Woord vandaag

‘Het is zeer indrukwekkend, wat de Heer heeft doorgemaakt voor ons.’

Nou en of. Hij had geen angst op de manier die wij als angst bestempelen, want
Hij kende de toekomst, Hij kende de Psalmen, Jesaja, et cetera, waarin nauw-
gezet opgetekend staat hoe Zijn lijden er uit zou zien. Dat was voor Hem niet on-
bekend. Waar de angsten bij mensen uit voortkomen, is onwetendheid, onzeker-
heid, het onbekende. Meestal gaan mensen dan doorredeneren wat er misschien
zou kunnen gebeuren en dat leidt tot (soms vreselijke) angsten.

‘Dus Hij kende niet die angsten die wij hebben?’

Hij wíst wat er zou gebeuren en Hij geloofde God. Hij vertrouwde voor de volle
100%
Vader, dat die Hem zou opwekken uit de doden. Vader ging mee met de
Zoon. Hij zocht in alles de verheerlijking van Zijn Vader. En daarom is Zijn leven
en zeker Zijn laatste, bijzondere uren, uniek te noemen. Hij was als mens
bevreesd  voor het lijden dat nog verder over Hem zou komen. Maar Hij wist ook,
dat Vader Hem daarna zou verheerlijken. Het gebeurde allemaal niet toevallig.
Het is bijna  niet te geloven hoe diep de Zoon is gegaan voor ons en voor heel de
wereld. En Hij zal veel vrucht zien van Zijn arbeid.

‘Hij doorstond die donkere uren helemaal alleen, in gebed, want Zijn discipelen
lagen te slapen.’

Niet voor niets heet die plaats ‘Gethsemane’ (olijfpersbak). Hij kwam onder zeer
grote druk, want het diepste lijden (Golgotha) kwam op Hem af. Dat zijn de woor-
den die gebruikt worden: neergedrukt en ontsteld en smart. Het woord angst
(soms te vertalen met ‘vrees’), het Griekse woord phobos (denk aan het bekende
woord: fobie) of het werkwoord phobeomai, wordt in de evangeliën nooit voor
de Heer Jezus Christus gebruikt!

‘Heel bijzonder, want in de vertalingen wordt wel het woord angst gebruikt.’

Zo zie je maar weer, dat vertalingen je op het verkeerde been kunnen zetten, je
zou altijd de grondtekst raadplegen. Overigens wordt wel duidelijk gezegd, dat
de Heer het alles tevoren wist:

‘….Jezus, wetend dat Zijn uur gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou over-
gaan tot de Vader…..’
(Johannes 13:1)

‘….Jezus, wetend, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had,
en dat Hij van God uitgegaan was en tot God heenging….’
(Johannes 13:3)

‘….Jezus dan, wetend alles wat over Hem komen zou, ging uit en zei tot hen
….’
(Johannes 18:4)

Zo zien we, hoe majestueus Hij in geloof de weg ging, die niet vermeden kon
worden, waardoor de Naam van de Vader verheerlijkt zou worden. Het geloof
van Jezus Christus! Vader zou Hem opwekken, dát was Zijn verwachting.
En daarom kon Hij door het diepe lijden heengaan.

Woord vandaag

‘We zijn echt begenadigde mensen, als we beseffen, dat we alles van God ont-
vangen, het is alles uit en door en tot Hem.’

Uiteindelijk kom je als mens daar bij uit. God heeft alles gemaakt, alles geschapen,
en dat met een bedoeling. Er bestaat niet iets voor niets. Hoe nietig het ook lijkt in
Zijn schepping, het heeft allemaal een bedoeling. Eén bedoeling moet je dan zeggen.
Het moet uiteindelijk leiden tot lof en eer van Hem. De heerlijkheid van God stond
de Heer Jezus voor ogen, in alles wat Hij deed. Hij sprak geweldige woorden, woorden
die Hij van de Vader hoorde.

