Woord vandaag

‘De Thora is geestelijk. Wat is dan de typologie van Genesis?’

Hangt er natuurlijk vanaf welk gedeelte je neemt. In het eerst hoofdstuk
heb je het herstel van de nedergeworpen wereld. Er was een gericht van
God gekomen op ‘de wereld van de voortijd’, de wereld van vóór Gene-
sis 1:2. Daarover schrijft Petrus in 2 Petrus 3:6. Spotters waren er in Petrus’
dagen al, en ook nu. Als men zegt dat het wel wat lang duurt voordat Hij
terugkeert, dan gaat men meestal bijvoorbeeld ‘sleutelen’ aan de wegruk-
kig van de ekklesia die Zijn lichaam is.

‘Men redeneert ofwel die wegrukking helemaal weg, of men redeneert
net zo lang totdat de ekklesia wel door de grote verdrukking moet.’

Dat gebeurt. Maar het verandert niets. De wegrukking vindt plaats voor
de verontwaardiging begint. Men beeldt zich van alles in op grond van
eigen redeneringen, maar de Schrift verandert niet! We zijn een groep
mensen als ekklesia, Zijn lichaam, die al vóór de nederwerping van de
wereld uitgekozen zijn in Christus. Zelfs al vóór de eonen was ons al ge-
nade gegeven in Christus Jezus.

‘En we zijn verzegeld met de geest van de belofte, de heilige.’

Dat is de zekerheid die zowel wij als Christus Jezus hebben. God vraagt
geen werken als zekerheid dat wij gered zijn. Dat is bij Jakobus als het
gaat om de 12 stammen (Jakobus 1:1) wel zo. Dan worden werken ver-
eist als bewijs dat men echt gelooft. Bij Paulus ligt dat wezenlijk anders.
Het is van a (eerste bewustwording) tot z (wegrukking) genade, als het
om het evangelie van de voorhuid gaat. God zij dank voor Zijn onuitspre-
kelijk groot geschenk van genade!

Woord vandaag

‘De Thora is geestelijk, dat staat in Romeinen 7.’

Dat is een verwijzing naar waar het in de Thora werkelijk om gaat. De
geestelijke betekenis haalt Paulus bijvoorbeeld naar voren in Galaten 4.
De geschiedenis van Hagar, Sara, Ismaël, Izaäk en Abraham. De berg
Sinaï in Arabië staat voor het tegenwoordige Jeruzalem, schrijft hij, dat
in slavernij (onder de wet) is. Hagar was de Egyptische slavin en Saraï
was de vrije. Zo ook geldt dat de zonen: Izaäk was de vrije, de zoon van
de belofte en Ismaël de naar het vlees verwekte.

‘Zo zien we de lijnen geest en vlees lopen in die geschiedenis.’

De wettische geest heerst ook vandaag in het Jodendom, de religieuze
Joden staan in allerlei gradaties onder de wet, de Thora. En dan hebben
ze er ook nog allerlei geboden en verboden bij gemaakt. Allemaal zoge-
naamd ‘praktisch’, zo van: ‘dit en dit mag ik wel en dat en dat mag ik niet’
en daar zijn ze heel de dag mee bezig. Dat laatste is een punt: het neemt
hun leven in beslag, terwijl ze er geen gerechtigheid voor God mee kun-
nen bewerken. En vandaag de dag doen christenen er in meer of minde-
re mate aan mee.

‘Bij Paulus ligt dat anders.’

Dat evangelie van genade zet in de vrijheid in Christus Jezus. Dan ben je
verlost van al dat soort inzettingen, want binnen de christenheid kan men
er ook wat van. Dan gaat men bepalen hoeveel je minstens in de collecte
moet stoppen, wat je wel niet mag op zondag of op zaterdag (hangt even
af waar je bent), wat je wel en niet mag eten door de week (geen varkens-
vlees bijvoorbeeld). Nou, de apostel geeft een heel andere weg aan in Fi-
lippenzen 3: hij heeft allemaal (bij wijze van spreken) in de afvalbak ge-
daan en laten meenemen door de vuilophaaldienst om het te laten ver-
branden.

