Woord vandaag

‘Het wordt steeds duidelijker, Efeziërs 1:9-11, het kost wel een tijdje er-
mee bezig zijn.’

We hebben gezien, dat het geheimenis van Gods wil is, dat Christus niet
alleen over heel de aarde, maar ook over de hemelen zal regeren. Over
de aarde houdt verband met Hem als de Zoon van Adam (de Zoon des
mensen); over de hemelen (eigenlijk alles) zal Hij regeren als de Zoon
van God
. We hebben ook gezien, dat het complement van de era’s bete-
kent,
dat het de compleet makende de laatste eon is. Daarin zal alles tot
volko
menheid gebracht worden.

‘En dat is zo geweldig, dat Vader dat allemaal zo doet. Er gaat niets mis.’

We zagen ook, dat het al te culmineren in de Christus inhoudt, dat alle
schepselen onder het ene Hoofd, Christus gebracht worden. Zij worden
al
lemaal opwaarts gericht naar Hem toe. Dat is nog toekomstmuziek
voor 
de schepping. Het zal gaan gebeuren, op Gods tijd. Het is allemaal
in overeenstemming met Zijn welbehagen dat Hij zich voornam in Hem.

Dat zegt vers 9. Door de profeet Jesaja zei Ieue al:

Denk aan de dingen van vanaf de eon, Ik ben de Al en niemand anders,
en er is geen verdere Alueim. Ik, die vanaf het begin verkondig wat het
einde zal zijn, van oudsher wat nog niet heeft plaatsgevonden.
Die zegt: Mijn raadsbesluit houdt stand en
Ik zal al Mijn welbehagen doen                                            
Jesaja 46:9-11

‘Geweldige woorden. Wat een uitzicht geeft dat. En Jesaja zag niet de
volle diepte daarvan.’

Efeziërs is heel helder: God heeft tevoren alles vastgelegd en gepland.
Er bestaat geen toeval. Let ook op de woorden voornam (vers 9) en
voornemen
(vers 11). In deze verzen 9-11 kom je onder de indruk van

wat daar allemaal gezegd wordt. Profetisch wordt vastgesteld hoe het
zit en wat Vader gaat doen. Heel de schepping is erbij betrokken:
….zowel wat in de hemelen als wat op de aarde is, in Hem.
Let op dat de hemelen het eerst genoemd worden, net als in Genesis
1:1. Niet onbelangrijk, want het zichtbare op aarde wordt gestuurd
door het onzichtbare wat in de hemelen is! 

Woord vandaag

‘Wat wij gisteren zagen uit de Hebreeuwse Schrift, komt dat dus in de ont-
hulling van Jezus Christus terug?’

Ja. In de laatste eon, de vijfde, dat is het beheer van het complement van
de era’s, zal Christus regeren over de aarde door middel van Zijn uitverko-
ren volk Israël. Zij zullen met Hem regeren (Openbaring 20:4-6). Dat is in
de dag van God, die volgt op de dag van Ieue (Jahweh). In die vierde dag
(die van Ieue) zullen de Israëlieten het koninklijk priestervolk zijn dat
over de natiën re
geert (koninklijk) en aan hen Zijn woord predikt (pries-
terlijk).

‘Oke, maar Israël regeert ook in de laatste eon, de vijfde. Waar staat dat?’

Dat vinden wij in de woorden van Openbaring 22:3-5, waar het gaat om
de troon (vers 3) van God en van het Lam. Ook wordt gesproken van Zijn
slaven. Op hun voorhoofden zal Zijn naam zijn. Van hen wordt gezegd, dat
zij met Hem zullen regeren voor (tijdens) de eonen van de eonen.
Op de nieuwe aarde is geen tempel, geen priesterschap. Waarom niet?
Omdat God zelf te midden van de mensen zal wonen!

‘De zonen van Israël zullen dan met Christus op aarde regeren.’

Op aarde. Dat is wat Johannes zag en optekende in Openbaring 21 en 22.
Johannes had geen zicht op wat zich in de hemelen af gaat spelen.
Het geheimenis van Gods wil was niet aan hem bekendgemaakt, als een
van de Besnijdenisapostelen. Dat was aan Paulus voorbehouden, als le-
raar van de natiën. Het hemelse aspect van het geheimenis van Christus
was aan de apostel bekendgemaakt, wat hij schrijft in Efeziërs. Ook al
wat in de hemelen is, zal onder het ene Hoofd, Christus Jezus, gebracht
worden!

Woord vandaag

‘Fantastisch, dat plan van God. Die vijfde en laatste eon is dus het beheer
van het complement van de era’s.’

Misschien is het goed, nog iets te zeggen over dat woord complement.
Dat betekent: het laatste, dat compleet maakt. Zonder dat is iets niet af,
niet compleet. Dit woord complement wordt in de brieven van de be-
snijdenis niet genoemd. Dat is omdat hun bediening niet het volkomene
kon brengen. De bediening van Paulus doet dat wel, die brengt tot en
met de voleinding van de eonen en daarna.

‘Ook dat is weer opvallend. Kun je wat voorbeelden noemen?’

Paulus spreekt over het complement van de natiën (Romeinen 11:25);
liefde als het complement van de Thora (Romeinen 13:10); de ekklesia
(uitgeroepen gemeente) als het complement van Christus (Efeziërs 1:23;
4:13); Christus als het complement van God (Kolossenzen 2:9) en al het
andere (Kolossenzen 1:19). Alleen in Paulus’ brieven wordt dit begrip zo
gebruikt. Dat is omdat de bediening van de apostel het grote complement
is van alle andere bedieningen van profeten en apostelen. Zonder dat zou
het wezenlijke ontbreken!