‘Ja, als we daar over nadenken, kunnen we alleen in stille verwondering luisteren en
kijken naar Hem, die door de heilige geest verwekt was bij de maagd Maria.’

En Hij werkte de werken die Hij van de Vader zag. Hoe dat precies gewerkt heeft, we-
ten
wij niet. Het waren de werken van barmhartigheid, zo ging Hij als de Barmhartige
Samaritaan rond. De geweldige gelijkenis in Lucas 10 gaat in feite over de Heer zelf.
Niet te missen. Niet wij, maar Híj ís de barmhartige Samaritaan. De mensheid lag
dood te gaan langs de weg van Jeruzalem naar Jericho. En daar kwam Hij, afgedaald
uit enorme heerlijkheid, als mens, naar de mensheid. Als Redder. De Zoon van Adam
kwam om te zoeken en te redden wat verloren was. Geweldig he.

‘Je kunt je alleen maar stil verwonderen over die liefde.’

Wat had de mensheid gemoeten zonder Hem? Hij kwam als de grote Losser, de
grote Goèl, om de mensheid los te kopen, vrij te kopen. En dat ís gebeurd. Heel
bijzonder, dat Hij de
zonde van de mensheid op zich nam. Er was namelijk niet
één die goed was, ook niet tot één toe. Daarom kwam Hij, om als de laatste Adam
gerechtigheid te doen en zo de mensheid te redden van zonde en dood. En dat
werk ís volbracht. Toen de moeilijkste uren kwamen, sprak Hij in Zijn gebed:
‘Vader, verheerlijk Uw Naam!’

‘Daaruit kun je zien, dat Hij zich schikte naar wat Vader wilde.’

Welke weg het ook zou zijn, Hij wilde alleen Vader verheerlijken. Dwars door de
nacht heen ging Hij naar Golgotha. Daar denken wij niet alleen op goede vrijdag
aan, maar ook de rest van het jaar – zo mag ik hopen. In die donkerste uren, ging
Hij in gebed, Hij zocht Vader en zag als mens enorm tegen het lijden op. Hij was
niet angstig, want Hij
wist exact wat gebeuren zou. Mensen hebben angsten, om-
dat zij onwetend zijn wat er morgen of in de toekomst gaat gebeuren. De Zoon wist
echter precies wat er met Hem zou gebeuren. Hij keek er dwars doorheen, omdat
Hij wíst, dat Vader Hem zou opwekken uit de dood. Dat had Vader beloofd, Hij had
het tot vier keer toe tevoren aangekondigd aan Zijn discipelen. Omdat Hij mens was,
zag Hij op tegen het lijden, Hij schrok er als natuurlijke reactie van terug. Maar in
gebed in Gethsemane kwam de natuurlijke vrees voor het lichamelijke lijden in volle
hevigheid, maar Hij vertrouwde niettemin Vader, en gaf zich over aa
n de wil en de
bedoeling van Zijn God en Vader.

Woord vandaag

‘Wat een geweldig zicht krijg je op je toekomst in het evangelie naar Paulus!’

Heel bijzonder. Steeds weer ontdek je dat dat je echt vreugde in je hart geeft. Hij zal
vervullen wat Hij beloofde, óók als het gaat om de hemelse toekomst en bediening
van het lichaam van Christus. Heerlijk, hoe we ons daarin kunnen verheugen. En
al wat op ons af komt: we hebben de verzekering, dat God alle dingen doet samen-
werken tot het goede, naar Zijn plan. Dat is nu al het zekere weten van hen die naar
Zijn voornemen geroepenen zijn.

‘Zo kun je als gelovige in het leven van alledag staan en blijven staan.’