‘Ja, zoveel is wel duidelijk ja.’

Het ging hem om de kennis van Christus Jezus, zijn Heer, ‘Hem te kennen
en de kracht van Zijn opstanding’ nu al in het leven van elke dag ervaren.
Dat sluit aan bij wat hij in al de brieven schrijft. Vooral in Galaten en
Kolossenzen schrijft hij over het voorbije van de Thora. Dat is geen zaak
om nu op de gelovigen te leggen, dat druist in tegen alles wat het evange-
lie inhoudt. Maar de Thora is wel geestelijk! Spreekt in alle delen van Hem
die komen zou: de Heer Jezus Christus.

Woord vandaag

‘Mooi, hoe je kunt leven door geloof en in genade.’

Abraham is een mooi voorbeeld. Paulus haalt hem dan ook zowel in
Romeinen als Galaten aan. De belofte aan Abraham kwam honder-
den jaren eerder dan de wet werd gegeven aan Israël, de vleselijke
nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jakob. Daarna kwam uiteinde-
lijk een Mozes en Ieue gaf door hem de wet aan het volk Israël.
God noemt zich de God van Abraham, Izaäk en Jakob, vanwege de
beloften die Hij gegeven had.

‘Maar Hij noemt zich niet de God van Mozes!’

De Thora die God via Mozes aan Israël gaf, werd gegeven op de Sinaï
met duisternis, donder en bliksem. De berg beefde en men mocht die
niet aanraken. Er was dreiging en afstand. Heel tekenend hoe het oude
verbond gesloten werd: de andere partij moest aan de voorwaarden
voldoen; het was een tweezijdig contract. Als de ene partij (Israël) zich
zou houden aan het verbond, dan zou de andere ‘partij’ (Ieue) zich ook
aan het verbond houden.

‘Je gebruikt vaak het woord ‘wet’, maar het woord is toch ‘Thora’, de
onderwijzing?’

Ja, het is Thora, onderwijzing. Paulus noemt die heilig, rechtvaardig en
goed. En dat is zo. Alleen de mens is niet in staat die te houden of te be-
waren. Hoe goed een mens ook zou proberen. Er zit vanzelfsprekend on-
derwijzing in de Thora. Paulus schrijft ook, dat de Thora geestelijk is.
Er zit ongelooflijk veel geweldig geestelijk onderricht besloten in de Thora
die Mozes grotendeels geredigeerd en geschreven heeft. Als we bijvoor-
beeld kijken naar Hagar en Sara, zoals hij die naar voren haalt in Galaten 4,
dan zien we een fijn voorbeeld van de geestelijke betekenis van de Thora.

‘Daar werd onlangs over gesproken.’

Ja, een zeer aansprekende woordverkondiging. Over dat onderwerp uit
Galaten 4 – de typologie in de geschiedenis van Abraham, Saraï en Hagar-
hoor je vrijwel nooit over spreken. Waarom niet? Omdat men collectief
zelf onder de Thora leeft en Mozes elke zondag voorgelezen wordt in
de kerken. Maar ook in veel evangelische gemeentes gaat men onder de
Thora leven. Bijvoorbeeld op zaterdag de samenkomst houden, de sab-
bat houden, de feesten vieren et cetera. Met dat soort dingen hielden
de Galaten zich bezig. Vandaar de scherpe brief over het verschil tussen
het oude verbond van de Thora en de genade die centraal staat in het
evangelie van de genade van Christus.   

 

Woord vandaag

‘Wel goed, zo’n voorbeeld als een Timotheüs te zien, die het onderwijs en
het geloof van de apostel volledig gevolgd was.’

