‘Die Abraham en Sarah leefden dus in geloof op de beloften van God.’

Ja, dat was nadat Abraham besneden was. Dat markeerde een ontmoeting met
Jahweh, waarbij de naam Abram veranderd in Abraham en Saraï in Sarah. In
beide namen werd de letter Hee ingevoegd, de letter met een venster naar bo-
ven, naar de Onzienlijke. Daarom heeft deze letter ook de getalswaarde 5, dat
te maken heeft met de verborgen dingen en wijst naar God, die voor het oog
verborgen is en uit het verborgene handelt en zo genade geeft. 5 is daarom ook
het getal van genade. De tabernakel en de tempel zijn qua afmetingen gestem-
peld door het getal 5, en zij zijn woonplaats van Jahweh en geven ook de moge-
lijkheid om Hem te naderen, een weg tot Hem.

‘God maakte Zijn beloften in hun leven waar!’

Het beloofde zaad, Izaäk (hij die je doet lachen), kwam op de gestelde tijd en ver-
vulde
daarmee de belofte die Jahweh aan Abraham en Sarah gegeven had. Exact
op de juiste tijd! Zo zal God ál Zijn beloften (aan Israël en aan de gemeente, het
lichaam van Christus) waarmaken op Zijn tijd en Zijn plaats. Hij wordt door
Paulus dan ook ‘de God van de verwachting’ genoemd in Romeinen 15:13. Als je
die God kent, heb je automatisch een geweldige verwachting. Je kunt het van
Hem verwachten, omdat Hij bij machte is te doen wat Hij belooft.

‘He, en dat geeft mij juist zoveel rust van binnen.’

Hij is ook de God van de vrede en Christus Jezus ís onze vrede, die de beide groepen
(gelovigen uit Israël en de volkeren) één maakt en zij vormen samen dat ene lichaam
van Christus dat Hij gaat inzetten  te midden van de hemelingen. De hemelse roeping
wordt (soms fel) bestreden door hen, die koste wat het kost willen vermijden, dat zij
als platonische denkers worden bestempeld. Onlangs werd dat nog gedebiteerd in
een
boek van de theoloog Wright. Maar als we de Schrift erop naslaan, en daardoor
los zijn van eigen denken, dan zien wij in Efeziërs staan: ’te midden van de heme-
lingen’ en omdat dat er staat, geloven wij dat en zien uit naar die toekomst.

‘Ik ben echt heel benieuwd wat dat allemaal gaat betekenen, voor de hemelingen,
voor
God, voor Christus Jezus en voor ons.’

Dat mag je wel zeggen ja. We kijken ernaar uit, en God belooft het en Hij maakt ál
Zijn belof
ten waar. Wat een toekomst he, als de schepping gaat zien, wie de zonen
van God zijn. Dat zal grote zegen inhouden voor de gemeente zelf, voor de schepping,
voor Christus Jezus, en voor God zelf. Als we iets beseffen wat het heerlijkheids-
lichaam van Christus Jezus is, en wij zullen ook zo verheerlijkt worden, dan kun je er
niet bij. Wat een heerlijke toekomstverwachting! Het zal een enorme kracht zijn waar-
mee de Vader ons gaat veranderen. Die kracht werkt nu volop in de Zoon en zal dan in
de zonen van Hem werken. Meewerken aan dat grote plan van God, het al tot onder-
schikking aan de Zoon te brengen, dat is wat!