Woord vandaag

‘Blij met het evangelie van Paulus.’

Net zoals we blij zijn met Zijn woord in het algemeen, waarin
God zich onthult. Het evangelie van Paulus, ja dat stoelt onder
meer op de drie keer dat hij zegt: mijn evangelie. Dat houdt
natuurlijk niet in, dat Paulus dat zelf zou hebben bedacht.
God heeft in Zijn genade een uniek evangelie aan de apostel
toevertrouwd.

‘Wanneer je dat ziet, wil je niet anders.’

We hebben een heerlijk goed nieuws te brengen. De redding
van alle mensen, de levendmaking van heel de mensheid.
Dat op zich kom je nooit zo tegen in de rest van de Schrift.
Maar de rechtvaardiging om niet, in Zijn genade, buiten de
wet om. Dat is uniek, lees je alleen bij Paulus. En dan de ver-
zoening, de genade waarin wij staan.

‘Het evangelie van God.’

De gerechtigheid op grond van geloof, dat lezen we bij Abram
die God geloofde. Paulus maakt ook in Romeinen het geheime-
nis van het evangelie
bekend: de verzoening door de dood van

de Zoon heen. In Zijn leven (nu) gered! Daar kun je mee leven
en mee sterven, want opstanding wacht. Net zoals Hij opgewekt
werd, zullen ook alle leden van het lichaam opgewekt worden
bij de bazuin van God (1 Thessalonicenzen 4:13-18)!

Woord vandaag

‘God behandelt ons in genade!’

Zijn genade werkt in ons. Wij, die ontkomen zijn aan de greep
van de zonde, of de wet, of allebei. Dat is geen verdienste van
ons, maar zijn genade. Wij staan in de genade van God, anders
gaan wij –geestelijk gezien- ten onder in de zonde en/of de wet.
Ook als kinderen/zonen van God. Een bijzondere waarheid is,
dat wij leven in genade, dat is wat de Galatenbrief leert.

‘Heerlijk hoor, die genade van God.’

Een grondslag, essentieel in het evangelie, dat Paulus verkon-
digt. We staan daarom zeer regelmatig stil bij dit aspect van
de huidige tijd, die ook het beheer van de genade van God ge-
noemd wordt. We weten zeker, dat God genadig is. Dat is
een van Zijn belangrijke heerlijkheden. Zijn soevereiniteit om
te handelen zoals Hij wil, is ook Zijn heerlijkheid.

‘Fijn, dat God liefde is.’

Dat is de diepste kern van Zijn wezen. De diepste diepte van
God is liefde. Van daaruit is Hij genadig, en handelt soeverein.
Onafhankelijk van wat Zijn schepselen doen of laten. Hij zal
het laten zien. Zijn heerlijkheid is zo groot. Na de eonen zal
de nieuwe schepping vol zijn van Zijn weldaden, Zijn liefde.
Dan zullen de schepselen steeds meer gaan beseffen, waarom
Hij in hun leven zo handelde. Het was Zijn liefde!

Woord vandaag

‘Het zijn ongewone woorden in Efeziërs.’

Zeer zeker. Paulus maakt in Efeziërs geweldige waarheden be-
kend, die daarvoor nooit verteld waren. Dat maakt Efeziërs tot
en unieke brief, waarin de hoogten en diepten ongekend zijn.
Je hebt heel de verdere onthullingen van God nodig om tot een
verstaan en besef te komen wat in deze brief onthuld wordt.

‘De eerste drie hoofdstukken zijn geweldig.’

De andere drie ook, ze markeren onze wandel en ons gedrag.
Van de eerste drie hoofdstukken heeft men in de loop van de
geschiedenis weinig begrepen. De waarheden die de apostel
daarin mocht neerleggen, raakten al snel verloren. In het drijf-
zand van menselijk denken. En vergeet ook de tegenstander
niet, die doet zich in onze tijd voor als een boodschapper van
het licht. Maar brengt je in duisternis.

‘Efeziërs is een moeilijke brief voor velen.’

Men werd in het begin al van Paulus afgekeerd, staat in 2 Ti-
motheüs 1:15. Door invloeden van buitenaf, zou je kunnen zeg-
gen. De tegenwerker, de tegensprekers. Die zaten en zitten niet
stil. Daarom is het nodig, vast te staan (Filippenzen 1:27) in één
geest, één van ziel, om zo gezamenlijk als gelovigen te kunnen
wedijveren in het evangelie van Christus. Dat uitdragen, dat be-
kendmaken, het is zo fijn, de genade van God onder je voeten
te hebben; daarom staan wij in deze genade (Romeinen 5:2)! 

Woord vandaag

‘Zeg, het ging gisteravond over een beheer.’

Dat was een van de aspecten. Het beheer van het geheimenis,
zoals Paulus dat noemt in Efeziërs 3:9. Dat was vanaf de eonen
niet bekendgemaakt. Je kunt dat zien staan op de kalender van
God. Het was weggehouden in God, zegt de concordante verta-
ling (verkrijgbaar via boekentafel van gemeente Eben-Haëzer,
of aan te vragen via info@da-ath.nl).

‘Dat heeft te maken met de roeping van de ekklesia?’

Zeker, dat ook. Maar ook wordt in die periode voor het eerst
helemaal duidelijk, wat de positie van die ekklesia, het lichaam
van Christus, is. Net voorafgaand aan vers 9 van Efeziërs 3 heeft
de apostel die ekklesia als gezamenlijk-lichaam omschreven.
Daarin is geen onderscheid meer tussen iemand van het volk
Israël en iemand uit de andere volkeren. Hun positie is gelijk.

‘Effect van Efeziërs 2, het kruis?’

Dat klonk gisteravond ook in de studie van Filippenzen. Het
resultaat van het kruis is, dat twee groepen gelovigen één
zijn. Alle verschillen in het vlees zijn weggevallen. De gelovigen
uit Israël hebben geen bevoorrechte plaats meer op grond van
hun afkomst naar het vlees. Omdat zij deel uitmaken van de
nieuwe mensheid in Christus Jezus. Daarin is de positie gees-
telijk gezien volkomen gelijk. Daarom eindigt Efeziërs 2:11-22
ook met de opmerking, dat de ekklesia een woonplaats van
God 
is, in de geest

Woord vandaag

‘Het voornemen van God bepaalt alles.’

Veel mensen hebben voornemens die mislukken doordat het anders
gaat dan gedacht. Bij Gods voornemen gaat alles exact zoals Hij wilde.
In Zijn grote plan van liefde gebeurt alles naar de bepaalde raad en
voorkennis van Hem
. Petrus kon dat zeggen met pinksteren toen

hij sprak van het lijden en sterven en de opstanding van Christus.

‘Ook het lijden was opgenomen in Gods plan.’

En zelfs een noodzakelijk aspect daarvan. Het moet zo zijn, dat
Zijn schepselen, die Hij liefheeft, lijden. Dat lijkt tegenstrijdig aan
de liefde van Vader, maar is het niet. Mensen zijn geneigd zich aan
het lijden te onttrekken. Een serie gebeurtenissen in het leven van
Paulus die hij in 2 Corinthiërs 11 noemt, zorgde voor veel lijden.

‘Ja, wat was de bedoeling daarvan?’

God werkt er iets mee uit. Paulus ging ontdekken, dat lijden hem
niet konden scheiden van Gods liefde in Christus Jezus, zoals Ro-
meinen 8:35-39 dat zegt. Vergeet niet, dat enkele verzen eerder
de gelovigen worden genoemd. In verband daarmee valt ook dat
woord voornemen (vers 28-30); Zijn plan!