; 8:19; 9:12,35

Vooraf was door IEUE gezegd:

Ik zal zijn hart standvastig maken (4:21).

Verder lezen we:

en IEUE maakte het hart van Farao stand-
vastig
                   Exodus 10:20,27; 11:10

Vooraf (4:21) en achteraf (11:10) wordt ge-
zegd dat IEUE het doet. Tijdens de plagen
wordt geconstateerd, dat het hart van de
Farao zo (standvastig) was.

‘Farao maakte zijn hart niet zo.’

We lezen geen directe uitspraak dat Farao
zelf zijn hart standvastig maakte.

Conclusie: IEUE zelf maakte Farao’s hart
standvastig én bewerkte het verheerlijken.
God was het, die zijn hart aanstuurde.
Farao kon zelf niets in zijn eigen hart wer-
ken. Het was zwak. Hij had het volk al veel
eerder laten gaan wanneer IEUE zijn hart
niet standvastig had gemaakt
.

Woord vandaag

23 december 2016
‘Was opmerkelijk met Farao.’

Dat is uitvoeriger aan de orde gekomen op
de laatste Openbaring-avond. Dat had als
aanleiding de lofprijzing van de 24 oudsten,
de 4 dieren en de boodschappers in Open-
baring 7:12:

Amen. De lofprijzing, de heerlijkheid, de wijs-
heid, de dankzegging, de eer, de kracht en
de 
sterkte is aan onze God voor de eonen
van de eonen. 
Amen.

Zo wordt God 7 keer geprezen.

‘Hij heeft alles in Zijn hand.’

Dat zeggen we, en geloven we dat ook als
het om het hart van Farao gaat? In Exodus

worden diverse woorden gebruikt. God zei
tot 
Mozes voordat hij naar Farao moest gaan,
dat 
Hij Zelf het hart van deze heerser stand-
vastig/
sterk zou maken (Exodus 4:21). Daaruit
blijkt, 
dat dat hart niet sterk of standvastig ge-
noeg 
was. IEUE moest iets doen om te voor-
komen 
dat Farao het volk te snel liet gaan.

‘Zo hoor je dat niet vaak.’

Het is wat de Schrift ons laat zien. Ook in
Exo
dus 7:3 lezen we iets dergelijks, alleen le-
zen 
we daar een ander Hebreeuws woord.
Dat is 
verstijven of vast maken. Dat wordt ge-
zegd 
als het gaat om wat God doet in het hart
van 
Farao. We lezen ook drie keer:

..en hij verheerlijkte (maakte zwaar) zijn hart..
                                Exodus 8:15,32; 9:34

In zijn dwaasheid meende Farao dat hij zijn
hart kon verheerlijken, zodat hij het volk niet
liet vertrekken. Morgen meer.

Woord vandaag

22 december 2016
‘Het kruis is cruciaal.’

God rekent nadrukkelijk vanuit wat op Gol-
gotha gebeurde. God rekent dat de hele ou-
de mensheid ook gekruisigd werd. En daar-
door ook gestorven, begraven werd. Met
Zijn geliefde Zoon, gezamenlijk. Dat is wat
we ook rekenen, voor onszelf, als gelovigen.
Maar in Christus zijn we een nieuwe schep-
ping. In Hem zijn wij gezegend.

‘Gezegend met alle denkbare zegen.’

God heeft ons in Hem nieuw leven gegeven.
Het leven van Christus in ons is de nieuwe
identiteit. Niet langer ik maar Christus. Dat
opstandingsleven is wat Zijn geest in ons
uitwerkt. Tot vrucht, dat woord gebruikt de
tekst in 6:21,22 en 7:5. Het gaat in Romei-
nen om de vrucht die eerst door zonde de
dood was, maar nu: leven door de geest.

‘God werkt dat uit.’

Zo is dat hart van ons geopend voor evan-
gelie. Dat hart is geraakt en gevuld met iets,
dat een nieuw leven is. Dat zet vrucht van
geduld, zachtmoedigheid, geloof, vrede in
en door ons heen. God werkt dat uit, het
gaat om het hart. God raakte Lydia’s hart
en werkte in het verleden ook in het hart
van een Farao, maar toen heel anders.

Woord vandaag

21 december 2016
‘Dat is het geheim: het kruis.’

Dat lezen we in Romeinen 6,7 en 8. We
rekenen zoals God rekent: met Christus ge-
kruisigd, gestorven, begraven en opgewekt.
Waartoe? Een nieuw leven in Hem. We re-
kenen daarom dood te zijn voor de zonde,
en levend voor God in Christus Jezus, onze
Heer.
Dat is de kern van Romeinen 6, en

we lezen het in vers 11.

‘Ja mooi, zo ook Romeinen 7?’

Ja, want in Romeinen 7 stelt de tekst dit
vast en komt opnieuw de werking van het
kruis naar voren:

zo, mijn broeders, werden ook jullie dood
voor de wet door het lichaam van Christus,
voor jullie om van een Ander te worden,
Die uit de doden opgewekt is, opdat wij
vrucht dragen voor God

Staat in Romeinen 6 de dood voor de zon-
de voorop, zo lezen we hier over de dood
voor de wet. In beide gevallen tot stand
gebracht door Zijn dood aan het kruis.

‘En zo dan rekenen.’

Paulus herhaalt het woord rekenen niet in
Romeinen 7, maar het blijft hetzelfde prin-
cipe. We (voor zover we ook onder de wet
geleefd hebben) rekenen onszelf dood te
zijn voor de zonde én voor de wet. Hoe kan
dat? Omdat Romeinen 6:6 zegt:

dit wetend, dat onze oude mens(heid) ge-
zamenlijk gekruisigd werd……

Samen met wie? Met Christus (6:4) en met
elkaar (hele oude mensheid). Resultaat: nu
Hij is opgewekt uit de doden, zijn wij het ook,
gezamenlijk met Hem!