‘Het is wat! Waarom worden deze dingen nergens anders gehoord?’

Het ligt kennelijk in Gods bedoeling, dat de waarheid niet bij vele miljoenen
bekend is. Zelfs bij een behoorlijk grote gemeente als die van Korinte kon
Paulus deze diepere dingen niet kwijt. Het gaat ook om geestelijke waarhe-
den die door volwassenen in het geloof echt verstaan worden. Het vergt
geestelijke groei. De Korintiërs werden ‘vleselijk’ en ‘onmondig’ genoemd
door de apostel. Zij waren eigenlijk kinderachtig bezig.

‘Daarom is het goed dat wij met Efeziërs bezig zijn!’

En het gebed om de geest van wijsheid en onthulling in erkenning van Hem
is nodig. Maar, om even terug te keren naar onze tekst in Efeziërs: we zien
een kleine indicatie van deze laatste era (de vijfde eon) in de Hebreeuwse
Schrift. Er staat over de regering van Christus en Israël, dat die niet alleen
tot in (gedurende) de eon (Hebreeuws: olam) duurt. Dat geldt namelijk al-
leen van Israëls priesterschap. Maar hun koningschap is tot in (gedurende)
de eon (olam) en verder.  Dit komt maar een paar keer voor. Dit komt pre-
cies in Openbaring terug. Maar daar duidelijker. Daarover morgen meer! 

Woord vandaag

‘Het is bijzonder dat wij nu al mogen weten van deze bijzondere hemelse
zegeningen in Christus Jezus.’

Ons past ootmoedigheid dat wij zulke zegeningen genieten en er iets van
mogen begrijpen. Dat is het eerste wat Paulus noemt bij onze wandel in
Efeziërs 4:1-3. Het is zo ongelooflijk wat wij van Christus Jezus mogen
weten en wat onze plaats als zonen daarbij is! Dan zouden wij ook wan-
delen, waardig de roeping waarmee wij geroepen zijn. Niet om iets te ver-
dienen voor God, maar door Zijn geest geleid en in Zijn kracht.
Wat een genade, te horen bij dat wereldwijde lichaam van Christus. Wat
een toekomst hebben wij voor ogen!

‘Met Hem gezet te midden van de hemelingen. Het is heel apart.’

Christus Jezus zal Hoofd zijn, niet alleen over heel de aarde, maar ook
boven alle hemelingen. Het (heel)al, daarover zal Hij eens regeren. We
horen bij Hem, die gesteld is tot lotgenieter van het al (Hebreeën 1:1-3)!
Hij zal regeren totdat alle vijanden onder Zijn voeten gesteld zijn. Zelfs
de tweede dood zal als laatste vijand moeten wijken voor Zijn genadige
regering. Pas daarna worden allen wederzijds verzoend met God.

‘Dat vind ik logisch, want voor het einde van de eonen waren heel veel
mensen nog in de tweede dood.’

Pas als zij daaruit komen doordat de tweede dood buiten werking gesteld
wordt, eerst dan zullen zij werkelijk met God verzoend zijn door de dood
van de Zoon heen en gered zijn in Zijn leven. Hij zal dan troonsafstand
hebben gedaan, en heel het koninkrijk aan de Vader overdragen, opdat
God alles in allen zal zijn!

Woord vandaag

‘We hadden het gisteren over het complement van de era’s. Era is mij
nu duidelijk, maar: complement?’

Het woord complement wijst op iets dat compleet maakt. Het laatste dat
nog ontbrak. We hebben gezien dat het complement van de era’s wijst
naar de laatste (vijfde) eon. Dat is de eon waarin de ontwikkeling van
Gods plan compleet wordt. De Zoon van God zal dan regeren in de nieu-
we schepping, en alle vijanden zullen onder Zijn voeten gebracht worden,
met als laatste de (tweede) dood. Dat staat in 1 Corinthiërs 15:26. Nu kij-
ken we met Paulus heel ver in de toekomst!

‘De volkomen regering van Christus, is dat alleen op aarde, of meer?’

Het geheimenis van Gods wil staat in Efeziërs 1:9-11. Namelijk het al te
culmineren in de Christus
. Het woord culmineren houdt in, het opwaarts

richten van de schepping, alle schepselen dus, op het Hoofd: Christus.
Het al zal onder dat ene Hoofd tot volkomenheid groeien. Hij zal alles
doen toegroeien naar geestelijke volwassenheid, volledige onderschik-
king. En het al betreft niet alleen de aarde, maar óók de hemelen! En
dat is wat verborgen was gebleven in de voorgaande Schriften, maar nu
in Efeziërs onthuld: Hij zal ook Hoofd zijn over alle hemelse machten en
krachten!

‘Het is enorm. Wat een hoge plaats heeft Hij ontvangen van Vader!’

Het geheimenis van Christus was tot aan Efeziërs onthuld in de eerdere
Schriften, maar betrof alleen de aarde, dat Hij zou regeren over de heel
de aarde. Nu wordt in Efeziërs het hemelse aspect van het geheimenis
van Christus onthuld. En dat is dus het geheimenis van Gods wil. Paulus
komt daar in Efeziërs 3 op terug. In het beheer van het complement
van de era’s, zal dat volkomen gaan gebeuren. Alles komt dan onder de
Zoon van God, Christus Jezus. En het adembenemende van Efeziërs is,
dat wij als leden van Zijn lichaam daar heel nauw bij betrokken zijn.
Inderdaad, Vader laat de rijkdom van Zijn genade overvloeien in ons!