Het zijn brieven, die ons veel te zeggen hebben. Als mensen, zoals de geest
uitdrukkelijk zegt (1 Timotheüs 4:1) van het geloof af gaan staan, doe je
dat in feite al een beetje als je er eigen werken aan toe wil voegen. Een
gelovige leeft uit geloof, niet door aanschouwen (2 Corinthiërs 5:7). En
evenmin uit werken. Abrahams leven getuigt daarvan. Hij leefde door
geloof, het vlees bleek wel zwak (Ismaël), maar na hernieuwde beloften
bleek hij te blijven geloven en Izaäk werd uiteindelijk geboren.

‘Ja, prachtig. Hij geloofde in God, die de doden opwekt en wat er niet is
in aanzijn roept alsof het er was.’

Betoog dat wij in Romeinen 4 terugvinden. Geen ander evangelie dan
dat van geloof en genade. Abraham leefde op de beloften die God gege-
ven had. God had ze met eed gezworen en denk erom dat het dan ver-
vuld gaat worden! Dat bleek ook een jaar nadat God als El Sjaddai be-
loofde dat Hij de zoon zou geven, er een zoon kwam! Dat was niet raar,
maar logisch. God sprak en dus gebeurt het ook.

‘Weet je, ik vind het bemoedigend dit te horen. Heerlijk evangelie.’

Ja, het goede nieuws is, dat God de Zoon opwekte uit de doden. Daar
was Izaäk een type van. Toen de Heer Lazarus ging opwekken, kreeg
hij eerst het bericht dat zijn vriend ziek was. Toen wachtte Hij nog twee
dagen! De Heer vertrok eerst na die tijd pas en constateerde dat hij al
vier dagen (….) in het graf was. Om te betuigen dat Hij de opstanding
en het leven is, wekte Hij Lazarus op. Dat was tot eer van Vader.

‘Het was natuurlijk iets dat veel opschudding veroorzaakte.’

De Joden wilden Hem doden. Hij bedreigde hun positie teveel. Geen
ander dan Hij kon hun plaats zo bedreigen. Daarom moest Hij uit de
weg geruimd. In de opstanding bleek echter hun grote misrekening.
Hij werd door Vader opgewekt en dat was helemaal volgens de belof-
te die Hij gegeven had. De Zoon stierf in volle overgave aan Vader en
beval Zijn geest dan ook in Vaders hand. Dat is de garantie, deze op-
wekking uit de dood, dat allen op zullen staan en zelfs levendgemaakt
zullen worden!

Woord vandaag

‘De genade van God regeert in deze tijd. Prachtig, waar wordt dit gehoord?’

Je moet de plaatsen opzoeken waar dat echt gehoord kan worden. Er zijn
ook dan verschillen, maar het is al een verademing als er echt genade ge-
predikt wordt. Geen andere boodschap zou in deze tijden klinken, maar
er is van meet af aan iets grondig mis gegaan (zie Galaten). En dat zien we
nu nog steeds om ons heen. Overal wordt elke zondag de wet voorgelezen.

‘Ze zouden beter met woorden van genade kunnen komen.’

Zeker. Paulus wordt wel uit gepredikt, maar men vermengt het met wet
en de werken waardoor het geen genade meer is. Zie Romeinen 11:6.
Het is geen geheim, dat men vaak na een eerste periode van genade pre-
diking de wet erbij voegt, zodat evangelie en wet samen beleden worden.
Dat ontkent ten diepste het werk van Christus. Je wilt er dan iets aan toe-
voegen. Je eigen kracht en dat gaat niet.

‘Je bent er vaak bij bepaald, dat de genade die Christus Jezus verkondigt,
uniek is ten opzichte van wat Hij eerder sprak.’

De diepte van Gods heerlijkheid komt volop naar voren in de brieven Ro-
meinen – Filemon. De nieuwe situatie voor de gelovige, is die ná het kruis
en de dood en de opstanding. Een nieuwe schepping in Christus!
Dan kún je per definitie niet onder de wet staan, want die regeert over
de mens zo lang als die leeft. Als je gestorven bent, ben je ook dood voor
de wet. En levend voor God, in Christus Jezus!