Door die verwachting heb je kracht om verder te kunnen. Dag aan dag. In jonge ja-
ren heb je misschien het idee de wereld aan te kunnen, maar als je wat verder komt,
ontdek je hoe langer hoe meer dat God het is, die alles geeft en ook moet geven, want
uit jezelf lukt het allemaal niet. Je eigen energie raakt op en je merkt, dat je extra
kracht nodig hebt. Als je leeft door de geest van God geleid, heb je wel vermogens om
de dingen van het leven, ook de heel moeilijke, aan te kunnen. Het is een bijzondere
troost en bemoediging, steeds weer, te beseffen dat God draagt en je niet aan je lot
overlaat.

‘Abraham en Sarah leefden ook door geloof in de beloften van God.’

En dat voorbeeld volgen wij na, zeker als wij gaan ontdekken dat alles genade van
God is, het feit dat je dagelijks kracht hebt om op te staan is genade van God. Het
feit, dat je dagelijks zoveel ademhalingen kunt doen als nodig is, is genade van God,
dat je Hem mag kennen: het is genade van God. Heerlijke waarheden van het evan-
gelie: als we ze in ons hart hebben, dan is dat genade van God. Alles komt van Hem!

‘Het is eigenlijk genade, dat wij genade hebben ontvangen en er iets van mogen ver-
staan, begrijpen met ons hart.’

Straks, als we bij Heer zijn, boven, zullen we erkennen, dat Hij alles bewerkte. Dat
het louter en alleen Zijn genade is, dat wij zijn waar wij nu zijn en dat wij dan bij Hem
zijn. Overal licht, totaal geen duisternis meer te bekennen, ons hart wordt nu al ver-
licht door de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Christus Jezus.
Wat een enorm voorrecht hebben wij in genade mogen ontvangen! Hem zij dank!

Woord vandaag

‘Zeg, is dat van die hemelse roeping van het lichaam van Christus niet wat
al te fantastisch?’

Oh nee, God belooft het en zou voor Hem iets te wonderlijk zijn? Zou het voor Hem
teveel zijn om leden van het lichaam van Christus zó te veranderen, dat zij aange-
past zullen zijn aan hun hemelse omgeving? Dat zij zullen kunnen communiceren
met de hemelingen om hen evangelie bekend te maken? Om hen Gods veelvuldige
wijsheid te tonen? Om hen te vertellen, wat God in Zijn genade aan ons gedaan heeft?
Zou dat voor God te wonderlijk zijn?

‘Nee, dat denk ik niet. Als God het belooft, doet Hij het ook.’

Dat zouden wij gewoon geloven, en daar is niets mis mee. Abraham geloofde ook
tegen alle (rationele) verwachting in dat God ging vervullen wat Hij beloofd had.
Het is bijna niet te geloven dat God zulke plannen met ons heeft. Als je goed naar
jezelf kijkt, stel je eigenlijk niets voor. Misschien spartel je wat door het leven heen,
en heb je soms wat te hoog gedacht van jezelf. Daar helpt God je wel van af.
Uiteindelijk kom je uit bij het feit, dat je in alles van God afhankelijk bent. Geen
eigen inspanning zal ertoe leiden, dat je uit de dood zal opstaan te zijner tijd.
Vader zal je opwekken.

‘Maar er zijn er toch ook, die niet zullen sterven, maar veranderd worden?’

Dat zijn zij, die bij de bazuin van God in leven zijn. Zij zullen veranderd worden in
een
ondeelbaar ogenblik, in een flits. En dan zijn zij ook in staat Hem in de lucht
te ontmoeten. En dat is een heel wezenlijk moment in onze toekomstverwachting.
Het zal een radicale verandering van ons lichaam inhouden. De doden in Christus
zullen dan opgewekt worden. Al de leden van het lichaam van Christus zullen dan
ervaren wat dat betekent, dat je in en door overstromende genade van God daar-
voor gered bent. Oooh wat een bijzondere heerlijkheid zullen wij dan ontvangen.
Ongelooflijk.

‘Heerlijk, ik ga er steeds meer naar verlangen en daardoor krijgt alles om mij heen
minder waarde. Christus Jezus neemt in waarde toe.’

Dat is terecht, want in Hem zijn al de schatten van wijsheid en kennis verborgen.
Hij
is de Heer uit de hemel, die straks weer zal afdalen en dan niet Zijn voeten op
aarde zal zetten, maar in de lucht zal Hij ons wegrukken en wij zullen Hem daar
ontmoeten. Machtig, zo’n belofte, zo’n toekomst. Laten wij deze verwachting koes-
teren en niet van ons af laten nemen door welke (spitsvondige) redenering van
wie dan ook. Het staat er en dat zouden wij geloven en in die verwachting leven!


Woord vandaag

‘Die Abraham en Sarah leefden dus in geloof op de beloften van God.’

Ja, dat was nadat Abraham besneden was. Dat markeerde een ontmoeting met
Jahweh, waarbij de naam Abram veranderd in Abraham en Saraï in Sarah. In
beide namen werd de letter Hee ingevoegd, de letter met een venster naar bo-
ven, naar de Onzienlijke. Daarom heeft deze letter ook de getalswaarde 5, dat
te maken heeft met de verborgen dingen en wijst naar God, die voor het oog
verborgen is en uit het verborgene handelt en zo genade geeft. 5 is daarom ook
het getal van genade. De tabernakel en de tempel zijn qua afmetingen gestem-
peld door het getal 5, en zij zijn woonplaats van Jahweh en geven ook de moge-
lijkheid om Hem te naderen, een weg tot Hem.

‘God maakte Zijn beloften in hun leven waar!’

Het beloofde zaad, Izaäk (hij die je doet lachen), kwam op de gestelde tijd en ver-
vulde
daarmee de belofte die Jahweh aan Abraham en Sarah gegeven had. Exact
op de juiste tijd! Zo zal God ál Zijn beloften (aan Israël en aan de gemeente, het
lichaam van Christus) waarmaken op Zijn tijd en Zijn plaats. Hij wordt door
Paulus dan ook ‘de God van de verwachting’ genoemd in Romeinen 15:13. Als je
die God kent, heb je automatisch een geweldige verwachting. Je kunt het van
Hem verwachten, omdat Hij bij machte is te doen wat Hij belooft.

‘He, en dat geeft mij juist zoveel rust van binnen.’

Hij is ook de God van de vrede en Christus Jezus ís onze vrede, die de beide groepen
(gelovigen uit Israël en de volkeren) één maakt en zij vormen samen dat ene lichaam
van Christus dat Hij gaat inzetten  te midden van de hemelingen. De hemelse roeping
wordt (soms fel) bestreden door hen, die koste wat het kost willen vermijden, dat zij
als platonische denkers worden bestempeld. Onlangs werd dat nog gedebiteerd in
een
boek van de theoloog Wright. Maar als we de Schrift erop naslaan, en daardoor
los zijn van eigen denken, dan zien wij in Efeziërs staan: ’te midden van de heme-
lingen’ en omdat dat er staat, geloven wij dat en zien uit naar die toekomst.

‘Ik ben echt heel benieuwd wat dat allemaal gaat betekenen, voor de hemelingen,
voor
God, voor Christus Jezus en voor ons.’

Dat mag je wel zeggen ja. We kijken ernaar uit, en God belooft het en Hij maakt ál
Zijn belof
ten waar. Wat een toekomst he, als de schepping gaat zien, wie de zonen
van God zijn. Dat zal grote zegen inhouden voor de gemeente zelf, voor de schepping,
voor Christus Jezus, en voor God zelf. Als we iets beseffen wat het heerlijkheids-
lichaam van Christus Jezus is, en wij zullen ook zo verheerlijkt worden, dan kun je er
niet bij. Wat een heerlijke toekomstverwachting! Het zal een enorme kracht zijn waar-
mee de Vader ons gaat veranderen. Die kracht werkt nu volop in de Zoon en zal dan in
de zonen van Hem werken. Meewerken aan dat grote plan van God, het al tot onder-
schikking aan de Zoon te brengen, dat is wat!